Aan: Inspectie voor de gezondheidszorg,
t.a.v. de Inspecteur-Generaal,
dhr. prof. dr. K.
Den Haag
16 december 2004
Bijlage : Uitspraak 2004.045 van Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Geachte heer K.,
Hierbij ben ik zo vrij, om u op de hoogte brengen van een uitspraak
van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
over de zorgvuldigheid van verzekeringsartsen.
- Uitleg:
-
Ik bevind mij in een continue cirkel van WAO-keuringen en beroepszaken
(binnenkort start mijn 8e beroepszaak), omdat de verzekeringsartsen
over het algemeen de aantoonbaar onjuiste gegevens van hun collega's
overschrijven. Ook het contact met mijn huisarts of met een specialist
wordt overheerst door mijn problemen met het UWV.
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg werkt dat naar mijn mening
sterk in de hand, door de zorgvuldigheidsvoorschriften vrijwel teniet te doen.
In de uitspraak kunt u lezen dat mijn klacht o.a. is, dat de arts zich
op een niet-bestaand belastbaarheidsprofiel heeft gebaseerd.
Het Tuchtcollege onder leiding van mr. T. is van mening dat enkel het noemen
van een onderbouwing voldoende is. De onderbouwing zelf hoeft blijkbaar
niet op feiten te zijn gebaseerd.
Blijkbaar mag een verzekeringsarts iemands medische beperkingen en mogelijkheden
vaststellen op basis van denkbeeldige gegevens.
Ook de andere overwegingen van die uitspraak zijn op z'n minst twijfelachtig.
Indien u wilt, kan ik u het hele dossier toesturen.
Deze uitspraak staat ook op Internet bij www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl
bij de uitspraken van 7 december 2004, onder nummer: 2004.045
Hoogachtend,
D.