STICHTING M.
POLIKLINIEK
16 februari 1995
De Weledelgeleerde Heer
G6., huisarts
Copie:
De Weledelgestrenge Heer
Mr. P12., advocaat
Betreft: De heer D., geb. ###
Geachte Collega,
Bovengenoemde patiënt zag ik op eigen verzoek met het volgende verhaal.
Op 4-jarige leeftijd zou hij hard gevallen zijn.
Op 6-jarige leeftijd zou hij veel buikpijn hebben gehad met wit weg trekken.
Op 12-jarige leeftijd had hij rugklachten gepaard gaande met
duizeligheid. Dit is tot zijn 25e jaar gebleven. Hij heeft
toen redelijk kunnen functioneren met deze rugklachten.
Ook waren er een paar perioden zonder rugklachten.
Op de HTS had hij geen problemen met leren. Sinds 1991
gaan de rugklachten niet meer over.
Fysiotherapie en oefentherapie hadden niet het gewenste
resultaat in die zin dat de klachten
blijvend aanwezig waren.
Na vier maanden is hij gestopt met oefenen. Hij heeft
het werk als computerprogrammeur nog
een half jaar vol gehouden, maar hij was toen zo extreem
vermoeid en duizelig dat hij uiteindelijk
in de ziektewet is beland. Tevens had hij op dat moment
ook rugklachten.
Hij is chiropratisch gehandeld. Ook met ortho-manuele
geneeskunde, osteopathie, alles zonder blijvend effect.
Huidige klachten.
Op dit moment klaagt hij over pijn midden onderin de rug, trekkend
naar de linker bil. Lang zitten
provoceert de klachten. Lang staan eveneens. Lopen gaat zonder
bijzonderheden.
Patiënt wordt niet duidelijk wakker van de pijn. 's-Morgens
is hij niet stijf en pijnlijk. Drukverhogende momenten
verergeren de klachten niet. Anamnestisch zijn er geen aanwijzingen voor
tintelingen, krachtsverlies of mictiestoornissen.
Tevens klaagt hij over pijn interscapulair, vooral rechts
gelokaliseerd, zonder duidelijk uitstraling
naar voren. Hiervan wordt hij niet wakker. Bewegingen zouden
de klachten provoceren, met
name gebruik van de rechter arm.
Daarnaast klaagt hij over nekklachten links, in het midden
gelokaliseerd, gepaard gaande met
hoofdpijn. Anamnestisch zijn er geen aanwijzingen voor
geheugen of concentratiestoornissen.
Hij klaagt ook over duizeligheid wat beschreven wordt
als een onzeker gevoel met een soort
dansende beelden voor zich. Patiënt slaapt moeilijk in
verband met pijnklachten.
NEUROLOGISCH ONDERZOEK.
Craniële zenuwen:
Funduscopie: geen afwijkingen
Oogbewegingen: intact
Pupillen: normale reactie op licht en convergentie
De Kleijne: negatief, Hallpikemanoeuvre: negatief
Unterberger: negatief
Verdere craniële zenuwen: geen afwijkingen
Hyperventilatie-provocatietest: positief
Reflexen:
Reflexen aan armen: symmetrisch positief
Reflexen aan benen: symmetrisch positief
Buikhuidreflexen: symmetrisch positief
Voetzoolreflexen: normaal
Pathologische stamreflexen: afwezig
Motoriek:
Geen aanwijzingen voor latente paresen of atrophie
Coördinatie:
Top-neusproef, Knie-hakproef: normaal
Koorddansersgang: normaal, Dysarthrie: geen
Sensibiliteit:
Achterstrengkwaliteiten: bewegingszin, positiezin,vibratiezin: normaal
Hypaesthesie/Hypalgesie: afwezig
Radiculaire prikkeling:Lasègues: negatief
Anteflexie + hoofdbuigsymptoom: negatief
Lasègues + Hoofdbuigsymptoom: negatief
Bragard: negatief
MANUEEL GENEESKUNDIG ONDERZOEK.
Onderzoek van de cervicale wervelkolom.
Bij actief en passief bewegingsonderzoek van de cervicale
wervelkolom vond ik een normale
rotatie, lateroflexie en anteflexie.
Ook de retroflexie uitgevoerd onder fixatie van Th1 was
volledig normaal zodat hier geen
aanwezigheid van een actueel cervicaal discusljden.
Segmentaal werden vooral functiestoornissen gevonden
van C2/3 rechts, CO/1 rechts en 1e rib links.
Verder viel bij onderzoek van de cervicale wervelkolom op
dat er een diffuse spanning bij alle bewegingen was.
Onderzoek van de thoracale wervelkolom.
Segmentaal werden functiestoornissen gevonden van
Th8/9, Th5/6 en 6e rib rechts.
Onderzoek van de rug.
Er was een normale anteflexie met een normale kyphosering.
De deflexie verliep volledig normaal
met name waren er geen tekenen van een instabiliteit.
De retroflexie verliep normaal.
De lateroflexies waren intact, met name geen aanwijzingen
voor een verspringend draaipunt.
De extensie links lateroflexie was beperkt.
Segmentaal werd vooral een functiestoornis gevonden
van S1 links en L5/S1 rechts.
RÖNTGENONDERZOEK.
X-CWK: geen afwijkingen.
X-LWK: geen afwijkingen.
X-ThWK: geen afwijkingen.
CONCLUSIE.
Concluderend hebben we hier te maken met pijnklachten op basis van
segmentale functiestoornissen zonder dat hier duidelijk een
etiologische factor aanwezig is. Met name zouden de
rugklachten op basis van een discuslijden na zoveel jaren
toch een discusversmalling op de
huidige foto's aantoonbaar zijn.
Manueel geneeskundige behandeling lijkt mij op dit moment niet
zinvol omdat de onderhoudende
factor voor de blokkeringen die steeds terugkomen, niet
duidelijk is.
Daarnaast heb ik toch de indruk dat een psychogenen component
hier ten grondslag ligt. Goede
psychotherapeutische interventie lijkt mij dan ook noodzakelijk.
In tweede instantie kan men eventueel een dagbehandeling in een
revalidatiekliniek overwegen.
Medisch gezien zie ik op dit moment geen enkele grond
patiënt ongeschikt te achten voor hele
dagen te werken.
Met vriendelijke groeten,
Dr.
P6., neuroloog
Aan: Academisch Ziekenhuis M.
afdeling Anesthesiologie
t.a.v. dhr. dr. P6., neuroloog
M.
Datum: 9 februari 2006
Bijlage: Uw rapport van 16 februari 1995
Geachte dokter P6.,
Aanleiding voor deze brief
In 1995 heeft u mij onderzocht. Ik was toen verwikkeld in een procedure bij
de Rechtbank over een beslissing van het Gak, waarin gesteld werd dat ik 6 uur per dag
zou kunnen werken.
Ik heb inmiddels bij de Rechtbank voor de tweede maal een verzoek gedaan
om de uitspraak van 1995 te herzien. Daarbij speelt uw rapport ook een rol,
ondanks dat ik uw rapport destijds niet aan de stukken heb toegevoegd.
Bij mijn eerste verzoek om die uitspraak te herzien schreef de Rechtbank dit in de uitspraak:
"
Voorts heeft de rechtbank in de uitspraak van 2 maart 1995 overwogen:
"Desgevraagd heeft eiser ter zitting verklaard dat hij zeer onlangs
op eigen initiatief een neurologisch onderzoek heeft ondergaan,
hetgeen echter geen nieuwe gezichtspunten heeft opgeleverd."
De rechtbank is thans van oordeel dat onder die omstandigheden
de benoeming van een neuroloog destijds niet voor de hand lag".
Uw onderzoek
U schrijft dat de Hyperventilatie-provocatietest positief was.
Nadat ik die test deed, vroeg u of dat dezelfde duizeligheid was,
en zonder een duidelijk antwoord af te wachten concludeerde u
dat mijn duizeligheid door hyperventilatie kwam.
Volgens mij heeft u echter onvoldoende gevraagd naar mijn duizeligheid.
De duizeligheid werd vooral beïnvloed door de houding van
mijn hoofd (o.a. tijdens het liggen), en vooral 's ochtends bij
het opstaan was ik duizelig.
Bij de conclusie schrijft u dat de onderhoudende factor niet duidelijk is.
U had dat echter gewoon aan mij kunnen vragen. Doordat de scheefstand/torsie
onder in mijn rug niet gecorrigeerd wordt (ik heb me laten vertellen dat dat
het SI-gewricht betreft) heeft het losser maken van de problemen hoger in mijn rug
meestal maar een beperkt of tijdelijk effect.
Na 1995
Na 1995 heb ik mijn uiterste best gedaan om mijn werk
voor halve dagen vol te houden. Dat lukte tot februari 1997.
Sindsdien zijn mijn nekklachten zodanig, dat als ik gewone normale dingen zou doen
en mij normaal zou bewegen, dat gaan mijn nekspieren door de pijn zodanig verkrampen
en aan mijn nekwervels trekken, dat ik niet meer de kracht heb om ergens naar toe te kruipen.
Ik moet daarom veel liggen. Door
allerlei aanpassingen kan ik toch nog wat doen
(zoals bijvoorbeeld deze brief schrijven). Een aantal aanpassingen heb ik zelf bedacht,
zoals
een lichte tractie op mijn rug en nek terwijl ik lig.
Er is bij mij overigens geen enkele aanwijzing om aan hersenletsel te denken,
en ook de tussenwervelschijven zijn niet ingezakt.
Maar bij het bewegen van mijn hoofd maken mijn nekwervels soms een krakend geluid,
en als ik met mijn hand aan de achterzijde van mijn nek voel,
dan voel ik op zo'n moment ook een kleine verspringing van sommige wervels
bovenin mijn nek. Naar ik aanneem is dat hetzelfde gebied als
de functiestoornissen van C2/C3 die u in uw rapport beschrijft.
Mijn vraag
Ik wil u vragen of u het mogelijk acht, dat u zich in 1995 heeft vergist
over de ernst en oorzaak van mijn klachten.
Hoogachtend,
D.
Aan: Academisch Ziekenhuis M.
afdeling Anesthesiologie
t.a.v. dhr. dr. P6., neuroloog
Datum: 13 maart 2006
Uw referentie: jpa/tc
Geachte dokter P6.,
Uw brief, gedateerd 2 maart 2006, was voor mij teleurstellend.
Alhoewel ik uw brief niet aan het dossier bij de Rechtbank heb toegevoegd,
is uw rapport uit 1995 bij mijn huisartsen en bij de Rechtbank nadelig voor mij geweest,
en is dat nog steeds.
Ik wil u wijzen op mijn website: www.dossierd.nl
Als u klikt op de link naar mijn WAO- en Medisch-Dossier en dan in het overzicht
bij 1995 op "Neuroloog P." klikt, dan ziet u de briefwisseling.
Op dit moment is het anoniem, maar in een later stadium zal ik ook uw naam vermelden.
Hoogachtend,
D.