4e klacht bij De Nationale Ombudsman

2005


thumbnail thumbnail

Aan: De Nationale Ombudsman
Den Haag

19 augustus 2005
Betreft: nieuwe klacht tegen UWV.
Bijlagen:
* Medisch onderzoekverslag, d.d. 11 augustus 2003, met correctie d.d. 2 oktober 2003.
* Verzoek voor correctie, d.d. 24 september 2003.
* Brief van UWV over correctie, d.d. 2 oktober 2003.
* Brief van UWV over correctie aan Rechtbank, d.d. 2 oktober 2003.
* Brief van UWV aan Rechtbank, d.d. 17 mei 2005.
* Mijn klacht, d.d. 13 juni 2005.
* Brief van mij aan de Rechtbank, met opsomming van ontbrekende stukken, d.d. 21 juni 2005.
* Reactie op klacht, d.d. 12 juli 2005.

Geachte mevrouw of heer,

Hierbij dien ik een klacht in tegen UWV kantoor B..

Naar mijn mening is mijn klacht niet serieus genomen. Mijn klacht van 13 juni 2005 ging er voornamelijk over dat het UWV in een beroepszaak slechts een beperkt deel van mijn dossier aan de Rechtbank stuurde. Die klacht is echter niet erkend, en ook met de wijze waarop met mijn klacht is omgegaan ben ik het niet mee eens. Daarnaast is duidelijkheid daarover ook van belang voor mijn toekomstige beroepszaken.

In de brief van 12 juli 2005 staat een veelheid van argumenten, waarvan ik het merendeel onredelijk vind. In die brief wordt wel erg veel moeite gedaan om achteraf de onjuistheden goed te praten.
In die brief staat bij "Feitelijke gegevens" een overzicht. Dat overzicht is naar mijn mening tendentieus en onvolledig. Zo stuurde het UWV op 1 juli 2005 nog een fax naar de Rechtbank met functiebeschrijvingen.

Hieronder staan mijn klachtpunten zoals vermeld in mijn klacht van 13 juni 2005. In de teruggesprongen tekst staat waarom ik het niet met de afhandeling eens ben.

Klachtpunt 1 : Met de stukken die het UWV bij hun brief van 17 mei 2005 stuurde is het dossier nog steeds erg onvolledig.
Het is aan het UWV om "de op de zaak betrekking hebbende stukken" naar de rechtbank te sturen. Uit de inventarislijst van mijn brief van 21 juni 2005 blijkt hoeveel stukken uiteindelijk nog ontbraken (bij die inventarislijst heb ik een korte toelichting bij elk deel gegeven).
In de brief van 17 mei 2005 geeft het UWV toe dat er een vergissing is gemaakt door het woord "abusievelijk" te gebruiken, maar nu wordt in de brief van 12 juli 2005 alsnog geprobeerd om het goed te praten.

Klachtpunt 2 : Bij de stukken (bij de brief van het UWV van 17 mei 2005) zat geen inventarislijst.
Dat maakt het voor mij erg lastig om na te gaan wat het UWV heeft achtergehouden. De tijd die ik daaraan moet besteden kan ik niet aan mijn pleitnotities besteden, en ik had hulp van iemand anders nodig om het controleren. In de brief van 1 april 2005 schrijft de Rechtbank dikgedrukt dat men de stukken "genummerd en in chronologische volgorde en voorzien van een inventarislijst" wil hebben. Dat was niet het geval bij de stukken die het UWV bij de brief van 17 mei 2005 stuurde, dus dat lijkt mij een slordigheid.
De stukken die ik op 21 juni 2005 naar de Rechtbank stuurde bleek bij het schrijven van mijn pleitnotities nog onvolledig te zijn. Dat de Rechtbank een onvolledig dossier heeft is vooral nadelig als er in de toekomst een herzieningsverzoek nodig zou zijn.

Klachtpunt 3 : Het UWV stuurde een ongewijzigde versie van het onderzoekverslag van 11 augustus 2003.
Deze klacht is door het UWV erkend, maar nu wordt in de brief van 12 juli 2005 gedaan alsof die correctie niet nodig was. Ik vind het onredelijk om te proberen dat achteraf nog goed te praten. In het medisch onderzoekverslag van 11 augustus 2003 stond: "In z. zijn er geen deskundigen", terwijl ik zo'n beledigende uitspraak niet heb gedaan. Ik had dus wel degelijk een goede reden om dat te laten corrigeren.
Overigens is bij die correctie is de onderliggende tekst nog leesbaar, zodat de correctie volgens mij niet juist is uitgevoerd.

Met vriendelijke groet,
dhr. D.

Vervolgens ontving ik de ontvangstbevestiging:

thumbnail
de Nationale ombudsman

Datum 23-08-2005
Ons nummer 200506913
Uw brief 19-08-2005
Uw kenmerk
Bijlagen 1
Behandelend medewerker
Onderwerp ontvangstbevestiging

De heer/mevrouw D.

Geachte heer/mevrouw,

Hiermee bevestig ik de ontvangst van uw brief, die hier onder het bovengenoemde dossiernummer is geregistreerd. Ik verzoek u in alle correspondentie met mij dit dossiernummer te vermelden.

Bij deze brief vindt u een stroomschema, dat in grote lijnen beschrijft hoe het onderzoek naar aanleiding van uw brief eruit kan zien. Eerst zal ik toetsen of ik uw klacht in behandeling kan nemen.

U ontvangt hierover zo snel mogelijk bericht.

Met vriendelijke groet en hoogachting,
DE NATIONALE OMBUDSMAN,
mr. F.


Een paar weken later ontving ik de volgende brief.

thumbnail
de Nationale ombudsman

Datum 30 SEP 2005
Ons nummer 2005.06913001
Uw brief 19 augustus 2005
Behandelend medewerker mw. mr. C.
Onderwerp Uw klacht

Geachte heer D.,

Op 22 augustus 2005 heeft de Nationale ombudsman uw brief ontvangen. Door tijdelijk hoge werkdruk heb ik daarop nog niet inhoudelijk kunnen reageren. Ik bied u hiervoor mijn verontschuldigingen aan. Ik streef ernaar u binnen vier weken een reactie te geven.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met mevrouw mr. C. via telefoonnummer ###.

Hoogachtend,
DE NATIONALE OMBUDSMAN,
namens deze,
mr. S.,B
senior onderzoeker


Vervolgens ontving ik een brief, dan mijn klachten niet in behandeling werden genomen.

thumbnail thumbnail
de Nationale ombudsman

Datum 23 NOV. 2005
Ons nummer 2005.06913 002
Uw brief 19 augustus 2005
Behandelend medewerker mw. mr. O.
Onderwerp uw brief

Geachte heer D.,

Met aandacht heb ik uw brief van 19 augustus 2005 gelezen.

U klaagt over de afwikkeling van uw klacht van 13 juni 2005 door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) B.. Naar uw mening heeft het UWV uw klacht niet serieus genomen. In uw klacht van 13 juni 2005 klaagde u over de handelwijze van het UWV richting de rechtbank inzake een rechtszaak die loopt tussen u en het UWV over uw arbeidsongeschiktheid. U klaagde er met name over dat het UWV :
1. ook na de op 17 mei 2005 aan de rechtbank verstuurde stukken niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken naar de rechtbank had gestuurd;
2. bij de op 17 mei 2005 aan de rechtbank verstuurde stukken geen inventarislijst had meegezonden;
3. een ongewijzigd onderzoeksverslag van 11 augustus 2003 aan de rechtbank had toegezonden.

U vraagt de Nationale ombudsman om een onderzoek. De Nationale ombudsman is echter tot de conclusie gekomen dat er in uw geval onvoldoende aanleiding is om uw brief verder in behandeling te nemen. De redenen hiervoor staan in deze brief puntsgewijs vermeld.

1. Wat betreft het niet toesturen aan de rechtbank van alle relevante stukken

Het UWV heeft op 14 april en 17 mei 2005 stukken opgestuurd naar de rechtbank. Volgens u waren dat niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken. Zoals het UWV in zijn brief van 12 juli 2005 terecht aangeeft, staat het u in de procedure vrij zelf nog andere stukken in te brengen, waarvan u meent dat zij in het heden van de beoordeling van het beroep van belang zijn. Dit heeft u op 25 juni 2005 ook gedaan. Ook bij eventuele vervolgprocedures bestaat er voor u de mogelijkheid om stukken aan de rechter toe te sturen, indien u van mening bent dat het UWV niet alle relevante stukken toestuurt. Gelet hierop zie ik onvoldoende reden tot onderzoek op dit punt.

2. Wat betreft het niet toevoegen van een inventarislijst bij de brief van 17 mei 2005

Uit de stukken begrijp ik dat het UWV bij de stukken die op 14 april 2005 aan de rechtbank zijn toegestuurd wel een inventarislijst had toegevoegd. Bij de later op 17 mei 2005 ter aanvulling aan de rechtbank opgestuurde stukken ontbreekt een inventarislijst. Het is mij niet bekend om hoeveel stukken het gaat. Het UWV stelt dat er in deze in ieder geval geen sprake is van een tekortkoming jegens u. Ik neem aan dat het UWV er daarbij op doelt dat een inventarislijst wordt gevraagd door de rechtbank ten behoeve van de overzichtelijkheid voor de rechtbank. Ik kan het UWV daar in volgen. Of het in de rede had gelegen dat het UWV ook bij de op 17 mei 2005 ingediende stukken een inventarislijst had ingeleverd, hangt mijns inziens met name af van de hoeveelheid stukken die op die datum zijn opgestuurd. Wat daar ook van zij, een dergelijke lijst wordt bijgevoegd ten behoeve van de rechtbank. Dat u een dergelijke lijst ook zeer op prijs stelt in het kader van uw beroepszaak, doet daar niet aan af. Ik zie dan ook op dit punt geen reden tot onderzoek door de Nationale ombudsman.

3. Wat betreft het toezenden van een ongewijzigd onderzoeksverslag

Het UWV heeft uw klacht op dit punt gegrond geacht en het UWV heeft u verontschuldigingen aangeboden voor het kennelijk niet volledig doorvoeren van die wijziging in uw dossiers. Dat het UWV daarnaast nog opmerkt dat het zijns inziens niet om een substantiële wijziging ging, doet er niet aan af dat uw klacht gegrond is geacht. Hieraan valt voor de Nationale ombudsman niets meer toe te voegen.
Inzake uw opmerking in het verzoekschrift aan de Nationale ombudsman, dat de desbetreffende wijziging in het onderzoeksverslag niet juist is uitgevoerd, merk ik op dat dit een correctieverzoek van 24 september 2003 betreft. Op 2 oktober 2003 heeft het UWV aan dit verzoek gehoor gegeven en blijkens de brief van 2 oktober 2003 van het UWV aan de Rechtbank heeft het UWV u vervolgens een kopie van dat gewijzigde verslag gestuurd. Indien u het niet eens was met de wijze van corrigeren, had u daar destijds op kunnen reageren.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met mevrouw mr. O. via telefoonnummer ###.

Hoogachtend,
DE NATIONALE OMBUDSMAN,
mr. D.,
substituut-ombudsman


Dat vond ik een tegenvaller. Het UWV zou in een beroepsprocedure het dossier naar de Rechtbank moeten sturen, maar mag dus naar de Rechtbank een willekeurige handvol stukken sturen zonder inhoudsopgave. In de praktijk komt het er dus op neer, dat ik zelf ervoor moet zorgen dat de Rechtbank het dossier krijgt.
Verder mag het UWV blijkbaar ook gemaakte fouten achteraf goed praten, dat levert voor het UWV wel een heel grote vrijheid op om feiten te verdraaien.

Laatste wijziging van deze bladzijde: december 2009