Beslissing en bezwaarschrift
2004
Hieronder staat de beslissing:
UWV
Dhr. D.
Datum 16 juli 2004
Van UWV Telefoon T ###, F
Onderwerp
Voortzetting van uw wao-uitkering
Geachte heer D.,
Op dit moment heeft u recht op een wao-uitkering, die gebaseerd is
op een arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%. Deze uitkering loopt af
op 1 juni 2004. U heeft een voortzetting van uw uitkering aangevraagd.
Uw uitkering wordt per 1 juni 2004 voortgezet voor een periode
van vijf jaar en loopt daarmee door tot 1 juni 2009,
tenzij uw uitkering binnen deze periode op grond van
de daarvoor geldende voorwaarden gewijzigd moet worden
of als u niet meer aan de voorwaarden voor het recht
op uitkering voldoet.
Wij hebben uw arbeidsongeschiktheid echter opnieuw beoordeeld.
Om het bedrag van uw uitkering te bepalen zijn wij uitgegaan
van de inkomsten die u bij gangbare werkzaamheden
in uw gezondheidssituatie zou kunnen ontvangen.
Deze inkomsten zijn 39,20% van wat een programmeur gemiddeld verdient.
Op grond hiervan hebben wij de mate van uw arbeidsongeschiktheid
vastgesteld op 55 tot 65%. Hierbij hoort een uitkering van 42,00%.
Uw uitkering wordt hierdoor per 1 juni 2004 gewijzigd.
Met ingang van deze datum bedraagt
uw uitkering bruto per dag € 36,35.
Dit is 42,00% x 100/108 x € 93,46 (uw dagloon).
De vermenigvuldiging met 100/108 heeft te maken met
de reservering van het vakantiegeld.
Uw vakantiegeld bedraagt 8% en krijgt u in één keer
uitbetaald in mei.
Arbeidsgehandicapte
Op grond van deze beslissing wordt u van rechtswege
als arbeidsgehandicapte beschouwd. Dit laatste houdt onder meer in,
dat u ondersteuning kan worden geboden bij het zoeken naar ander werk.
Als u nog vragen heeft, dan kunt u ons bellen op werkdagen
tussen 8.00 en 17.00 uur. Het telefoonnummer is ### (3 cent per min.).
Met vriendelijke groet,
namens de Raad van bestuur
van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
F.
Claimbehandelaar
Wettelijke grondslag
Deze beslissing is genomen op grond van de artikelen
18, 21, 21a, 21b, 34, 35, 36, 38, 39a, 41, 42, 88a tot en met 88d
en 88f van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
artikel 52 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid,
de artikelen XVI tot en met XVIII van de Wet terugdringing beroep op
de arbeidsongeschiktheidsregelingen en artikel 7:1 van
de Algemene wet bestuursrecht.
Bezwaar
Als u het niet eens bent met de beslissing kunt u
daartegen bezwaar maken binnen zes weken,
te rekenen vanaf de dag na de dagtekening van de beslissing.
U kunt het bezwaarschrift richten aan de Raad van Bestuur
van Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, p/a UWV,
afdeling Bezwaar en Beroep, Postbus ###, ### G.. In de bijlage
bij deze beslissing treft u enige aanwijzingen aan over
de wijze waarop u bezwaar kunt maken, alsmede inlichtingen
die verder voor u van belang kunnen zijn.
Hoe maakt u bezwaar?
Als u het niet eens bent met de beslissing van UWV,
kunt u bezwaar maken. Dit doet u door een brief naar UWV te sturen:
het bezwaarschrift. In de beslissing staat naar welk adres
en voor welke datum u uw bezwaarschrift moet opsturen.
Wat zet u in uw bezwaarschrift?
- uw naam, adres en telefoonnummer;
- uw sofi-nummer of uw UWV-registratienummer;
- de datum van uw bezwaarschrift;
- de datum, het kenmerk en het onderwerp van de beslissing. Stuur een kopie mee;
- de redenen waarom u het niet eens bent met de beslissing;
- uw handtekening.
Kunt u een kostenvergoeding krijgen?
In bepaalde gevallen kan UWV de kosten voor de bezwaarprocedure vergoeden,
zoals reiskosten en kosten van rechtsbijstand. U kunt alleen voor
kostenvergoeding in aanmerking
komen als u er om vraagt voordat op het bezwaar is beslist
en als UWV uw bezwaar gegrond verklaart.
Als u zich laat vertegenwoordigen
Het is mogelijk om u in de bezwaarprocedure door iemand
te laten vertegenwoordigen. Voeg dan wel een machtiging
bij het bezwaarschrift. Dit is niet nodig als uw gemachtigde
een advocaat is.
Bezwaar tegen een beslissing over uw medische situatie
UWV kan ook uw (ex-)werkgever betrekken bij de bezwaarprocedure.
Uw (ex-)werkgever mag ook zelf bezwaar maken tegen een beslissing
over uw medische situatie. Zet daarom de medische redenen voor
uw bezwaar op een aparte bijlage. Uw werkgever krijgt de medische
gegevens alleen als u daar toestemming voor geeft.
Bij bezwaar tegen een medische beslissing wordt u mogelijk
opnieuw onderzocht door een verzekeringsarts of arbeidsdeskundige.
Wat gebeurt er met uw bezwaar?
UWV bekijkt de beslissing opnieuw. U kunt uw bezwaarschrift
mondeling toelichten op een hoorzitting. UWV geeft u
een schriftelijke 'beslissing op bezwaar'. Hierin staat of er
door uw bezwaarschrift iets is veranderd. Als u het niet eens bent
met de beslissing op bezwaar, kunt u beroep aantekenen bij
de rechtbank. In de beslissing staat hoe u dat moet doen.
Meer informatie
Als u meer informatie wilt, kunt u de brochure
'Daar ben ik het niet mee eens' opvragen bij het UWV-kantoor
waarmee u altijd contact heeft. U kunt de brochure ook vinden op internet:
www.uwv.nl
Vervolgens heb ik eerst
mijn dossier opgevraagd.
Terwijl ik bezig was om zelf mijn bezwaarschrift te schrijven
(zonder advocaat) ontving ik onderstaande brief:
UWV
G.
De heer D.
Datum 26 juli 2004
Van Klantencontactcentrum
Onderwerp
Geachte heer D.,
U heeft op dit moment een bezwaar- of beroepsprocedure lopen bij
de afdeling Bezwaar en Beroep van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Te G..
De behandeling van bezwaar- en beroepszaken in W.-B. en Z. vindt vanaf 19
juli 2004 plaats vanuit één kantoor in B..
Voor de behandeling van uw bezwaar- of beroep heeft dit weinig gevolgen;
eventuele hoorzittingen of medische onderzoeken in het kader
van uw bezwaar zullen plaats blijven vinden in G..
Wel wijzigt het postadres.
Ons nieuwe postadres is: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Afdeling Bezwaar en Beroep
B.
Telefonisch blijven wij bereikbaar via UWV telefoon; ###
Vertrouwende u zo voldoende te hebben ingelicht,
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Ik had graag meteen het bezwaarschrift ingediend,
maar ik kwam in de problemen doordat mij het dossier
niet werd toegestuurd,
dus toen heb ik uitstel gevraagd:
Voorlopig bezwaarschrift
Aan: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Afdeling Bezwaar en Beroep
B.
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
12 augustus 2004
Bijlagen: beslissing, d.d. 16 juli 2004.
Geachte mevrouw, heer,
Hierbij maak ik:
D.
bezwaar tegen:
de beslissing van 16 juli 2004
Onderwerp: Voortzetting van uw wao-uitkering
Zou u mij enkele weken uitstel willen verlenen voor
het indienen van mijn aanvullend bezwaarschrift?
Tevens zou graag een kopie van mijn dossier ontvangen,
wat ik nodig heb voor het schrijven van mijn aanvullend bezwaarschrift.
met vriendelijke groet,
D.
Vervolgens kreeg ik een brief met de vraag of ik
een hoorzitting wilde:
UWV
B.
Datum 18 augustus 2004
Van B3.
Ons kenmerk B&B ###
Dhr. D.
Onderwerp Uw bezwaarschrift
Geachte heer D.,
Op 16 augustus 2004 hebben wij uw bezwaarschrift
van 12 augustus 2004 ontvangen.
Stukken
U heeft gevraagd om toezending van de stukken.
Wij sturen u de stukken zo spoedig mogelijk toe.
Bij het toesturen van de stukken zullen wij u een termijn stellen
voor het indienen van de (aanvullende) gronden.
Hoorzitting
Tijdens de bezwaarprocedure kan er een hoorzitting worden gehouden.
Dat is een gesprek op ons kantoor tussen u en twee medewerkers
van onze afdeling Bezwaar en Beroep. U kunt in dat gesprek
uw bezwaar mondeling toelichten; wij kunnen een toelichting geven
op onze beslissing. Als u dat wilt kunt u iemand meenemen.
Op bijgevoegd antwoordformulier kunt u aangeven of u naar
een hoorzitting wilt komen. Wij verzoeken u het bijgevoegde antwoordformulier
binnen tien dagen na dagtekening van deze brief ingevuld
en ondertekend aan ons terug te sturen in bijgevoegde antwoordenvelop.
Als u naar een hoorzitting wilt komen en op het antwoordformulier
uw telefoonnummer vermeldt, bellen wij u om een afspraak te maken
voor de hoorzitting. Als u geen telefoonnummer vermeldt,
sturen wij u een uitnodiging.
U bent niet verplicht om naar een hoorzitting te komen.
Als u vindt dat u uw bezwaar al voldoende duidelijk heeft gemaakt,
kunt u afzien van een hoorzitting. Ook dan zullen wij uw bezwaarschrift
zorgvuldig behandelen.
Ook wij kunnen afzien van een hoorzitting.
Dat kan als wij op basis van de stukken geen enkele twijfel meer hebben
over de beslissing die wij moeten nemen op uw bezwaarschrift.
Heeft u nog vragen?
U vindt meer informatie op www.uwv.nl.
U kunt ons uiteraard ook bellen.
Het telefoonnummer staat boven aan de brief.
Als u belt, houd dan deze brief bij de hand.
Wij kunnen u dan beter van dienst zijn.
Als u ons schrijft, stuur uw brief dan naar de afdeling Bezwaar en Beroep.
Vermeld daarin dan ook ons kenmerk.
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
B3.
Administratief medewerker
Bijlage(n):
- antwoordformulier
- antwoordenvelop
Antwoordformulier
Hoorzitting
Ons kenmerk :
B&B ###
Naam : D.
Woonplaats : ###
Sofi-nummer : ###
Wilt u:
- Aankruisen en invullen wat van toepassing is;
- Het formulier binnen tien dagen na dagtekening van deze brief
terugsturen in bijgaande antwoordenvelop (een postzegel is niet nodig).
[
X] Ik wil het bezwaar mondeling toelichten
tijdens een hoorzitting;
om een afspraak te maken ben ik bereikbaar onder telefoonnummer
###
[ ] Ik wil het bezwaar
niet mondeling toelichten
tijdens een hoorzitting
Ondertekening:
Naam :
D.
Plaats :
###
Datum :
20 augustus 2004
Handtekening :
###
Vervolgens kreeg ik een brief om binnen vier weken mijn aanvullend bezwaarschrift
op te sturen. Bij die brief zaten bijlagen met rapporten van de laaste keuringsarts
en arbeidsdeskundige.
UWV
B.
Datum 26 OKT.2004
Van Klantencontactcentrum ###
Ons kenmerk B&B ###
De heer D.
Onderwerp
Uw bezwaarschrift
Geachte heer D.,
In onze brief van 18 augustus 2004 hebben wij
de ontvangst van uw bezwaarschrift bevestigd.
Uw bezwaarschrift is niet compleet
Uw bezwaarschrift voldoet niet aan alle wettelijke eisen, omdat:
- de gronden van uw bezwaar ontbreken
Wij stellen u in de gelegenheid om dit verzuim binnen 4 weken na dagtekening
van deze briefte herstellen. Deze termijn kan niet worden verlengd.
Als u ons niet binnen genoemde termijn in kennis stelt van de gronden,
kan uw bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard.
Dit betekent dat wij uw bezwaar niet inhoudelijk zullen beoordelen.
Concreet vragen wij u ons op te sturen:
- de gronden van uw bezwaar
De op de zaak betrekking hebbende stukken zenden wij u hierbij in afschrift toe.
Wij wijzen er op dat dit stukken zijn aanvullend aan hetgeen reeds in uw bezit is
dan wel in het bezit van uw advocaat, de heer mr. P., in verband met
nog lopende beroepsprocedure(s). Gelet op de omvang van de dossiers is het
niet mogelijk de reeds in uw bezit zijnde stukken nogmaals toe te zenden.
Heeft u nog vragen?
U vindt meer informatie op www.uwv.nl. U kunt ons uiteraard ook bellen.
Het telefoonnummer staat boven aan de brief. Als u belt, houd dan deze brief
bij de hand. Wij kunnen u dan beter van dienst zijn.
Als u ons schrijft, stuur uw brief dan naar de afdeling Bezwaar en Beroep.
Vermeld daarin dan ook ons kenmerk.
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G.
beambte bezwaar en beroep
Bijlage(n):
stukken
Hieronder staat een interne brief van het UWV.
RETOURNERING DOSSIER / TOEZENDING BEZWAARSCHRIFT
Aan : Vooradministratie AG
Betreft
[X] WAO/WAZ/Wajong
[ ] ZW
[ ] REA
[ ] TW
Van Afdeling Bezwaar en Beroep te B.
Naam behandelaar G4.
Telefoon
Datum 26-10-2004
Bezwaarschrift van:
Naam : D.
Woonplaats : ###
BZ-nummer : ###
Sofinummer : ###
Collega's,
Hierbij zenden wij u ter informatie een afschrift van
een door belanghebbende bij ingediend bezwaarschrift
naar aanleiding van de beslissing d.d.: 16-7-2004.
Teneinde tijdens de bezwaarschriftprocedure niet voor
onverwachte situaties komen te staan, verzoeken wij u
met het volgende rekening te houden:
1. Mocht het bezwaarschrift u nu al aanleiding geven tot het maken
van opmerkingen dan verzoeken wij u zich tot ons te wenden.
Het is ongewenst dat u naar aanleiding van het bezwaarschrift
spontaan nader onderzoek instelt of nadere informatie inwint.
2. Wij verzoeken u informatie, ontvangen na de datum van
de bestreden beslissing, betreffende, hetzij de thans
lopende bezwaarschriftprocedure, hetzij ontwikkelingen
die van belang zouden kunnen zijn voor de bezwaarschriftprocedure
(zoals latere ziekmeldingen) per ommegaande aan ons door te geven.
3. Het is gewenst dat u met het uitbrengen van nieuwe adviezen
(bijvoorbeeld betreffende een onderzoek per latere datum)
rekening houdt met de thans lopende bezwaarschriftprocedure.
Neemt u bij twijfel contact op met onze afdeling!
Van het resultaat van de bezwaarschriftprocedure zullen wij
u uiteraard op de hoogte brengen.
Met vriendelijke groet,
Afdeling Bezwaar en Beroep
Bijlage: afschrift bezwaarschrift
Bij correspondentie gaarne het Bz. Nr. vermelden*
Hieronder staat mijn bezwaarschrift, zoals ik dat
stuurde aan de afdeling bezwaar en beroep (zonder
verdere begeleidende brief).
In dit bezwaarschrift had ik ook moeten schrijven
welk percentage mijn arbeidsongeschiktheid dan
wel zou moeten zijn. Dat schijnt beter te zijn
om er bij te zetten, maar uiteindelijk was het
niet erg dat ik dat vergeten was.
Aanvullend bezwaarschrift
Aan: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Afdeling Bezwaar en Beroep
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
Kopie 1: UWV G.
t.a.v. mevr. P2., verzekeringsarts
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
Kopie 2: UWV
t.a.v. de regiodirecteur AG ###,
dhr. mr. G2. MBA
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
Kopie 3: ###Courant
t.a.v. Redactie algemeen
11 november 2004
Betreft : aanvullend bezwaarschrift
Uw kenmerk:
B&B ###
Bijlagen : woordelijk verslag keuring 29 maart 2004, d.d. 19 juli 2004.
Geachte mevrouw, heer,
Als aanvulling op mijn voorlopig bezwaarschrift van 12 augustus 2004,
stuur ik u hierbij mijn aanvullend bezwaarschrift tegen
de beslissing van 16 juli 2004 (met als onderwerp:
"Voortzetting van uw wao-uitkering").
Naam, adres, etc.: dhr. D.
Medische redenen niet apart
Dit bezwaarschrift bevat zowel juridische als medische zaken.
In mijn situatie lijkt het me ook niet nodig om
de medische redenen op een aparte bijlage te vermelden.
Hoorzitting
Ik ga er van uit, dat ik toestemming heb om het gesprek
van de hoorzitting op te nemen. Indien daar bezwaren tegen zijn,
dan zou ik dat graag ruim van tevoren willen weten,
zodat ik iemand kan proberen te vinden die steno kent.
Ik verzoek u om de hoorzitting te houden ná het bekend worden
van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep
van de lopende procedure, of anders minstens
een paar weken vóór de zitting bij
de Centrale Raad van Beroep.
Indien dokter D2. bij de hoorzitting
als bezwaar-verzekeringsarts aanwezig zal zijn,
dan wil ik hierbij voor alle duidelijk mijn vragen kenbaar maken:
* Hoe komt dokter D2. aan het getal van "6" voor het aantal uren per dag?
* Wat heeft reumatoloog S8. volgens dokter D2. vastgesteld?
* Welke gegevens worden op dit moment gebruikt van het onderzoek bij het R.?
Rechtsgeldigheid opname en woordelijk verslag
De 5-jaarlijkse herkeuring van 29 maart 2004 begon
om ongeveer 13:30 en duurde ongeveer anderhalf uur.
Ik was pas na vieren thuis en heb met een dubbel cassettedeck
een kopie gemaakt, die nog net op sluitingstijd (vijf uur)
bij het postkantoor aangetekend is verzonden
aan verzekeringsarts mw. P2.. Van de opname heb ik vervolgens
een woordelijk verslag laten maken,
dat ik zelf nog gecontroleerd en bijgewerkt heb.
Ik neem aan dat ik daarmee voldoende zorgvuldig ben geweest,
en dat zowel het woordelijk verslag alsook de opname
in een eventuele rechtszaak geldig zijn.
Indien er niemand van het UWV naar een eventuele zitting
bij de rechtbank gaat, neem ik aan dat ik toch van
het UWV toestemming heb om daar iets van de opname
van deze keuring en van de (twee vorige en nieuwe)
hoorzittingen te laten horen. Indien dat niet zo is
dan zou ik dat graag vernemen en zal dan in het vervolg bijvoorbeeld
een videocamera meenemen i.p.v. een cassetterecorder.
Financiële overwegingen
Graag kom ik voor een kostenvergoeding in aanmerking.
Dit bezwaarschrift schrijf ik zelf, vanwege
de financiële kosten van een advocaat,
en het feit dat de bezwaarprocedure tot op heden
voor mij slechts een onaangename hobbel is op weg
naar de Centrale Raad van Beroep. Daarnaast is de vergoeding
die de rechtbank uiteindelijk toewijst slechts zo'n 10...20%
van de kosten die ik gemaakt heb. En een gesubsidieerde advocaat
die voor een vaste vergoeding zo'n omvangrijk dossier over wil nemen
lijkt er niet te zijn.
Indien er mogelijkheden zijn waarbij het UWV de werkelijk
door mij gemaakte kosten vergoed, dan zou ik dat graag willen weten.
Geen correctie aangevraagd door tijdgebrek
Na het ontvangen van het volledige rapport van dokter P2.
had ik om correctie van de onjuistheden kunnen vragen.
Ik was op dat moment echter nog druk bezig met
het bijwerken van het woordelijk verslag en
met andere procedures.
Op basis van mijn ervaringen met het UWV in het verleden
is een correctie van de onjuistheden van het hele dossier
vrijwel onmogelijk, omdat het tempo waarin onjuistheden
worden toegevoegd groter is dan het tempo waarin
ik correcties kan laten maken.
Door tijdgebrek kom ik daar dus niet aan toe,
maar ik ben nog steeds van plan om het hele dossier te laten corrigeren.
Bezwaren
Mijn bezwaar doe ik aan de hand van het volledige rapport
van 5 bladzijden, gedateerd
29 april 2004.
De samenvatting van dat rapport laat ik buiten beschouwing.
Naar mijn mening is het rapport eenzijdig opgesteld.
Mijn grootste bezwaar is echter dat dokter P2. klakkeloos
het belastbaarheidspatroon overneemt en dingen van vorige rapporten
overschrijft terwijl allang bekend is dat die op
zeer onjuiste wijze tot stand zijn gekomen.
Dokter P2. maakte op mij een heel redelijke indruk,
maar vanwege het bovenstaande heb ik veel kritiek op haar rapportage.
-
Bij de "Anamnese"
(bladzijde 1 en 2) staan allerlei gegevens
die eenzijdig zijn opschreven, en daardoor een onjuist beeld schetsen.
Ik noem er enkele:
-
"Andere medische
behandelingen hebben niet plaatsgevonden in de afgelopen
periode".
Ik heb in de afgelopen 5 jaar ook
fysiotherapie gehad, en dat heb ik ook verteld (zie woordelijk
verslag, blz. 3, tijdstip 07:27).
-
"Hij word er suf van."
Dat heb ik niet gezegd. De problemen met pijnstillers zijn heel wat
groter. Ik heb gezegd dat ik van de pijnstillers o.a. last van m'n
maag krijg, en het een nadelige invloed op m'n ademhaling kan
hebben (zie woordelijk verslag, blz. 4, tijdstip 11:13).
-
"Belanghebbende vertelt
dat hij veel tv kijkt."
Ik heb ook verteld dat ik
televisie kijk voor afleiding (zie woordelijk verslag, blz. 7,
tijdstip 19:52), en dat een film vaak te lang duurt om helemaal
af te kijken (zie woordelijk verslag, blz. 23, tijdstip 81:35).
-
"Hij kan zonder problemen traplopen."
Dat heb ik niet gezegd. Traplopen gaat
ten koste van wat ik op een dag kan doen. En ik heb gezegd dat het
lastig is met migraine, en ik het rustig aan moet doen (zie
woordlijk verslag, blz. 7, tijdstip 21:35).
-
"...nu wel een normaal dag- en nachtritme heeft.
Hij doet zijn bezigheden overdag en 's nachts slaapt hij."
Ik heb gezegd dat ik de
afgelopen tijd een redelijk ritme had (zie woordelijk
verslag, blz. 14, tijdstip 48:22). Wat ik in mijn situatie
redelijk vind is echter heel wat anders dan een normaal dag- en
nachtritme.
-
"...doet kleine boodschappen. Hij geeft aan ongeveer 200 meter
zonder problemen te kunnen lopen."
Ik heb niet gezegd dat dat zonder
problemen is. Ik heb gezegd dat ik dat niet iedere dag kan (zie
woordelijk verslag, blz. 12, 41:50), dat ik geen dagelijkse
boodschappen doe, en dat ik ongeveer één keer per
maand een boodschap doe als ik mij wat beter voel (zie
woordelijk verslag, blz. 7, tijdstip 21:48), en dat de winkels
op zo'n 200 meter afstand zijn. Ook heb ik verteld, dat ik mijn
zelfstandigheid heb opgegeven omdat o.a. boodschappen doen niet
altijd mogelijk was (zie woordelijk verslag, blz. 6, tijdstip
16:14).
-
"Hij gebruikt geen migrainemedicatie."
Ik gebruik mijn pijnstillers ook
voor migraine. Dit is in overleg met een anesthesist. Ik gebruik
echter geen specifieke migrainemedicatie.
-
Bij "Visie van belanghebbende"
(bladzijde 3) staat dat ik mij volledig
arbeidsongeschikt zou achten. Dat wekt de indruk dat ik dat zo
gezegd zou hebben, maar dat is niet zo.
-
Bij "Lichamelijk onderzoek",
"Algemene indruk"
(bladzijde 3) staat dat ik rustig in de stoel
zit, en niet ga verzitten.
Er staat niet bij, dat daar heel wat
voor nodig is (pijnstillers; een eigen stoel; iemand om die stoel te
dragen; een aantal dagen voorbereiding; een aangepaste autostoel als
passagiersstoel; een speciale manier om te liggen en te slapen,
etc.).
Ik heb overigens zelf aangegeven dat het een probleem is,
dat ik in die stoel te vast zit. (zie woordelijk verslag, blz. 4,
tijdstip 12:40).
Het verschil met het verleden, toen ik geen
pijnstillers nam en niet mijn eigen stoel bij me had, is hierdoor
des te wranger. Wanneer in het verleden duidelijk aan mij te zien en
te merken was dat mijn klachten opliepen, dan is daar vaak een
subjectieve psychische uitleg aan gegeven.
Door zomaar onjuiste
gegevens over te nemen van een vorige rapportage baseert dokter P2.
zich ook ten dele op een psychische interpretatie van hoe ik in het
verleden met oplopende klachten toch nog op een stoel probeerde te
blijven zitten.
-
Bij "Cervicale wervelkolom"
op bladzijde 3 staat: "Er kan met name
geen instabiliteit van de cervicale wervelkolom geconstateerd worden".
Omdat het onderzoek zeer
summier is en dit niet onderbouwd is, lijkt mij zo'n uitspraak erg
onzorgvuldig.
Het lichamelijk onderzoek bestond er uit dat zij
mij vroeg om mijn hoofd linksom en rechtsom te draaien toen ik
tijdens het gesprek tegenover haar zat, en terwijl ik zo zat heeft
zij aan mijn nekspieren gevoeld.
-
Bij "Onderzoek psyche"
staat dat ik zou constateren dat er geen psychische afwijkingen
zijn.
Dat is een onjuiste weergave. Ik heb natuurlijk wel gezegd
dat een psycholoog en een psychiater een waarschuwing hebben
gekregen. Verder heb ik gezegd dat beide psychologen tegen mij
gezegd hebben dat er geen psychische grond voor mijn klachten te
vinden is. De constatering dat er geen psychische afwijkingen zouden
zijn is niet door mij gedaan maar door dokter P2. zelf (zie
woordelijk verslag, blz 13, tijdstip 46:09).
-
Bij "Onderzoeksbevindingen"
op bladzijde 4 staat dat er geen afwijkingen bij het onderzoek te
constateren zijn. Een paar regels daarboven staat dat de beleving
van pijn en de beperkingen niet overeenkomen met oorzaak en gevolg
volgens algemeen medisch wetenschappelijke maatstaven. En bij
"Conclusie"
staat nogmaals dat er geen afwijkende bevindingen werden
vastgesteld.
Naar mijn mening is het onderzoek door dokter P2.
te beperkt om dergelijke uitspraken te doen, en komt het niet
overeen met de gegevens in het dossier en het gesprek van de
keuring.
Dat volgens dokter P2. de beleving van pijn en
beperkingen niet overeenkomen met oorzaak en gevolg volgens algemeen
medisch wetenschappelijke maatstaven, wordt niet onderbouwd. Die zin
heeft zij overgenomen uit eerdere rapporten, zonder erbij te
schrijven over welke pijn en welke beperkingen zij het heeft. Zij
spreekt zichzelf hiermee zelfs tegen, omdat zij over het rapport van
reumatoloog S8. zei: "...het kan, maar ..."
(zie woordelijk verslag, blz. 20, tijdstip 70:50).
Op bladzijde 4 schrijft dokter P2., dat de röntgenfoto's van een
eerdere datum zijn, en geen argumentatie vormen voor een toename van
mijn klachten. De röntgenfoto's waren van 1992 tot 1999. Dokter
P2. lijkt dat als excuus te gebruiken om in het geheel geen
rekening met de röntgenfoto's te houden.
Verder schrijft zij
op blz. 3 onder het kopje "Cervicale wervelkolom": "er
is een berperkte beweeglijkheid in alle richtingen", en dat
"Verder onderzoek werd niet verricht...", daarom
spreekt zij zichzelf ook op dat punt tegen.
Dit alles bij elkaar
vormt een zeer onsamenhangend geheel. Ik kan geen andere conclusie
kan trekken dan dat zij zich conformeert aan wat al ten onrechte
door haar collega's bij het UWV was opgeschreven.
-
Bij "Belastbaarheid"
op bladzijde 4 staat: "Het
belastbaarheidspatroon werd omgezet in een Functionele Mogelijkheden
Lijst". Enkele regels daarboven staat: "Wel
worden de beperkingen zoals die toen aangegeven werden
overgezet in een Functionele Mogelijkheden Lijst."
Ik leid daaruit af, dat het belastbaarheidspatroon zoals dat in 1999
door verzekeringsarts K. is gebruikt als basis dient. Het
belastbaarheidspatroon wat dokter K. gebruikte bestond echter
niet, omdat toen nog geen belastbaarheidspatroon was opgesteld. Door
dat denkbeeldige belastbaarheidspatroon over te nemen is dokter P2.
verantwoordelijk voor de problemen die daar mee samenhangen:
-
Er is geen rekening gehouden met toename van mijn klachten in
februari 1997.
-
Er is geen rekening gehouden met het psychologisch onderzoek van
1997. Dokter K. beweert namelijk dat hij het psychologisch
onderzoek van 1997 niet kende toen hij in 1999 zijn rapport
schreef.
-
Verzekeringsarts P2. is van mening dat de juridische stukken voor
haar minder van belang zijn (zie woordelijk verslag, blz. 2,
tijdstip 4:42). En zij zegt dat zij zich in principe met
medische zaken bezig houdt, en niet met pleitstukken en dat soort
zaken (woordelijk verslag, blz. 25, tijdstip 86:27). Daarmee
geeft zij zelf aan, dat zij blijkbaar geen rekening houdt met
uitspraken van de rechtbank en het tuchtcollege. De consequentie
daarvan is dat zij zichzelf boven de rechtbank en het tuchtcollege
stelt en blijkbaar meent het beter te weten. Ik denk zelfs dat er
sprake is van minachting voor zowel de Rechtbank, het Tuchtcollege
en het N.I.P., vanwege het volgende:
-
Dokter P2. negeert de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep,
die de beslissingen van 1997 (verzekeringsarts L.) en
1999 (verzekeringsarts K.) ongeldig heeft verklaard,
aangezien zij o.a. de belastbaarheid zonder enige onderbouwing
zomaar overschrijft.
-
Dokter P2. negeert de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege
voor de Gezondheidszorg.
De belastbaarheid is mede gebaseerd
op het psychiatrisch rapport uit 1994 van psychiater E..
Hij heeft echter een waarschuwing gekregen voor zijn rapport. De
vorige primaire verkeringsarts, dokter K. heeft in zijn
rapport van 26 mei 1999 geschreven: "Conform
een medisch psychiatrisch expertise werd belanghebbende in staat
geacht eigen werk als programmeur gedurende 6 uur per dag te
verrichten", en dat is dus niet meer geldig.
Verder
heeft het Centraal Tuchtcollege bevestigd dat dokter S.
het over lichamelijk klachten had, terwijl de verzekeringsartsen
L. en K. beiden ten onrechte dachten dat dokter S.
een psychische duiding bedoelde.
-
Dokter P2. negeert de uitspraak van de Raad van Beroep van het
Nederlands Instituut van Psychologen.
Dat ik belastbaar zou
zijn voor 6 uur, is in 1993 bepaald door verzekeringsarts P..
Hij baseerde zich voor de volle 100% op een psychische oorzaak
naar aanleiding van een onjuiste brief van klinisch psycholoog
drs. K7. van het R. (E. BV). Voor die brief heeft
drs. K7. vorig jaar een waarschuwing gekregen.
-
Bij "Diagnose"
op bladzijde 3 staat tussen haakjes "functionele
nekklachten", en op bladzijde 1 bij "Medische
voorgeschiedenis" schrijft dokter P2., dat er in 1999
"functionele nekklachten"
zouden zijn vastgesteld.
Die term is voor het eerst opgeschreven
door verzekeringsarts L. in zijn rapport 20 juni 1996.
Hij schreef dat op omdat hij er ten onrechte van uit ging, dat
reumatoloog S8. het over psychisch bepaalde klachten had.
Daarvoor heb ik dokter L. zelfs bij het Medisch Tuchtcollege
aangeklaagd.
Verzekeringsarts K. heeft dat in 1999
overgenomen, en hij beweert in zijn brief van 18 augustus 2003 aan
het Regionaal Medisch Tuchtcollege bij punt 16: "Verweerder
was als verzekeringsarts in opleiding niet gehouden eerdere
rapportages die hij heeft bestudeerd, op juistheid te onderzoeken."
Tijdens de keuring door dokter P2., heb ik haar een brief
overhandigd met o.a. een lijst van stukken die de Afdeling Bezwaar
en Beroep niet naar de rechtbank had verstuurd. In die lijst heb ik
bij de brief van 18 augustus 2003 de opmerking "(punt
16!)" geplaatst.
Nu heeft dokter P2. die term ook
weer overgeschreven. Zij geeft echter geen enkele onderbouwing of
uitleg over die term. Het is daardoor niet alleen onduidelijk, maar
volgens mij ook onzorgvuldig om dat zomaar over te schrijven.
-
Naar mijn mening voldoet het rapport niet aan de richtlijnen en
voorschriften.
-
Betreffende het voorschrift: " Rapportageprotocol
verzekeringsgeneeskunde":
-
Dokter P2. had ook mijn herstelgedrag moeten nagaan. De vele
aanpassingen die heb zijn meestal om te voorkomen dat mijn
klachten erger worden, maar vallen volgens mij wel degelijk onder
herstelgedrag. Er zitten zelfs aanpassingen bij, waarvan ik nog
nooit heb gehoord dat iemand anders dat ook heeft. Ook mijn
verweer tegen het onzorgvuldig handelen van het UWV kan volgens
mijzelf onder de noemer 'herstelgedrag' geschaard worden.
-
In het voorschrift "Rapportageprotocol
verzekeringsgeneeskunde" staat bij punt 2, Beschouwing: "De
verzekeringsarts beargumenteert op basis van feiten...".
Dat lijkt mij duidelijk iets anders dan klakkeloos de achterhaalde
en zeer onjuiste en kwetsende gegevens van vorige rapporten over
te schrijven.
-
In datzelfde voorschrift wordt gesproken over bestudering van het
dossier. Daarbij wordt het woord "dossier"
gebruikt zonder nadere aanvulling. Dat omvat dus ook de
medisch/juridische uitspraken van o.a. tuchtcollege en rechtbank.
Dokter P2. laat dat echter buiten beschouwing en voldoet daarmee
ook op dat punt niet aan het voorschrift.
-
In het voorschrift staat ook: "Latere
rapportages kunnen verwijzen naar de eerste rapportage voorzover
geen wijzigingen zijn opgetreden". Het woord
"wijzigingen" wordt naar mijn mening in algemene zin
gebruikt en omvat dus ook nieuwe aanvullende gegevens en
uitspraken van tuchtcollege van rechtbank. Dokter P2. misbruikt
naar mijn mening deze regel door tegen alle feiten in toch de
onjuiste gegevens vorige rapportages over te schrijven.
-
In het voorschrift staat de zin: "Voordat
de verzekeringsarts een beslissing neemt, is het raadzaam de
cliënt een afschrift van de rapportage te verstrekken als het
aannemelijk is dat de cliënt hierdoor een bijdrage kan
leveren aan de kwaliteit van de beoordeling. Ook is dat raadzaam
als de cliënt zelf aangeeft dat hij een dergelijke inzage
vooraf op prijs stelt. Dit is met name van belang wanneer de
beoordeling complex is of een potentiële bron van
misverstanden vormt. De verzekeringsarts stelt de cliënt door
inzage vooraf in de gelegenheid feitelijke onjuistheden te
corrigeren en neemt eventueel wantrouwen zoveel mogelijk weg".
Als ik tijdens de keuring van deze zin had geweten, dan had ik
daar zeker om gevraagd. Maar aangezien het voor dokter P2.
volstrekt duidelijk was dat er vele absurde misstanden zijn in
mijn uitzonderlijke dossier had zij dit naar mijn mening zelf
dienen voor te stellen.
-
In het voorschrift wordt meerdere malen gesproken over de
motivatie. Bij dreigende geschillen zou de motivatie uitgebreid
dienen te zijn. Het rapport zou gegevens moeten bevatten die de
motivering en conclusie inzichtelijk en plausibel maken, en ook
zodanig volledig en voor de cliënt redelijkerwijs
begrijpelijk moeten zijn dat zij inzicht biedt in de gedachtegang
van de verzekeringsarts. Naar mijn mening is daar in het geheel
niet aan voldaan.
-
In het "Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten",
Staatsblad 2000, 307, staat bij punt 4c: "de
redeneringen en conclusies van het verzekeringsgeneeskundig
onderzoek zijn vrij van innerlijke tegenspraak". Daar
is naar mijn mening in hoge mate niet aan voldaan. Het woord
"onderzoek"
omvat hier naar mijn mening het gehele onderzoek, en omvat dus ook
het gesprek van de keuring.
-
In de standaard "verminderde arbeidsduur" staat bij punt
2.6: "Als de
verzekeringsarts heeft overwogen het aantal uren dat cliënt
kan werken te beperken verwijst hij in de rapportage, in het
bijzonder bij het onderdeel Beschouwing, naar één of
meer van de hierboven vermelde indicatiegebieden. Als de
verzekeringsarts besluit het aantal uren dat cliënt kan werken
te beperken onderbouwt hij de mate waarin hij de cliënt
beperkt acht". Aan beide dingen is volgens mij niet
voldaan.
-
In de "Kritische Functionele Mogelijkheden Lijst" geeft
dokter P2. bij "Sociaal functioneren" aan, dat het omgaan
met conflicten sterk beperkt is, en dat ik meestal geen conflicten
kan hanteren. Daarvoor geeft zij echter geen enkele
onderbouwing.
Een conflict met anderen of iets dergelijks is voor
mij nog nooit een reden geweest om mij ziek te melden of langer
thuis te blijven. Toen ik halve dagen werkte, was het grootste
probleem voor mijn chef en collega's dat ik maar halve dagen werkte,
en zeker niet de wijze waarop ik met anderen omging, of hoe ik op
anderen reageerde.
Tijdens het gesprek van de keuring vroeg ik
aan dokter P2. of zij iemand kent, die met zoveel problemen met het
UWV toch nog zo positief is als ik. Zo'n opmerking lijkt mij niet
van iemand die meestal geen conflicten kan hanteren.
Verder ben
ik meer dan 11 weken met dit bezwaarschrift bezig geweest. Dat is
vanzelfsprekend psychisch belastend, om steeds opnieuw met zoveel
onrecht geconfronteerd te worden, terwijl ik al genoeg problemen met
mijn gezondheid heb.
Toch hoop ik mijn verweer tegen het onrecht van het UWV
nog een tijd vol te houden.
-
De werkzaamheden die de arbeidsdeskundige heeft uitgezocht, staan
wel erg ver van de realiteit af.
-
Ik vind het onverantwoord om zelf auto te rijden, en praktisch is
dat zelfs onmogelijk omdat een speciaal op mij aangepaste autostoel
als passagiersstoel staat gemonteerd. Ik heb dokter P2. ook
verteld, dat wanneer iemand met mij rijdt, dat diegene dan zachtjes
door de bochten moet gaan en langzaam moet optrekken. Verder heb ik
gezegd dat ik in de auto een halskraag gebruik (zie woordelijk
verslag blz. 16, tijdstip 54:55). Ik heb ook duidelijk gemaakt
dat de reis als passagier naar bijvoorbeeld R. of G. zo'n
belasting is, dat ik daar vooraf meerdere dagen rekening mee moet
houden, en achteraf daar meerdere dagen last van heb. Ik heb ook al
in zeven jaar geen voertuig bestuurd. En nu zou ik geschikt zijn om
6 uur per dag "chauffeur
bijzonder vervoer" te zijn.
-
Tijdens een hoorzitting op 11 augustus 2003 (het woordelijk verslag
was bekend bij dokter P2.) heb ik verteld dat een kwartier per dag
de afwas afdrogen er toe leidt dat m'n nekspieren 24 uur per dag
verkramt staan. Ook tijdens de keuring bij dokter P2. heb ik
verteld dat ik zelfstandig wonen niet kon bolwerken vanwege de
afwas doen, stofzuigen, en dat soort dingen (zie woordelijk
verslag, blz. 9, tijdstip 30:35). En nu zou ik opeens wel
geschikt zijn om 6 uur per dag keukenhulp of huishoudelijke hulp te
zijn.
Tot slot
Door de eenzijdige en onjuiste rapportage voel ik mij gedwongen
het woordelijk verslag van de keuring toe te voegen (zie bijlage).
En door de onzorgvuldige werkwijze zijn mijn bezwaren
grotendeels hetzelfde als bij de voorgaande beroepszaken.
Deze nieuwe keuring zorgt daarom enkel dat er opnieuw
een overbodige laag aan het dossier wordt toegevoegd.
Voor de verzekeringsartsen wordt het daardoor steeds moeilijker
om na te gaan welke gegevens nog geldig zijn en welke niet.
Zelfs regiodirecteur dhr. G2. toonde tot op heden
geen enkele bereidheid om bestaande problemen op te lossen.
Het UWV lijkt mij daarom niet in staat te zijn om uit
de problemen te komen die het UWV zelf veroorzaakt heeft.
met vriendelijke groet,
D.
Het bezwaarschrift wat hierboven staat, stuurde ik ook
aan de keuringsarts die de keuring deed. Hieronder staat
de begeleidende brief.
Aan: UWV G.
t.a.v. mevr. P2., verzekeringsarts
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
12 november 2004
bijlage: kopie aanvullend bezwaarschrift, d.d.
11 november 2004, met bijlage.
Geachte dokter P2.,
Hierbij stuur ik u ter informatie een kopie
van mijn bezwaarschrift zoals ik aan
de afdeling bezwaar en beroep verzonden heb.
Met dat bezwaarschrift ben ik meer dan 11 weken bezig geweest
en het ziet er naar uit dat ik nog vele jaren met uw rapport
bezig zal zijn.
De reden dat ik u een kopie van mijn bezwaarschrift stuur,
is om u op de hoogte te brengen van mijn bezwaren tegen uw rapport,
en u te informeren wat uw rapport voor nasleep heeft.
Met vriendelijke groet,
D.
Van keuringsarts P2. kreeg ik geen reactie op bovenstaande brief.
Mijn bezwaarschrift stuurde ik ook aan de regiodirecteur.
Hieronder staat de begeleidende brief die ik erbij deed.
Aan: UWV
t.a.v. de regiodirecteur AG ###,
dhr. mr. G2. MBA
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
12 november 2004
bijlage: kopie aanvullend bezwaarschrift, d.d. 11 november 2004, met bijlage.
Geachte heer G2.,
Op
13 februari 2004
hadden u, dhr. G3., mijn advocaat en ik
een gesprek in G., over de situatie dat door onzorgvuldig handelen
van het UWV waardoor er geen eind aan de procedures lijkt te komen.
Hierbij stuur ik u een kopie van mijn aanvullend bezwaarschrift.
Zoals ik in mijn
klacht van 24 november 2003
al schreef, wil ik de problemen wat meer in de publiciteit brengen,
vandaar dat ik het bezwaarschrift ook aan een regionaal dagblad
verstuur. In het bezwaarschrift schrijf ik op het eind dat u
tot op heden geen enkele bereidheid toonde om bestaande problemen
op te lossen, en dat lijkt mij een juiste constatering.
De ontstane situatie is nu helaas nog absurder geworden,
omdat de verzekeringsarts de uitspraken van rechtbank
en tuchtcollege negeert. Zij vindt dat zij zich niet
met juridische zaken hoeft bezig te houden,
en schrijft daarom de achterhaalde leugens van
de vorige verzekeringsartsen over.
Ik wil u nog eens nadrukkelijk vragen om dit probleem op te lossen.
Met vriendelijke groet,
D.
Daarop ontving ik een reactie, dat er een nieuwe directeur was:
UWV
Datum 18 november 2004
Van Mw. M.
De heer D.
Onderwerp
uw brief d.d. 12-11-2004
Geachte heer D.,
Uw brief d.d. 12 november 2004 hebben wij in goede orde ontvangen.
De heer G2. is vanaf 1 november 2004 werkzaam in de regio R..
Zijn opvolger voor de regio B. / G. is de heer B5..
Het postadres van de heer B5. is, postbus ### B..
Uw brief het ik doorgestuurd naar de heer B5..
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Mevr. M.
Directiesecretaresse UWV AG regio ###
Daarop ontving ik onderstaande brief van regiodirecteur B5..
UWV
De heer D.
Datum 25 november 2004
Van B5.
Onderwerp
uw brief van 12 november 2004
Geachte heer D.,
We hebben uw brief van 12 november 2004 ontvangen
en vastgesteld dat het een aanvulling betreft
op uw eerder ingezonden bezwaarschrift.
We hebben uw brief daarom overhandigd aan
onze afdeling Bezwaar en Beroep.
De inhoud van de brief, zal meegenomen worden in
de beoordeling van uw bezwaarzaak.
Hoogachtend,
Uitvoenngsinstituut Werknemersverzekeringen
B5.
Regiodirecteur AG
B. en G.
Regiodirecteur B5. gaat zich er blijkbaar niet zelf
mee bemoeien.
En mijn bezwaarschrift stuurde ik aan een regionale krant.
Hieronder staat de begeleidende brief die ik daar bij deed.
Aan: ###Courant
t.a.v. Redactie algemeen
11 november 2004
bijlage: kopie aanvullend bezwaarschrift, d.d.
11 november 2004, met bijlage.
Beste mevrouw, heer,
Al heel wat jaren ben ik in conflict met het UWV.
De situatie is inmiddels zo absurd,
dat u er misschien een artikel over kunt maken.
Als voorbeeld stuur ik mijn bezwaarschrift mee,
wat waarschijnlijk tot de achtste beroepsprocedure
bij de rechtbank zal leiden.
Bij publicatie van een artikel zou ik wel anoniem willen blijven.
Als een journalist inzage in mijn medisch dossier zou willen,
of bij een hoorzitting of rechtszaak aanwezig zou willen zijn,
dan kan dat natuurlijk.
Graag verneem ik van u of u er iets mee kunt.
Met vriendelijke groet,
D.
De regionale krant gaf geen reactie op bovenstaande brief.
Vervolgens kwam er een
hoorzitting.
Laatste wijziging van deze bladzijde: december 2004