De onderstaande brief, met (concept) bijlage, heb ik in slechts
een paar dagen in een opwelling elkaar gezet. Dat leverde de dagen daarna
voor mij nog de nodige problemen op. Ik heb die brief daarna
meteen verstuurd. Ik had die brief echter een weekje moeten laten
liggen, dan was ik er wel achter gekomen dat ik het niet kon
versturen.
In menselijk opzicht ben ik met deze brief te ver gegaan. Hopelijk kan ik me
voortaan wat beter inhouden.
In juridisch opzicht riekt onderstaande brief naar chantage.
Onderstaande brief met bijlage is dan ook niet zomaar een blunder, maar
echt fout van mij.
PERSOONLIJK
Aan: G.
t.a.v. mevr. D.,
bezwaar-verzekeringsarts
(aangetekend)
2 februari 2001
Geachte dokter D.,
Zou u uw brief van 15 januari 2001 willen herzien? Ik stel voor
dat u de herziene brief, inclusief uw schriftelijke excuses,
binnen één maand naar mij toestuurt.
Met vriendelijke groet,
D.
CONCEPT
K L A A G S C H R I F T
Aan de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag
Naam : D.
dient een klacht in tegen de arts:
Naam en voorletters : D.
Postadres : G.
Aan de klacht liggen de navolgende feiten ten grondslag:
Op dit moment ben ik verwikkeld in een beroepszaak, tegen G.,
betreffende mijn arbeidsongeschiktheidspercentage.
Door de bezwaar-verzekeringsarts, mevr. D.,
is een beslissing nog eens bekeken. In een
brief van 15 januari 2001
geeft zij haar reactie op een beroepschrift van 21 december
2000. Haar reactie van 15 januari 2001 is de aanleiding voor
deze klacht.
Vanzelfsprekend zal de Centrale Raad van Beroep de juridische
kant van deze zaak bekijken. Omdat de Centrale Raad van Beroep
geen oordeel kan vellen over medische termen, of over een medicus,
dien ik deze klacht in. Deze klacht betreft daarom uitsluitend
de medische aangelegenheden.
Hieronder beschrijf ik mijn bezwaren over de brief van dokter
D., van 15 januari 2001.
Bij
punt 8.
De interpretatie van de formuleringen zouden van betrokkene
komen. Bij het beroepschrift staan bij punt 8 enkel termen die
letterlijk zijn overgenomen, zodat de beschuldiging van verzekeringsarts
mevr. D. onterecht is.
Bij
punt 11.
Het zinsdeel "... omdat de ervaring leerde dat betrokkene beter
functioneerde met een urenbelasting van 6 uur per dag" is door
haar verzonnen. Ik heb in heel mijn leven ongeveer 2 weken 6
uur per dag gewerkt. Daarna had ik ongeveer 1 1/2 week nodig
om enigszins te herstellen. Vervolgens adviseerde de verzekeringsarts
voor de Ziektewet, om daarna weer voor 50% te gaan werken. Dit
alles vond plaats in 1993.
Dit betreft een essentieel punt, omdat het de reden betreft,
waarop mijn arbeidsongeschiktheid is gebaseerd, en dit heeft
ook te maken met het (niet bestaande) belastbaarheidsprofiel.
Bij
punt 14.
Hier staat een verwijt naar mijn advocaat, dat hij de betekenis
van een medische term (mechanisch functionele stoornis) zou
interpreteren. Ik vind dit zeer kwalijk, om twee redenen: 1) In feite beschuldigt dokter D. mijn advocaat
ervan, dat hij zich als jurist buiten zijn vakgebied begeeft.
Dat is echter niet juist, omdat mijn advocaat letterlijk overneemt
wat de specialist heeft opgeschreven. 2) Dokter D. had die beschuldiging helemaal niet
hoeven te uiten, zij had dat gewoon weg kunnen laten. Zij heeft
er echter bewust voor gekozen, om die beschuldiging op te schrijven,
en het is ook nog een valse beschuldiging.
Over de term "mechanisch(e) functionele stoornis" is door dokter
S. een aparte brief geschreven, over enkel die
ene term. Dat betreft de brief van 18 decenber 1997. Door te
stellen dat een medicus over het algemeen bedoelt dan hij geen
objectiveerbare afwijkingen heeft kunnen vinden, probeert mevr.
D. als verzekeringsarts de term van de specialist
alsnog een andere lading te geven. Daarmee probeert zij bestaande
medische gegevens te verdraaien.
Ik verwijt de aangeklaagde, kort samengevat, dat zij een brief
heeft geschreven, d.d. 15 januari 2001, die volgens mij onvoldoende
zorgvuldig en onvoldoende objectief is. Dientengevolge misbruikt
bezwaar-verzekeringsarts mevr. D., naar mijn mening,
haar positie als medicus, en legt naar de rechtbank toe een
valse verklaring af.
Bij de bijlagen vindt u drie brieven van reumatoloog S8.,
d.d. 23 augustus 1993, d.d. 15 november 1993, en d.d. 18 december
1997, alsmede het beroepschrift (aanvullende gronden), d.d.
21 december 2000, en de brief van bezwaar-verzekeringsarts mevr.
D., d.d. 15 januari 2001.
Hierbij vraag ik het College, om mijn klacht gegrond te verklaren,
en bezwaar-verzekeringsarts mevr. D. een waarschuwing
te geven, om iets dergelijks in de toekomst te vermijden.
Indien mogelijk, zou ik deze klacht graag schriftelijk in behandeling
laten nemen.
Datum ..........
Naam ..........
Handtekening ..........
CONCEPT
Namen en adressen van de personen en instellingen die informatie
kunnen verstrekken, en de van belang zijnde consultdata.
G., kantoor G.
en ook:
G., hoofdkantoor A..
Arrondissementsrechtbank te M..
Arrondissementsrechtbank te R..
Centrale Raad van Beroep te U..
De ondergetekende machtigt de door de voorzitter van het college
om inlichtingen gevraagde personen en/of instellingen deze te
verstrekken.
Datum : ...........
Naam : D.
Handtekening : ............
De klacht die ik als bijlage had toegevoegd, heb ik overigens niet
bij het Tuchtcollege ingediend door tijdgebrek.
Voor de bovenstaande brief heb ik tijdens een
hoorzitting
in 2003 mijn excuses aangeboden. En als ik de geluidsopname afluister,
dan zijn mijn excuses nog aan de magere kant ook.
geluidsfragment:
7_b_8a.mp3 (290kb)
Mede door bovenstaande brief ontving ik een
brief van de directeur van de
uitvoeringsinstelling, met de mededeling dat de medewerkers
niet zomaar meer met mij mogen praten, of een brief mogen sturen.
Hieronder volgt de reactie van de keuringsarts:
g.
Contactpersoon Mevr. D.
Datum 5 februari 2001
Geachte heer D.,
Uw brief met bijlage heb ik in goede orde ontvangen.
Het is gebruikelijk dat in een gerechtelijke procedure
de correspondentie via de gerechtelijke instantie plaats
vindt, waarbij uw gemachtigde als woordvoerder optreedt.
Ik verzoek u daarom in het vervolg over inhoudelijke zaken
via de Centrale Raad van Beroep te corresponderen. In dit
verband zal ik uw brief en mijn reactie daarop doorsturen
naar de Centrale Raad.
Wat betreft uw opmerkingen over mijn brief van 15-1-01 wil
ik u schrijven dat deze brief een
commentaar is op het beroepsschrift van uw gemachtigde.
Het is geheel niet mijn bedoeling geweest u en uw gemachtigde
te beschuldigen.
Hoogachtend,
Mevr. D.
Bezwaar-verzekeringsarts
Terwijl ik me al realiseerde dat ik de brief van 2 februari 2001 in
een opwelling had geschreven en niet had moeten versturen, heb
ik voor de zekerheid er toch nog maar een klacht bijgedaan:
Aan: G.
t.a.v. regiodirecteur, dhr. H.
(aangetekend)
27 april 2001
onderwerp: klachtenprocedure
bijlagen:
• brief van dokter D., d.d. 15 januari 2001.
• brief van mij, met concept bijlage, d.d. 2 februari
2001.
• reactie van dokter D., d.d. 5 februari 2001.
Geachte heer H.,
Hierbij dien ik een klacht in tegen bezwaar-verzekeringsarts
mw. D..
Middels mijn brief van 2 februari 2001 heb ik dokter D.
laten weten wat er mankeert aan haar brief van 15 januari 2001.
Zij heeft echter niet haar excuses aangeboden, en zij heeft
die brief niet herzien. Voor zover ik weet heeft zij ook niets
doorgestuurd naar de Centrale Raad van Beroep, wat zij wel schreef
in haar reactie van 5 februari 2001.
Door haar brief van 15 januari 2001 niet te herzien, laat zij
doelbewust haar beschuldigingen, leugens, en verzinsels in stand,
waarmee zij mij belastert en benadeelt.
Ik hoop dat u haar kunt haar bewegen om toch die brief van 15
januari 2001 te herzien. Indien zij bij de inhoud van de brief
blijft, ben ik daadwerkelijk van plan om haar bij het Medisch
Tuchtcollege aan te klagen, zodra de Centrale Raad van Beroep
uitspraak heeft gedaan.
Met vriendelijke groet,
D.
Daarop ontving ik onderstaande brief.
gak nederland bv
Directiesecretariaat
Goes
de heer D.
Ons kenmerk dir/ms
Datum 2 mei 2001
Uw brief van 27 april 2001
Betreft: Uw klacht.
Geachte heer D.,
Naar aanleiding van uw brief van 27 april jl. bericht ik u dat ik geen aanleiding zie inhoudelijk op uw brief te reageren.
Ik ben thans in afwachting van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
Hoogachtend,
H6.
regiodirecteur
Door tijdgebrek lukte het mij niet om de keuringsarts bij het medisch tuchtcollege
aan te klagen. Ik ben dat echter nog steeds van plan.
In november 2003 heb ik geprobeerd om de richtlijnen te achterhalen,
omdat bezwaar-verzekeringsarts mevr. D. af en toe zei, dat zij zich
aan de richtlijnen moet houden.
Ik heb gebeld met het UWV kantoor in mijn regio, en met
het hoofdkantoor, maar dat leverde niets op. Dus toen stuurde
ik de volgende brief:
Aan: UWV g.
t.a.v. de afdeling bezwaar en beroep
21 november 2003
Geachte mevrouw of heer,
Kunt u mij laten weten waar ik de richtlijnen
kan opvragen, waaraan de bezwaar-verzekeringsarts moet voldoen?
Het betreft de richtlijnen (eisen, voorschriften)
die beschrijven op welke wijze de bezwaar-verzekeringsarts
haar werk moet doen.
Op 18 november 2003 heb ik daarover gebeld,
en dit is bij uw afdeling nagevraagd, maar men wist van
dergelijke richtlijnen niet af. Ook bij het hoofdkantoor wist men
van dergelijke richtlijnen niet af. Toch heeft
de bezwaar-verzekeringsarts meer dan eens gerefereerd aan
de richtlijnen waaraan zij zich moet houden.
De bezwaar-verzekeringsarts die mijn zaak doet is: mevr. D..
De jurist die mijn zaak doet is: mr. G..
Met vriendelijke groet,
D.
UWV g.
Bezwaar & Beroep
De heer D.
Contactpersoon dhr. mr M. Datum 17 december 2003 Uw brief van 21 november 2003
Betreft: Uw verzoek om informatie.
Geachte heer D.,
Met uw brief van bovenaangehaalde datum verzocht u om informatie
met betrekking tot de richtlijnen die een beschrijving geven
van de taak en werkwijze van de bezwaarverzekeringsartsen van UWV.
Ik kan u mededelen dat de door u gevraagde informatie
uitgebreid te vinden is op de internetsite van UWV,
welke u kunt vinden op het adres WWW.UWV.nl
Deze site bevat ruime informatie over de wijze waarop onze
(bezwaar)verzekeringsartsen hun werkzaamheden uitvoeren.
Vervolgens heb ik meerdere keren op Internet naar die richtlijnen
gezocht. Maar uiteindelijk heb ik toch maar een brief terug
geschreven:
Aan: UWV, Kantoor G.
Afdeling Bezwaar & Beroep
t.a.v. dhr. mr. M.
G.
Per Fax: ###
17 mei 2004
Geachte heer M.,
Hierbij reageer ik op uw brief van 17 december 2003.
Graag zou ik willen weten welke richtlijnen
de werkwijze van een bezwaarverzekeringsarts beschrijven.
Dokter D. heeft daar aan gerefereerd.
Zij vertelde o.a. dat zij zich daar aan moet houden,
en dat zij verplicht is het standpunt van
de primaire verzekeringsartsen te verdedigen
tenzij zij argumenten daartegen heeft.
Mijn vraag over dergelijke richtlijnen heb ik inmiddels
ook voorgelegd aan de regiomanager en regiodirecteur
tijdens een gesprek op 13 februari 2004, maar ook zij wisten
van dergelijke richtlijnen niet af. Ik had het dokter D. willen vragen
tijdens de zitting van 17 maart 2004 in R.,
maar ondanks mijn oproep is zij niet op die zitting verschenen.
Naar aanleiding van uw brief van 17 december 2003 heb ik me suf gezocht
op de site van het UWV, en bijvoorbeeld ook bij TNO arbeid,
maar ik heb het niet kunnen vinden.
Kunt u mij misschien laten weten, hoe ik verder kom.
Ik dacht er zelf aan, om dokter D. persoonlijk aan te schrijven,
en daarna mogelijk een klacht in te dienen, etc. etc.
Met vriendelijke groet,
D.
Daar kreeg ik geen reactie op, dus daarom schreef ik de
bezwaar-verzekeringsarts zelf aan:
Aan: UWV, Regio Z.
afdeling Bezwaar en Beroep
t.a.v. mevr. D., bezwaarverzekeringsarts
G.
Per fax: ###
25 juni 2004
Geachte dokter D.,
Graag zou ik de richtlijnen opvragen, die beschrijven
waar een bezwaar-verzekeringsarts zich aan moet houden.
Kunt u mij misschien de naam of een datum van die richtlijnen
laten weten, of waar ik die kan opvragen?
Toelichting:
U heeft gerefereerd aan richtlijnen
waar u zich aan moet houden, en u zei dat u
de primaire verzekeringsartsen moet verdedigen
tenzij u argumenten daartegen heeft.
De richtlijnen die dat beschrijven heb ik geprobeerd op te vragen,
maar dat is nog niet gelukt.
P.S.: Ik wil er wat vaart achter zetten,
dus ik ben van plan om over 2 weken een klacht in te dienen.
Met vriendelijke groet,
D.
Vervolgens kreeg ik toch een reactie:
UWV
Dhr. D.
Datum 28 juni 2004 Van mr M.
Onderwerp
richtlijnen
Geachte heer D.,
In een tweetal recente brieven, verzocht u ons om informatie
omtrent de richtlijnen die zijn
opgesteld ten behoeve van de werkzaamheden van een bezwaarverzekeringsarts.
Reeds in een eerder schrijven werd u voor het raadplegen
van dergelijke richtlijnen en
reglementen verwezen naar de internetsite van UWV,
maar u gaf aan daarop niets te kunnen vinden.
Omdat alle relevante informatie op onze site te vinden is,
moeten wij u toch daarnaar verwijzen.
Wij adviseren u daarbij te kijken onder het hoofdstuk feiten en cijfers,
waar een grote hoeveelheid mededelingen en van toepassing zijnde standaarden
te vinden zijn.
In uw brieven verwijst u naar een mededeling van mevrouw van D2.
dat zij het standpunt van de primaire arts dient te verdedigen,
tenzij er argumenten daartegen bestaan.
Zij doelt daarbij op het feit dat de bezwaarverzekeringsarts
in de bezwaarprocedure moet beoordelen of de bevindingen en conclusies
van de verzekeringsarts worden gedragen door de beschikbare gegevens.
Het gaat daarbij zowel om de gegevens die ten grondslag hebben
gelegen aan het primaire oordeel, als uiteraard om de gegevens
die in het kader van de heroverweging zijn verkregen.
Als de bevindingen en conclusies van de verzekeringsarts worden gedragen
door de beschikbare gegevens, is er geen aanleiding om van
die conclusies af te wijken.
Als genoemde conclusies niet worden gedragen door de beschikbare gegevens,
zal daar uiteraard van moeten worden afgeweken en komen de conclusies
van de bezwaarverzekeringsarts daarvoor in de plaats.
Een en ander vloeit naar onze mening direct voort uit
de Algemene Wet Bestuursrecht.
Vertrouwende u zo voldoende te hebben ingelicht,
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
M.
Teammanager Bezwaar en Beroep
En toen wist ik ook niet meer wat ik er mee aan moest.
Op de website van het UWV zijn wel richtlijnen te vinden, maar
ik had de indruk dat er richtlijnen waren die beschrijven
hoe een bezwaarverzekeringsarts zich moet gedragen. Dat lijkt
verwerkt te zijn in de andere richtlijnen, bijvoorbeeld die
over de bezwaarprocedure gaan.