Briefwisseling met keuringsarts K8.
1999
Naar aanleiding van
5-jaarlijkse herkeuring, heb ik het volgende
verzoek voor correctie gedaan.
Aan: G., Kantoor G.
t.a.v. Afdeling A.G.
(aangetekend)
14 juni 1999
betreft: correctie van rapportage, d.d.
26 mei 1999.
Geachte mevrouw, heer,
Hierbij wil ik gebruik maken van het correctierecht.
Er is sprake van feitelijk onjuiste gegevens.
Het betreft de "rapportage algemeen", d.d. 26 mei 1999,
door dokter K8.. Tijdens het onderzoek heb ik dokter
K8. om begrip gevraagd, dat ik nog geen tijd had om de
foute gegevens van vorige rapporten te laten verbeteren.
Toch is het gesprek van het onderzoek nauwelijks terug
te vinden in de rapportage, en staan er veel foutieve
gegevens in, die uit vorige rapporten afkomstig zijn.
Voor de volledigheid meld ik, dat ik bij het medisch
onderzoek iemand had meegebracht, die bij het gehele
gesprek aanwezig was, en ook aantekeningen heeft gemaakt.
Wilt u de volgende correcties aanbrengen, en een kopie van
het gecorrigeerde verslag aan mij toesturen?
(1) Blz 1, bij "Voorgeschiedenis".
De zin: "Zowel rheumatologisch, neurologisch ..." is
niet juist. Door dokter G. is al reeds toegegeven
dat er in 1993 een somatische afwijking is gevonden.
Zie daarvoor haar brief van 2 maart 1998.
De zin dient te worden: "De reumatoloog heeft vastgesteld
dat er sprake is van chronisch recidiverende nek en
rugklachten, waarbij het probleem niet zozeer een reumatische
aandoening is, maar een mechanisch-functionele stoornis of
funktie-stoornis.".
(2) Blz 1, bij "Voorgeschiedenis".
De laatste zin van de alinea: "De door de psychiater...",
is niet juist. Het rapport van de psychiater bevat niet
de term "surmenage beeld", de psychiater heeft geen verhoogde
tonus in de spieren vastgesteld, en de hoofdpijn is geen
uitstralingshoofdpijn.
Deze zin dient te worden: "De psychiater heeft vastgesteld
dat betrokkene in zijn psychosociale en psychoseksuele
functioneren niet verder is gekomen dan het nivo
van een 2 a 3 jarig kind.".
(3) Blz 1, bij "Anamnese".
De eerste zin is niet juist. Ik heb duidelijk verteld
dat mijn klachten in 1998 waren verergerd, dat het nu
wat beter gaat, maar nog niet zoals in september 1997.
Het laatste deel van de eerste zin: "niet is veranderd",
dient te worden gewijzigd in: "niet veel is veranderd".
Dit is overeenkomstig, wat ik heb ingevuld in de
"Persoonlijke vragenlijst medisch/arbeidskundig".
(4) Blz 1, bij "Anamnese".
De zin: "De klachten zijn vooral aanwezig bij het liggen
in een bepaalde houding", dient verwijderd te worden.
Een juiste beschrijving vindt u in mijn 'eigen verhaal',
bladzijde 2, onder het kopje "klachten in het kort".
(5) Blz 2, bij "Visie van belanghebbende".
De gehele zin "Belanghebbende acht zich ... te hebben",
is niet juist, zoiets heb ik nooit gezegd. Deze zin
dient geheel verwijderd te worden, en eventueel kunt
u daar invullen: "Belanghebbende acht zich niet in
staat om halve dagen te werken, omdat hij nog steeds
klachten meent te hebben.".
Ook in de "Persoonlijke vragenlijst medisch/arbeidskundig",
heb ik bij de vraag of ik meen arbeidsongeschikt te
zijn, slechts doorgestreept wat niet van toepassing was.
(6) Blz 3, bij "Beschouwing".
Aan het eind van de derde alinea staat de zin:
"Belanghebbende is wel in staat ... te vervaardigen".
Die zin bevat een fout, en de term "15-pagina tellende"
kan verkeerd uitgelegd worden.
Die zin dient als volgt te worden: "Belanghebbende
is wel in staat 9-pagina tellend 'eigen verhaal' en
6-pagina tellend 'dag- en weekoverzicht', inclusief
een schematisch overzicht, op de personal computer
te vervaardigen.
(7) Blz 3, bij "Reactie van belanghebbende".
De zin die daar staat kan niet juist zijn, omdat er
tijdens het onderzoek niet duidelijk sprake was van een
oordeel van dokter K8.. Ik stel voor om het zinsdeel:
"met mijn oordeel" te vervangen door "er mee".
Met vriendelijke groet, D.
In bovenstaande brief schreef ik bijvoorbeeld: "De zin dient te worden...".
Dat klopt niet, omdat ik een dokter niet kan dwingen wat hij moet
opschrijven, en ik zou het nu (2003) ook anders doen.
Ik had toendertijd gedacht, dat de keuringsarts wel niet zou gaan liegen,
als ik iemand als getuige bij me had, en toen dat toch gebeurde vond ik
dat erg oneerlijk. Ik vond ook, dat als keuringsarts K8. niet bereidt is
een eerlijk rapport te schrijven, dat ik dan het recht heb, om te vertellen
wat wel eerlijk is.
In 2003 heb ik keuringsarts K8. thuis
opgebeld, o.a. om mijn excuses voor
deze brief aan te bieden. Maar hij was niet thuis, dus dat ging niet door,
en het lijkt mij beter, om hem niet nog een keer thuis op te bellen.
Dhr. D.
Contactpersoon K.
Datum 15 juli 1999
Geachte heer D.,
Uw brief dd. 14-6-1998 heb ik in goede orde ontvangen en van de door U
aangekaarte
correctiegegevens kennis genomen. De correctiegegevens zullen in uw dossier
worden opgenomen.
Ik hoop U hiermede voldoende te hebben ingelicht.
Hoogachtend,
K8.
verzekeringsarts
Aan: G., Kantoor G.
t.a.v. dokter K8., verzekeringsarts
(aangetekend)
22 juli 1999
betreft: correctierecht
Geachte dokter K8.,
Uit uw brief van 15 juli 1999 leid ik af, dat u niet
aan de wettelijke bepalingen wenst te voldoen.
Aangezien u volgens het correctierecht twee maanden de
tijd heeft om op mijn brief van 14 juni 1999 te reageren,
heeft u nog ongeveer 3 weken om alsnog aan de wettelijke
bepalingen te voldoen.
In mijn brief van 14 juni 1999 vroeg ik:
"Wilt u de volgende correcties aanbrengen, en een kopie
van het gecorrigeerde verslag aan mij toesturen?".
Indien u de correcties accepteert, dan dient u de
"rapportage algemeen", d.d. 26 mei 1999 te corrigeren.
Graag zou ik dan een kopie van het gecorrigeerde verslag
ontvangen.
Indien u weigert om de "rapportage algemeen",
d.d. 26 mei 1999, te corrigeren, dan zal ik een beroep
op de rechtbank doen, waarbij de kosten en eventueel
een schadevergoeding op het G. verhaald kunnen worden.
Aangezien u een weigering met redenen dient te
omkleden, ga ik ervan uit, dat u de correcties wel
accepteerd.
Met vriendelijke groet,
D.
Contactpersoon K.
Datum 26 juli 1999
Geachte heer D.,
Naar aanleiding van uw schrijven dd. 22-7-1999 zend ik U een copie van het
goeddeels volgens uw wensen gecorrigeerde rapportageverslag. Overigens geldt in
zijn algemeenheid bij onjuiste objectieve gegevens dat deze gewijzigd worden;
bij subjectieve gegevens echter gaat het in het algemeen om een
persoonlijke interpretatie van feiten. In deze gevallen moet in ieder
geval het gegeven commentaar in het dossier worden opgenomen. Het
wil dus zeggen, dat niet perse iedere zinsnede volgens het
correctievoorstel moet worden ingevoegd, maar in ieder geval duidelijk
herkenbaar in het dossier bij het betreffende rapportageverslag te
vinden moet zijn.
Hoogachtend,
K8.
verzekeringsarts
RAPPORTAGE ALGEMEEN
Naam belanghebbende : D.
Naam rapporteur : K8.
Datum rapportage : 26 mei 1999
Betreft
Een medisch onderzoek in verband met de herziening van een aan
een loontrekkende toegekende
uitkering WAO. Zie ook vorige rapportage(s) d.d.
16-12-1992,
3-2-1993,
27-5-1993 en
20-6-1996.
1. Vraagstelling
Is er bij belanghebbende sprake van een vermindering van de
benutbare mogelijkheden ten aanzien
van het kunnen verrichten van arbeid, als rechtstreeks en objectiveerbaar
gevolg van ziekte en/of
gebrek en zo ja, hoe zijn de benutbare mogelijkheden?
Kan belanghebbende zijn huidige mogelijkheden duurzaam benutten?
Sinds wanneer geldt dat belanghebbende zijn mogelijkheden duurzaam
wel of niet kan benutten?
Zijn de benutbare mogelijkheden gewijzigd? Zo ja, wanneer en
in welke zin?
2. Onderzoek
Onderzoeksactiviteiten:
Belanghebbende werd op 20-5-1999 opgeroepen voor het spreekuur.
Er werd naar aanleiding van de vraagstelling dossierstudie verricht.
Naschrift: in verband met inzage- en correctierecht
heeft betrokkene in een
schrijven d.d. 26-05-'99
verzocht om enkele correcties in de rapportage op te nemen.
Aan zijn verzoek is voldaan door de betreffende zinsneden ofwel
op te nemen (gearceerd) ofwel door te verwijzen naar zijn brief,
die als bijlage aan deze rapportage is gekoppeld.
Gegevens, verkregen uit onderzoek
Voorgeschiedenis:
Belanghebbende is een 33-jarige man die als computer programmeur
werkzaam is geweest bij
C.. Op 21-4-1992 is belanghebbende door ziekte uitgevallen.
Sindsdien is hij
uitgebreid gezien en behandeld door diverse hulpverleners in
het medische sector. Een organische
genese is echter niet gevonden. Zowel rheumatologisch, neurologisch
alsook internistisch is er geen
substraat gevonden die de klachten van belanghebbende enigzins
zou kunnen verklaren
(zie punt 1 in het correctieschrijven).
De door de psychiater gevonden verklaring ter onderbouwing van zijn
klachten bevindt zijn oorsprong in een emotionele ontwikkelingsfixatie,
resulterend in emotionele stagnatie, contactproblemen, rigiditeit,
koppigheid en neiging tot somatisatie van externe stress
(gewijzigd n.a.v.
punt 2 correctieschrijven).
Anamnese:
Belanghebbende is van mening dat het klachtenpatroon sinds de
hoorzitting van September 1997 niet
veel (punt 3 correctieschrijven)
is veranderd. Hij heeft veel nekklachten leidend tot regelmatige
hoofdpijnen. De klachten zijn vooral aanwezig bij het liggen
in een bepaalde houding; soms wordt hij 'snachts wakker door die klachten
(zie ook punt 4 correctieschrijven).
Daarnaast ervaart hij concentratie stoornissen.
Belanghebbende is in Juli 1997 verhuisd naar ### en woont
nu in bij zijn moeder opdat zijn moeder voor hem kan zorgen.
Hij is onlangs gezien door de neuroloog, dr.mevrouw R. in B..
Volgens de neuroloog valt er niet veel te doen met de klachten
en er zou sprake zijn van ermee leren leven.
Belanghebbende bracht een uitgebreid 'eigen verhaal' en
'dag- en weekoverzicht' met zich mee.Hieruit blijkt dat er
nog steeds sprake is van genoemde pijnklachten.
Een behoorlijk invaliderend leefpatroon reflecteert zich hierin.
Tractus-anamnese:
De verdere tractusanamnese leverde geen belangrijke bijzonderheden
op.
Medicatie:
Belanghebbende gebruikt zonodig pijnstillers (Tramal 50 mg).
Intoxicatie(s):
Belanghebbende rookt en drinkt niet.
Persoonlijk en sociaal functioneren:
(zelfverzorging, gezinsniveau, sociale contacten buiten gezin)
Belanghebbende is ADL 100% zelfstandig en woont bij zijn moeder.
Hij heeft verder weinig sociale contacten.
Visie van belanghebbende:
Belanghebbende acht zich niet in staat om halve dagen te werken,
omdat hij nog steeds klachten meent te hebben
(punt 5 correctieschrijven).
Lichamelijk onderzoek:
Algemene indruk: betrokkene maakt een gezonde indruk, ziet er
conform de kalenderleeftijd uit, Persoonlijke verzorging is goed.
Hals: trachea mediaan, beiderzijds normaal pulserende carotiden,
geen souffle(s). Schildklier normaal
van vorm en consistentie, geen palpabele afwijkingen.
Cervicale wervelkolom: De flexie- en extensie bewegingen van
de nek zijn wat beperkt, zo ook de
lateroflexie. Deze fysiologische excursies zou bij belanghebbende
later veel pijn verzoorzaken. De
test van Schober is ongeveer 80 graden goed haalbaar. Nek:Rigide
nekspieren.
Onderzoek psyche:
Bij oriënterend onderzoek ten aanzien van bewustzijn, concentratie,
stemming, oriëntatie, waarnemen
en denken geen afwijkingen. Voorts ook geen andere aanwijzingen
voor psychopathologie en/of ernstige persoonlijkheidsproblematiek.
Informatie van derden:
Er werd geen nadere informatie ingewonnen bij de curatieve sector,
omdat medische informatie in ruime mate in het dossier aanwezig is.
3. Diagnose
Functionele nekklachten.
4. Beschouwing
Algemeen:Een medisch onderzoek in verband met de herziening
van een aan een loontrekkende toegekende uitkering WAO. Zie ook
vorige rapportage(s) d.d.
16-12-1992,
3-2-1993,
27-5-1993 en
20-6-1996.
Belanghebbende was als computer programmeur, werkzaam bij C.,
en is in 1992 uitgevallen in verband met enorme hoofdpijn, slecht
slapen, rugklachten. In 1993 werd belanghebbende arbeidsongeschikt
verklaard voor eigenwerk en werd ingedeeld in klasse 45 - 55%.
Belanghebbende werkte toen nog steeds voor 4 uur per dag. De
belastbaarheid werd verbeterd geacht en belanghebbende werd
vervolgens ingedeeld in WAO klasse 15-25%. Belanghebbende
was het hier niet mee eens en ging in beroep. Inmiddels werd
hij door diverse hulpverleners gezien en deels behandeld.
Conform een medisch psychiatrisch expertise werd belanghebbende
in staat geacht eigen werk als programmeur gedurende 6 uur
per dag te verrichten.
Op basis van het dossier onderzoek en eigen spreekuur contact
en lichamelijk onderzoek kan thans gesteld worden dat er sprake
is van het onvermogen door ziekte/gebrek voor hele dagen werken
(8 uur per dag). Ten opzichte van de eerder vastgestelde
belasbaarheidspatroon waarbij er sprake is van 6 uur per dag
werken, kan thans niet afgeweken worden. Er zijn geen wijzigingen
opgetreden in de reeds gestelde belastbaarheidspatroon, zo
leert huidig onderzoek.
Belanghebbende is wel in staat 9-pagina tellend 'eigen verhaal'
en 6-pagina tellend 'dag- en weekoverzicht', inclusief een
schematisch overzicht, op de personal computer te vervaardigen
(punt 6 correctieschrijven).
Concluderende kan derhalve gesteld worden dat er thans dat er
sprake is van het onvermindert voorbestaan van de eerder
gestelde belastbaarheidspatroon (1994).
De eerder vastgestelde belastbaarheid (1994)is ongewijzigd.
Belastbaarheidsprognose: Er bestaat momenteel een redelijke
eindtoestand en op korte termijn (binnen 3 maanden) is er
geen aanzienlijke verandering in de belastbaarheid te verwachten.
Reactie van belanghebbende:
Uit de reactie was niet op te maken in hoeverre belanghebbende
het met mijn oordeel eens was
(Zie punt 7 correctieschrijven).
5. Conclusie
Bij het onderzoek werden afwijkende bevindingen vastgesteld.
Deze bevindingen zijn een rechtstreeks
gevolg van een ziekte of gebrek. Hierdoor is belanghebbende
aangewezen op werkzaamheden.
Belanghebbende kan de huidige mogelijkheden duurzaam benutten.
De belastbaarheid is conform het opgestelde belastbaarheidsprofiel
d.d. 1994.
6. Planning
K8.
Verzekeringsarts
De serieuze fouten zitten nog er nog steeds in, dus heb ik
bemiddeling door Registratiekamer
aangevraagd.
Laatste wijziging van deze bladzijde: november 2003