Van: D.
Aan:
GMD G.
t.a.v. de directie
26 januari 1994
betreft: klacht tegen dhr. P5., verzekeringsgeneeskundige
Geachte mevrouw, mijnheer,
Hierbij dien ik een klacht in tegen dhr. P5., omdat ik naar mijn
mening onredelijk door hem behandeld wordt. Ik heb dhr. P5. niet
op de hoogte gebracht, dat ik een klacht zou gaan indienen.
De volgende punten zijn aanleiding voor deze brief. Indien u
meer informatie wilt, zal ik die graag verstrekken.
(1) Het R. concludeert dat mijn klachten waarschijnlijk een
somatische oorzaak hebben. Dhr. P5. vindt echter dat mijn klachten
een psychische problematiek als oorzaak hebben.
(2) Dhr. P5. adviseerde om naar het PZZ te gaan. Mijn antwoordt
daarop was, dat ik dit met mijn huisarts zou bespreken. In zijn
rapport vermeldt dhr. P. vervolgens dat mijn huisarts ook al
gesproken had, dat ik mij het beste kon wenden tot een psychiater
bij het PZZ. Dit is absoluut onjuist. Ik heb dit dhr. P5. ook
medegedeeld, maar hij heeft dit niet in zijn rapport gewijzigd.
(3) Naar aanleiding van enkele opmerkingen van mij heeft dhr.
P. wijzigingen in zijn rapport van 16 dec 1992 aangebracht.
Deze wijzigingen zijn echter niet aan de bedrijfsvereniging
doorgegeven, zodat ik voor mijn beroep mij tegen het ongewijzigde
rapport moest verweren.
(4) Verschillende deskundigen (reumatoloog, osteopaat) concluderen
dat de problemen met mijn nekwervels waarschijnlijk de hoofdoorzaak
zijn van mijn klachten, en dat ze daarmee ook te verklaren zijn.
Dhr. P. vindt echter dat mijn klachten juist niet met mijn nek-
en rugproblemen te verklaren zijn.
Samenvatting
Dhr. P5. heeft een mening de vrijwel tegengesteld is aan wat
verschillende deskundigen zeggen. Het blijft onduidelijk waarop
hij dit baseert.
Medio december 1992 ben ik op eigen initiatief halve dagen gaan
werken, en doe mijn uiterste best om zoveel mogelijk te werken,
en zo snel mogelijk beter te worden. Ik vindt het niet prettig
dat dhr. P5. dit door zijn adviezen en handelen probeert tegen
te werken.
Graag verneem ik of u mijn klachten gegrond vindt.
Hoogachtend,
D.
G.
mevr. S
De heer D.
26-01-94
kl 940008
31 januari 1994
Onderwerp: uw klacht
Geachte heer D., Hierbij bevestig ik de ontvangst van
uw brief van 26 januari 1994.
Naar de inhoud van uw klacht wordt door mij onderzoek gedaan.
Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 4 weken,
neem ik nader contact met u op.
Wilt u nadere inlichtingen over de regeling met betrekking
tot klachtenbehandeling dan kunt u contact opnemen met
het directiesecretariaat, mevrouw S..
Hoogachtend,
Gemeenschappelijk Administratiekantoor
mr. P.
districtsdirecteur
Hieronder volgt een uitwerking van de handgeschreven reactie,
d.d. 2 februari 1994, van verzekeringsarts P., n.a.v.
een klacht van mij.
30 maart 2002,
D.
Reactie op klacht van Dhr D. d.d. 31-1-94.
refnr ###
Naam rapporteur P.
Functie vg
Datum rapportage 2-2-94
Bh is een thans 28 jarige ongehuwde man die ik 16/12/92
voor het eerst op mijn spreekuur zag.
Reden was de melding vermoeidheidsklachten + rugbezwaar.
In het medisch circuit geen aanknopingspunten gevonden,
aldus de melding.
Er was een schrijven van 't R. bij de melding gevoegd
waarin wordt gesproken wordt over somatisatiestoornis
bij een passief-agressief ontwijkende persoonlijkheidsstructuur.
Bh heeft 13x het R. bezocht.
Hij wijst elke vorm van een psychische oorzaak af.
Tijdens het spreekuurbezoek vertelde hij een chiropracter
geraadpleegd te hebben. Er zou een nekwervel scheef staan
en ging naar manueel therapeut.
Door de scheef zittende nekwervel zou bh 's nachts niet
goed rusten en dit zou de vermoeidheid moeten verklaren,
zodanig dat hij 's middags moet rusten.
Ik heb toen mijn twijfels geuit of dit wel een verklaring
van zijn klachten kon zijn.
Gezien bh inmiddels alweer voor 50% werkte, leek het me
verstandig 2 maanden zo door te gaan en daarna zijn
werkzaamheden weer uit te breiden.
13-2-1993 zag ik hem opnieuw op het spreekuur.
Houdt het halve dagen werken maar amper vol.
Tijdens het gesprek heb ik met bh uitvoerig gesproken
over moeheid, psychosomatische aandoeningen etc.
Bh is een uiterst rigide man, die mijn verhaal wel aanhoort,
doch het zonder meer afwijst.
Ik verzocht hem opnieuw contact met de huisarts op te
nemen en accepteerde halve dagen arbeid voorlopig.
27-5-1993 vervolgonderzoek. Gaat nu naar osteopaath D.
en zal ook nog rheumatoloog raadplegen.
Vervolgens besprak ik de casus met de d.vg coll k. hoe
verder te handelen.
Er wordt nog onderzoek gedaan op de werkplek om te bezien
of er sprake is van een conflictsituatie.
Bh zal nog enig respijt worden gegeven en na de zomervacantie
met 2 uur uitbreiding, dus 6 uur/dag.
2 sept. 1993 vervolgonderzoek. Het consult bij rheumatoloog
gaf geen nieuwe gezichtspunten.
Bh gaat opnieuw weer terug naar osteopaath.
Ik handhaaf mijn standpunt 6 uur/dag eigen werk.
Hij is het daarmee niet eens en gaat in beroep.
In de gesprekken is bh zeer terughoudend.
Onheuse bejegeningen, verwijten, en wat dies meer zij
hebben nooit plaatsgevonden. Noch door mij, noch van de zijde van bh.
Van bh zelf heb ik ontvangen, het verslag van een
psychologisch onderzoek, delen van het rapport waar bh het
niet mee eens was, is met rood doorgehaald door bh. Dit heb ik
uiteraard intact gelaten. De stukken in't dossier opgeslagen
en betrokken bij mijn oordeelsvorming.
De klacht van Dhr D. komt er op neer dat ik niet wens te
accepteren dat zijn vermoeidheid veroorzaakt wordt door een
organische genese.
Mi hoort dit bij de beroepsrechter thuis.
Bh heeft inmiddels beroep aangetekend.
G.
De heer D.
uw brief van 26-01-94
ons kenmerk kl 940008
datum 15 februari 1994
Onderwerp: uw klacht.
Geachte heer D.,
Naar aanleiding van uw brief van 26 januari 1994 is een onderzoek
ingesteld door de staf verzekeringsgeneeskundige de heer S..
Uw klacht komt er mijns inziens samengevat op neer dat er een
verschil van inzicht bestaat tussen u en de heer P. ten aanzien
van de oorzaak van uw klachten en de daarbij behorende belastbaarheid.
Voor een dergelijk verschil van inzicht bestaat de mogelijkheid
beroep in te stellen bij de Raad van Beroep. Naar ik begrijp
heeft u reeds beroep ingesteld. Ik wacht dan ook op de uitspraak
van de Raad van Beroep.
Mocht er bij u behoefte bestaan op een nadere toelichting, dan
kunt u contact opnemen met de staf verzekeringsgeneeskundige,
telefoon: ###.
Hoogachtend,
G.
mr. P.
districtsdirecteur