Gemeenschappelijk Administratiekantoor G.
Bedrijfsvereniging: ### Bedrijfsvereniging
De heer D.
aansluitingsnummer/aansluitidentificatie ###
datum 08-12-1993
BESLISSING INGEVOLGE DE ZIEKTEWET
Betreft uw ziektegeval van 5 november 1993
Geachte mevrouw, mijnheer,
1) Geen ziekengeld (meer)
Op grond van de ons bekende gegevens bent u niet (meer) ongeschikt
tot het verrichten van uw werk.
Om deze reden wordt u na 16 november 1993
[ ] geen ziekengeld toegekend
[X] geen verder uitkering toegekend
Bij deze beslissing wordt in het midden gelaten of u over de
periode tot en met 16 november 1993 aanspraak op ziekengeld kunt maken.
Uw
werkgever hebben wij ingelicht.
2) Bent u het er niet mee eens?
Mocht u het niet eens zijn met de beslissing dan kunt u - binnen
veertien dagen na de datum van deze beslissing in beroep gaan
bij
de Arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht te M..
Hoogachtend
Voor de bedrijfvereniging
B.
Hoofddirecteur
Naam en adres van de werkgever
C. B.V.
Z.O.Z.
KLAAGSCHRIFT ZIEKTEWET
Aan: Arrondissementsrechtbank M.
sector bestuursrecht,
17 december 1993
bijlagen :
- arbeidgeschiktheidsverklaring van de verzekeringsgeneeskundige
van het G., dhr. R., d.d. 16 november 1993.
- voor beroep vatbare beslissing, d.d. 8 december 1993.
Hierbij teken ik : D.,
beroep aan tegen de hierbij
gevoegde beslissing van : 16 november 1993 genomen door :
### Bedrijfsvereniging
Edelachtbare vrouwe/heer,
Met de hierboven genoemde beslissing kan ik mij niet verenigen, omdat deze bij
voorbaat genomen is, en ik niet zeker weet of ik in de toekomst genoodzaakt ben
om mij ziek te melden.
Tot 1 oktober 1993 ontving ik een WAO-uitkering, behorende bij een
arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%. Dit percentage werd gewijzigd in 15 tot
25%, waartegen ik in beroep ben gegaan (reg.nr. : 93 / 732 AAW
/ WAO BB). Vanaf 22 oktober 1993 ben ik ongeveer 6 uur per dag gaan
werken. Op 5 november 1993 heb ik mij ziekgemeld wegens vermoeidheids-, pijn-,
en duizeligheids- klachten.
Op 16 november 1993 had ik een gesprek met de
verzekeringsgeneeskundige van het G., dhr. R.. Ik heb toen dhr. R.
meerdere malen meegedeeld dat ik de volgende dag zou gaan werken. De heer
R. gaf mij toch een "arbeidgeschiktheidsverklaring", omdat hij een
nieuwe ziekmelding (om reden waarvoor ik een
gedeeltelijke WAO-uitkering ontvang) niet zou accepteren.
Om te voorkomen dat ik mij na een korte periode weer ziek zou moeten melden,
ben ik in overleg met mijn
werkgever vanaf 22 november 1993 ongeveer vier uur
per dag gaan werken. Toch kan ik niet garanderen dat ik mij niet af en toe ziek
zal moeten melden, vandaar dit beroep.
Ik verzoek u om de beslissing te vernietigen, omdat naar mijn mening pas ná een
nieuwe ziekmelding beslist kan worden, of ik voor ziekengeld in aanmerking kom.
Ik eis geen ziekengeld, omdat ik voor de periode van 5 november t/m 16 november
wel ziekengeld ontvangen heb, en mij daarna beter gemeld heb.
Hoogachtend,
D.