Correspondentie
2003
In december 2002 verloor ik een
verzoek voor herziening.
Voor een tweede verzoek voor herziening, probeerde ik nog wat
extra gegevens van orthopaedisch chirurg S. te krijgen:
Aan: Stichting Ziekenhuis W.
t.a.v. de directie
15 januari 2003
betreft: verzoek voor inzage (kopie)
bijlage: kopie ponskaartje + kopie identiteitskaart
Geachte mevrouw, heer,
Hierbij dien ik een verzoek in, om een kopie te mogen ontvangen
van mijn dossier van orthopaedisch chirurg S..
Hij onderzocht mij op 10 mei 1994 om 14.30, in opdracht van
de rechtbank, i.v.m. met een beroepszaak over de WAO.
Het gaat mij alleen om een kopie van de papieren.
Van de röntgenfoto's, die in opdracht van dokter S.
zijn gemaakt, heb ik reeds een kopie.
Mijn adres was indertijd: ### te ###.
Indien mogelijk, zou ik graag een kopie van het dossier
per post ontvangen. Als dat niet mogelijk is, dan zal ik
daarvoor iemand machtigen, maar misschien kan ik daarvoor
u machtigen.
De kosten zal ik voldoen.
met vriendelijke groet,
D.
Daarop ontving ik de volgende brief van het ziekenhuis:
Ziekenhuis W.
Raad van Bestuur
De heer D.
Onze ref. : 379
Onderwerp : verzoek om inzage
V., 22 januari 2003
Geachte heer D.,
In antwoord op uw brief van 15 januari 2003 bericht ik u
dat het ziekenhuis geen dossier van u heeft omdat u
geen patiënt bent. Wel onderzocht dr. S. u, maar dat was,
zoals u schrijft, in opdracht van de rechtbank. De gegevens
daarvan kunt u opvragen bij de rechtbank.
Met vriendelijke groet,
B.
Ik had wat twijfels over bovenstaande brief, dus nog een brief
gestuurd:
Aan: Stichting Ziekenhuis W.
Raad van Bestuur
t.a.v. B., arts
V.
24 februari 2003
Uw ref. : 379
Onderwerp : verzoek om inzage
bijlagen :
kopie rapport van orthopaedisch chirug S., d.d. 27 juni 1994
kopie identiteitskaart en ponsplaatje.
Weledelgeleerde heer B.,
In uw brief van 22 januari j.l. schreef u, dat het ziekenhuis geen
dossier van mij heeft, omdat ik geen patiënt ben. Ik was echter wel
patiënt, maar niet bij dokter S..
Verder staat bovenaan het rapport van dokter S.: "kopie ziekenhuis w.",
dus ik verwacht, dat die kopie in een dossier zit.
Mijn adres was indertijd: ###
Referentienummer op ponsplaatje: ###
Indien er gegevens zijn, die door dokter S. zijn vastgelegd,
dan zou ik daar graag een kopie van ontvangen. Zijn rapport
heb ik dus al, maar mogelijk zitten er nog aantekeningen bij,
of staat er een samenvatting op de map.
Zou u het nogmaals willen nagaan?
Bij voorbaat mijn hartelijke dank.
hoogachtend,
D.
Daarop ontving ik de volgende brief:
Ziekenhuis W.
Raad van Bestuur
De heer D.
Onze ref. : 513
Onderwerp : medisch dossier
V., 4 maart 2003
Geachte heer D.,
In uw brief van 24 februari 2003 schrijft u dat u wel patiënt
was maar niet bij dokter S..
Inderdaad blijkt er een dossier van u te zijn onder nummer ###.
Dit is het dossier van de afdeling reumatologie waarvan ik meen
dat u de inhoud kent. Mocht u daar nog nadere gegevens uit willen
dan kan dat uiteraard. De gegevens waarover dr. S. beschikt zijn
niet in het kader van een behandelingsovereenkomst vastgelegd en
vallen derhalve niet onder het inzagerecht. Mijn indruk is echter
dat de brief die u als kopie meezond al die gegevens omvat.
Met vriendelijke groet,
B.
Vervolgens schreef ik dokter S. zelf aan:
Aan: Stichting Ziekenhuis W.
afdeling orthopedie
t.a.v. dhr. S., orthopaedisch chirurg
11 april 2003
bijlagen:
* Opdracht van arrondissementsrechtbank M..
* Uw rapport, d.d. 27 juni 1994.
* Rapport van reumatoloog S8., d.d.
23 augustus 1993.
* Brief van reumatoloog S8., d.d.
15 november 1993.
* Verslag van osteopaat D., d.d. 9 augustus 1993.
* Uitspraak van klachtencommissie E., d.d. 6 juni 2001.
Weledelgeleerde heer S.,
In 1994 heeft u mij onderzocht in opdracht van de rechtbank,
i.v.m. een beroepsprocedure waarin ik met het G. was verwikkeld.
De aanleiding voor deze brief is dat de rechtbank
een eerste verzoek voor herziening heeft afgewezen.
Dat is mede gebeurd op basis van uw rapportage.
Daarom zou ik graag van u willen weten, of uw rapport
naast het rapport van reumatoloog S8. kan bestaan,
of dat ze elkaar uitsluiten.
Ik zou het op prijs stellen, als u daarover wat
meer duidelijk geeft. Hieronder volgen mijn overwegingen.
Reumatoloog S. heeft mij uitgebreid onderzocht,
en heeft gekeken hoe de afzonderlijke wervels
ten opzichte van elkaar bewegen, en heeft dat
gecombineerd met de röntgenfoto's, mijn klachten,
en de voorgeschiedenis.
De problemen, zoals door hem, en ook door osteopaat D.
beschreven worden, vallen die binnen het terrein van de orthopedie?
Reumatoloog S. was bekend met mijn soort nekproblemen,
in hoeverre bent u daar mee bekend?
U geeft aan, dat mijn klachten niet van orthopaedische aard zijn,
maar u schrijft ook over mijn klachten: "waarvoor waarschijnlijk
geen lichamelijke afwijkingen aansprakelijk zijn". Sluit u daarmee
een lichamelijke oorzaak op andere terreinen uit?
U stelde mij een aantal vragen, die met whiplash-klachten
te maken hebben. Ik heb op meer dan de helft van die vragen
bevestigend beantwoord.
Kun u mij vertellen wat u mening daarover is? Denkt u
bijvoorbeeld dat whiplash altijd psychisch is? En als
ik geen whiplash heb, maar wel vergelijkbare klachten
zoals duizeligheid, migraine-achtige hoofdpijn, etc.,
zijn die volgens u dan per definitie psychisch?
U schrijft: "Een kernvraag blijft kennelijk de relatie
psychisch functioneren en somatische afwijkingen...".
Inmiddels is er wat meer duidelijkheid over het onderzoek
van het R.. Een brief van drs. K7. van het R. bleek onjuist
te zijn. In die brief wordt gesproken over een somatisatiestoornis,
maar daar is het woord "mogelijk" weggevallen
(zie de uitspraak van de klachtencommissie).
Drs. K7. heeft later gezegd dat hij een
mogelijke
somatisatiestoornis noemde, omdat hij vernomen had,
dat er volgens de huisarts geen somatisch substraat
gevonden was, met de huidige stand van de medische kennis.
In werkelijkheid had mijn huisarts alleen een bloedonderzoek
laten doen.
Wat er feitelijk gebeurde, is dat ik bij een psychologische test,
allerlei vragen over lichamelijk klachten positief heb ingevuld.
Uit die test bleek geen psychologisch of psychiatrisch profiel.
Ik heb een psychische oorzaak ook niet afgewezen, zoals wel is
opgeschreven. Pas toen bleek dat bij het onderzoek van het R.
(en ook door psychologe drs. F3.) geen psychische oorzaak
te vinden was, ben ik verder gaan zoeken. Ik heb ook
volledig meegewerkt aan het bijna 8 maanden durende
onderzoek bij het R.. Drs. K7. heeft mij in 1992 mondeling
verteld, er geen psychische oorzaak te vinden was.
Een eindconclusie is echter nooit aan mijn huisarts verzonden.
Verandert het bovenstaande uw mening?
In uw rapport staan de woorden: "overspannen", en "overspannenheid",
dat is echter niet juist. Ik heb wel het woord: "oververmoeidheid"
gebruikt.
In uw rapport staat ook iets over een rode waas voor de ogen.
Dat kan verkeerd opgevat worden, ik heb iets gezegd over
letterlijk rode ogen.
Als u de stukken zou willen hebben, die u indertijd van
de rechtbank ontving, dan kan ik u daarvan een kopie toesturen.
Ik kan u ook een machtiging geven om die stukken bij de rechtbank
op te vragen.
Indien u zelf nog gegevens in uw dossier heeft, die niet bij
mij bekend zijn, dan zou ik daar graag een kopie van ontvangen.
De tijd en kosten die u hieraan besteedt, zal ik graag voldoen.
En als u er de voorkeur aan geeft, om de correspondentie met
mijn advocaat te voeren, dan is dat ook geen probleem.
Mijn adres was indertijd: ###.
Mijn nummer bij het ziekenhuis is: ###.
hoogachtend,
D.
Ik wachtte twee maanden, en stuurde het vervolgens aangetekend,
met de volgende begeleidende brief:
Aan: Stichting Ziekenhuis W.
afdeling orthopedie
t.a.v. dhr. S., orthopaedisch chirurg
16 juni 2003
bijlage: mijn brief aan u, d.d. 11 april 2003, met de daarbij behorende bijlagen.
Weledelgeleerde heer S.,
Op mijn brief van 11 april 2003, kreeg ik geen reactie.
Zou u mijn brief, die ik als bijlage meestuur, willen beantwoorden?
hoogachtend,
D.
Daarop ontving ik de volgende brief:
Ziekenhuis W.
Maatschap chirurgie/orthopaedie
chirurgen orthopaedisch chirurgen
De heer D.
19 juni 2003
Onderwerp: uw brief d.d. 11 april 2003
Geachte heer D.,
Naar aanleiding van uw brief d.d. 11 april 2003,
kan ik u melden dat het rapport dat ik destijds opmaakte
in opdracht van de Rechtbank is uitgevoerd.
Over dit rapport staat het mij niet vrij met u te corresponderen.
De hoop u hiermee voldoende te hebben ingelicht en teken,
Met vriendelijke groet,
S., orthopaedisch chirurg
P.S.: Excuses voor dit late bericht, eerder was
deze brief per abuis naar een oud adres verzonden.
Bij navraag op mijn vorige adres bleek daar inderdaad
een brief naar toe te zijn gestuurd. Die brief zelf
was er niet meer.
De volgende stap is bij de rechtbank navragen of de orthopeed
nu wel of niet met mij mag corresponderen.
Aan: Rechtbank M.
Sector Bestuursrecht,
t.a.v. de griffier
22 augustus 2003
bijlagen:
• mijn brief aan orthopedisch chirurg dhr. S., d.d. 11 april 2003
• reactie van dhr. S., d.d. 19 juni 2003
Edelachtbare griffier,
Hierbij heb ik enkele vragen over een reeds afgesloten procedure.
Mijn vragen zijn naar aanleiding van de procedure:
procedurenummer 02 / 127 AAWAO
Welke een verzoek voor herziening was van de procedures:
reg.nr.: AAW/WAO 93 / 732
reg.nr.: AAW/WAO 94 / 432
Orthopedisch chirurg dhr. S. was in 1994 aangesteld als deskundige
in een WAO-beroepsprocedure. Nu ik hem een brief stuurde, laat hij weten
niet met mij te mogen corresponderen (zie bijlagen).
1) Mag orthopedisch chirurg S. inderdaad niet met mij corresponderen?
2) Zou u mij een kopie willen sturen van de richtlijnen/eisen daaromtrent?
U kunt ook verwijzen naar jurisprudentie, of waar ik deze gegevens kan opvragen.
3) Kan ik nu nog een klacht indienen bij de rechtbank over dokter S.?
4) Hoe verhoudt zich dit tot het correctierecht?
Indien ik het rapport van dokter S. zou willen laten wijzigen, mag hij daarover
dan wel met mij corresponderen?
Bij voorbaat mijn hartelijke dank, voor het beantwoorden van mijn vragen.
Hoogachtend,
D.
Van de rechtbank ontving ik de volgende brief:
Rechtbank M.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Datum 10 september 2003
Ons kenmerk Procedurenummer 02 / 127 AAWAO
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer D.,
In antwoord op uw schrijven van 22 augustus 2003 deel ik u mede
dat de rechtbank zich niet mengt in een zaak tussen burgers
middels advisering, of het beantwoorden van vragen.
Ik moge u verwijzen naar uw advocaat, waarvan u in uw brief
naar dhr. S. melding maakt of uw vragen voorleggen
aan een andere rechtshulpverlener.
Hoogachtend,
griffier.
De bovenstaande brief begreep ik eerst niet, maar mijn vragen
in mijn eigen brief waren wat ongelukkig opgesteld. Ik belde
de rechtbank op, dat ik alleen maar wilde weten of de rechtbank
van de orthopedisch chirurg S. eist, dat hij niet met mij zou
mogen corresponderen.
De medewerker van de rechtbank zou het aan haar chef vragen,
en daarna vertelde zij mij dat de brief door een rechter was
opgesteld, en dat zij er verder niets aan kunnen doen.
Vervolgens diende ik een
klacht
bij het Regionaal Medisch Tuchtcollege in,
tegen orthopedisch chirurg S.
Laatste wijziging van deze bladzijde: april 2004