Correspondentie
2006
De Centrale Raad van Beroep vraagt aan het UWV om wat meer
informatie. Hieronder staat eerst de begeleidende brief
die naar mijn advocaat werd gestuurd, en daaronder de brief
die de Rechtbank naar het UWV stuurde.
de Rechtspraak
Centrale Raad van Beroep
### advocaten
tav de heer mr. P.
datum 14 februari 2006
ons kenmerk CRvB 04 / 2718 WAO R010 94
onderwerp D. te ### / de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen /
Geachte heer,
Hierbij doe ik u een afschrift toekomen
van één of meer nader aan het dossier toegevoegde stukken.
Hoogachtend,
de griffier,
A.
de Rechtspraak
Centrale Raad van Beroep
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
B.
datum 14 FEB. 2006
ons kenmerk CRvB 04 / 2718 WAO R010 94
uw kenmerk
B&B ###
onderwerp D. te ### / de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Geachte heer/mevrouw,
In de beroepszaak met bovenvermeld nummer richt ik mij tot u met het volgende.
De bezwaarverzekeringsarts D2. heeft in verband met de uitspraak van
de Raad van
19 november 2002, nr. 00/4391 WAO een belastbaarheidsprofiel
van de heer D. opgesteld. In dit profiel zijn beperkingen aangenomen
t.a.v. het arbeidspatroon, te weten een beperking van zes uren per dag
(ik verwijs u in dit verband naar de gedingstukken B 161 en B165).
Met het oog op de behandeling van bovengenoemde beroepszaak verzoek ik u
een bezwaarverzekeringsarts de volgende vragen ter beantwoording voor te leggen.
1) Geldt de medische beperking in werktijd van zes uren per dag alleen ten aanzien
van het eigen werk van appellant als software engineer/programmeur of ook
ten aanzien van andere functies?
2) Indien de medische urenbeperking van zes uren niet alleen het eigen werk betreft,
geldt deze beperking dan ten aanzien van iedere andere functie of slechts ten aanzien
van specifieke functies, zo ja welke?
3) Indien de medische urenbeperking ten aanzien van andere functies geldt,
wat zijn dan de medische redenen om de omvang van de urenbeperking vast te stellen
op zes uren.
Uw antwoord zie ik graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief tegemoet.
Hoogachtend,
de fungerend president van de
Centrale Raad van Beroep,
p/o C
S4.
Het antwoord van het UWV bestaat uit twee brieven, van de jurist en een
bezwaarverzekeringsarts. Hieronder staat eerst de begeleidende brief van
de Rechtbank.
de Rechtspraak
Centrale Raad van Beroep
### Advocaten
tav de heer mr. P.
datum 15 maart 2006
ons kenmerk CRvB 04 / 2718 WAO R010 94
onderwerp D. te ### / de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen /
Geachte heer,
Hierbij doe ik u een afschrift toekomen van één of meer nader aan
het dossier toegevoegde stukken.
Hoogachtend,
de griffier,
###
R.
Hieronder staat een brief van de jurist van het UWV.
UWV
B.
Centrale Raad van Beroep
UTRECHT
Datum 13 MAART 2006
Van Klantencontactcentrum T (0900) ###, F ###
Ons kenmerk
B&B ###
Uw kenmerk CRvB 04/2718 WAO R010 94
Onderwerp
Beroepszaak ten name van de heer D. te ###
Geachte heer, mevrouw,
Met uw brief d.d.
14 februari 2006 verzocht u ons u nader te informeren
over de urenbeperking waarvan is uitgegaan.
Wij hebben uw brief op onze beurt ter beantwoording voorgelegd aan bezwaarverzekeringsarts O2..
Met een rapportage d.d.
2 maart 2006 heeft de heer O2. ons geantwoord.
Wij hebben een afschrift in tweevoud van deze rapportage bijgevoegd.
In aansluiting op de rapportage van bezwaarverzekeringsarts O2. merken wij onder verwijzing
naar het
medisch onderzoeksverslag d.d. 15 januari 2003
van bezwaarverzekeringsarts D2. nog op dat een urenbeperking van 6 uren voor
het eigen werk werd aangenomen om de heer D. tegemoet te komen.
Om dezelfde reden is deze urenbeperking ook gehanteerd ten aanzien
van andere functies. Het niet aannemen van een medische urenbeperking
zal kunnen leiden tot een lagere arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G4.
beambte bezwaar en beroep
Bovenstaande brief zat als begeleidende brief en aanvulling bij onderstaand rapport
van de bezwaarverzekeringsarts. Het onderstaande rapport bevat de antwoorden
op de vragen van de Rechtbank.
UWV
RAPPORTAGE BVA
Naam verzekerde : Dhr. D.
Geboortedatum : ###
Woonplaats : ###
Sofinummer : ###
B&B Kenmerk : ###
Naam rapporteur : O2. Bezwaarverzekeringsarts
Datum : 2-3-2006
Medisch resumé n.a.v. vraagstelling van de CRvB
Vraagstelling d.d. 14-2-2006
Onder verwijzing naar de
uitspraak nr. 00/4391 van de CRvB d.d. 19-11-2002
en het
belastbaarheidsoordeel van de bezwaarverzekeringsarts van D2. d.d. 11-8-2003
legt de
CRvB thans de volgende vraagstelling ter beantwoording voor:
1. Geldt de medische beperking in werktijd van zes uren per dag alleen
ten aanzien van het eigen werk van appellant als software engineer/programmeur
of ook ten aanzien van andere functies?
2. Indien de medische urenbeperking van zes uren niet alleen het eigen werk betreft,
geldt deze beperkingen dan ten aanzien van iedere andere functie
of slechts ten aanzien van specifieke functies, zo ja welke?
3. Indien de medische urenbeperking ten aanzien van andere functies geldt,
wat zijn dan de medische redenen om de omvang van de urenbeperking
vast te stellen op zes uren?
Uitspraak van de CRvB d.d. 19-11-2002
Appellant werd met ingang van 1-6-1999 (ongewijzigd) ingedeeld in
de arbeidsongeschiktheidsklasse 15-25%. Dit besluit berust op de overweging dat appellant
per 1-6-1999 in staat was zijn werk van programmeur bij C. BV gedurende 6 uur per dag
te verrichten. Aldus werd aangenomen dat er geen sprake is van een afname van
de belastbaarheid in die zin dat appellant slechts in staat zou zijn
om minder dan 6 uur per dag zijn werkzaamheden te verrichten.
De
CRvB concludeerde dat bij de medische oordeelsvorming zelfstandig
diende te worden nagegaan of er aanleiding is, en zo ja in welke omvang,
om een medische urenbeperking vast te stellen in het geval andere
-overigens met de medische beperkingen van appellant in overeenstemming zijnde-
functies voor hem worden geselecteerd.
De door appellant in hoger beroep aangevochten beslissing werd door
de
CRvB vernietigd. De
CRvB droeg aan het UWV op om een nieuw besluit
op het bezwaar te nemen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak
werd overwogen.
Rapportage d.d. 11-8-2003 van bezwaarverzekeringsarts D2.
Naar aanleiding van de uitspraak van de
CRvB d.d.
19-11-2002 heeft
bezwaarverzekeringsarts D2. appellant op 11-8-2003 tijdens
een hoorzitting gesproken en aansluitend lichamelijk onderzocht.
De bezwaarverzekeringsarts concludeerde dat er zich sinds datum
in geding (1-6-1999) geen wezenlijke veranderingen in de toestand
van appellant hebben voorgedaan. Hij werd in staat geacht
om normale lichamelijke activiteiten uit te voeren. E.e.a. leidt
tot bestendiging van het belastbaarheidsprofiel dat aan
de aangevochten beslissing ten grondslag ligt.
Overwegingen t.a.v. de noodzaak van urenbeperking
Appellant ondervindt klachten, die slechts zeer ten dele kunnen
worden verklaard door geobjectiveerde onderliggende medische stoornissen.
De bezwaarverzekeringsarts handhaafde de urenbeperking van 6 uur per dag.
De geschiktheid voor 6 werkuren per dag gold de (eigen) functie van programmeur.
Het gaat hier naar mijn oordeel om een minimum aantal werkuren per dag,
niet om een maximum aantal.
De Richtlijn 'Beperking van de Arbeidsduur' biedt op basis van de bij appellant
geobjectiveerde medische stoornissen geen aanleiding om een urenbeperking
in algemene zin te stellen. Deze richtlijn kent drie indicatiegebieden
die tot toekenning van een urenbeperking kunnen leiden: aandoeningen
die naar hun aard tot (ernstige) energetische tekorten leiden,
verminderde beschikbaarheid voor arbeid als gevolg van
noodzakelijke (para)medische behandelingen en tot slot preventieve overwegingen.
Appellant valt binnen géén van de drie genoemde indicatiegebieden.
Weliswaar is het aannemelijk dat de door hem ervaren klachten
een nadelig effect hebben op zijn energetische vermogens,
echter dit effect is van secundaire aard en kan niet leiden
tot het stellen van een urenbeperking binnen de kaders van de richtlijn.
Van een verminderde beschikbaarheid op basis van een tijdrovende,
langdurige (para)medische behandeling kan evenmin worden gesproken
nu niet gebleken is dat appellant dergelijke behandelingen ondergaat.
Tot slot geldt t.a.v. het preventieve aspect dat met de in
de functionele mogelijkhedenlijst gestelde generieke beperkingen
voldoende waarborgen worden geboden dat de uitgevoerde arbeid niet
tot schade van de gezondheid strekt.
Aldus bestaat er geen aanleiding tot het stellen van een urenbeperking.
Beantwoording van de vraagstelling
1. Geldt de medische beperking in werktijd van zes uren per dag alleen ten aanzien
van het eigen werk van appellant als software engineer/programmeur of ook ten aanzien
van andere functies?
Antwoord: de gestelde urenbeperking geldt alleen t.a.v. het verrichten van
de eigen of soortgelijke werkzaamheden.
2. Indien de medische urenbeperking van zes uren niet alleen het eigen werk betreft,
geldt deze beperkingen dan ten aanzien van iedere andere functie of slechts ten aanzien
van specifieke functies, zo ja welke?
Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. De beperking geldt niet t.a.v. andere, gangbare functies.
3. Indien de medische urenbeperking ten aanzien van andere functies geldt,
wat zijn dan de medische redenen om de omvang van de urenbeperking vast te stellen op zes uren?
Beantwoording van deze vraag is niet aan de orde.
O2., bezwaarverzekeringsarts
Bezwaarverzekeringsarts O2. schrijft dat hele dagen werken niet tot schade aan mijn gezondheid
zal leiden. Hij schrijft dat als arts zonder mij gezien te hebben,
terwijl ik in 1997 tot het uiterste ben doorgegaan met halve dagen werken
waarbij ik m'n gezondheid hebt beschadigd.
Later blijkt dat hij al eerder had besloten dat ik hele dagen zou moeten werken.
In zijn rapport van
10 oktober 2005 wordt voor het eerst
de urenbeperking weggelaten.
Inmiddels had keuringsarts K4. dat al overgeschreven in het rapport van K4. van
3 februari 2006.
Bezwaarverzekeringsarts O2. schrijft niet op over welke medische stoornissen en welke klachten
hij het heeft, hij schrijft ook niet wat er met mijn eigen werk aan de hand was waardoor
ik minder uren zou kunnen werken.
Vervolgens stuurt de Rechtbank een brief wanneer de zitting gehouden wordt. Daarbij zat een bijlage
over de proceskosten.
de Rechtspraak
Centrale Raad van Beroep
AANTEKENEN
### Advocaten
tav de heer mr. P.
datum 13 april 2006
doorkiesnummer ###
ons kenmerk CRvB 04 / 2718 WAO R010 94
uw kenmerk ###
bijlage(n)
faxnummer ###
onderwerp D. / de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Hierbij deel ik u mee dat het geding tussen D. en de Raad van bestuur
van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen zal worden behandeld
ter zitting van de Centrale Raad van Beroep op dinsdag 23 mei 2006 om 10.15 uur,
in het gerechtsgebouw ### te Utrecht, zittingzaal A.
De behandeling zal geschieden door een meervoudige kamer, waarin zitting hebben:
mr.
S4.
mr.
K5.
mr.
S6..
Ik nodig u uit bij deze zitting aanwezig te zijn.
U bent niet verplicht om te verschijnen,
tenzij u naast deze uitnodiging ook nog een oproeping ontvangt.
Ik wijs u erop dat de behandeling ter zitting, voor zover medische aspecten aan de orde komen,
met gesloten deuren plaats zal vinden. De Raad kan echter beslissen dat van behandeling
met gesloten deuren wordt afgezien. U kunt daartoe ter zitting een verzoek doen,
bijvoorbeeld in het geval u wordt vergezeld door een belangstellende.
Indien u nadere stukken
1 wilt indienen, dan bestaat daartoe de gelegenheid
tot uiterlijk tien dagen voor de zitting. Ik wijs u erop dat stukken die nadien worden ontvangen,
in beginsel niet bij de behandeling van het geding worden betrokken.
Ten slotte wijs ik u erop dat u getuigen en deskundigen kunt meebrengen
of bij aangetekende brief of deurwaardersexploot oproepen,
mits daarvan uiterlijk een week voor de dag van de zitting aan de Raad
en aan de andere partij (en) mededeling is gedaan,
met vermelding van namen en woonplaatsen.
De griffier,
###
1 Onder "nadere stukken" wordt verstaan stukken die nog niet eerder in
het geding zijn gebracht. U gelieve geen stukken in te zenden die reeds
in het dossier aanwezig zijn
Toelichting.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorziet in de mogelijkheid tot veroordeling van
een wederpartij in de kosten die u in verband met het (hoger) beroep respectievelijk
het verzoek om voorlopige voorziening redelijkerwijs heeft moeten maken.
In het algemeen komt u niet voor vergoeding van proceskosten in aanmerking
indien u in het ongelijk wordt gesteld. Indien het bestuursorgaan in zijn hoger beroep
in het ongelijk wordt gesteld, kunt u als gedaagde in aanmerking worden gebracht
voor vergoeding van door u gemaakte proceskosten.
Als proceskosten kunnen uitsluitend worden aangemerkt:
a. kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
b. kosten van een getuige of deskundige die door een partij is meegebracht of opgeroepen;
c. kosten van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht;
d. reiskosten (op basis kosten openbaar vervoer 2e klas) en verblijfkosten van een partij;
e. verletkosten van een partij (kosten van tijdverzuim voor bijvoorbeeld het bijwonen
van de zitting; niet de kosten van tijdverzuim voor het lezen van de stukken);
f. verschotten (bijv. uittreksels uit openbare registers, telegrammen, internationale
telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken).
De kosten van verleende rechtsbijstand worden door de Raad ambtshalve vastgesteld.
Voor de vaststelling van de overige kosten (hierboven onder b. tot en met f. genoemd)
is een opgave van u vereist. Indien BTW verschuldigd is dient het bedrag uit de nota te blijken.
U dient het formulier proceskosten en de eventuele bijlagen uiterlijk
voor het einde van de zitting in te dienen.
Met proceskostenformulieren, toevoegingsbewijzen en overige bewijsstukken ingediend
na de zitting wordt geen rekening gehouden.
Formulier proceskosten
Zaaknummer: .....
Opgave van kosten, in verband met het (hoger) beroep / verzoek van:
(naam + voorletters) .....
(adres) .....
(postcode en woonplaats).....
a.
kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand:
eerste aanleg ja/nee hoger beroep ja/nee
naam gemachtigde : ..... .....
werkzaam voor/bij: ..... .....
op toevoeging ja/nee ja/nee
Zo ja, afschrift toevoeging(en) bijvoegen.
b.
kosten van door u meegebrachte getuige(n)deskundige(n):
eerste aanleg ja/nee hoger beroep ja/nee
aantal uren ..... .....
kosten ..... .....
c.
kosten van deskundige die aan u verslag heeft uitgebracht
eerste aanleg ja/nee hoger beroep ja/nee
aantal uren ..... .....
kosten ..... .....
d.
reis- en verblijfkosten (reiskosten op basis kosten openbaar vervoer 2e klas/strippenkaart)
eerste aanleg ja/nee hoger beroep ja/nee
- aantal strippen bus/metro ..... .....
- trein ..... .....
totale kosten ..... .....
e.
verletkosten
eerste aanleg ja/nee hoger beroep ja/nee
aantal uren ..... .....
kosten ..... .....
f.
verschotten (kosten van uittreksels e.d.)
eerste aanleg ja/nee hoger beroep ja/nee
kosten ..... .....
specificatie ..... .....
..... .....
Vergoeding van proceskosten voor
partij overmaken op giro/bankrekeningnummer ..... ten name van .....
Vergoeding van proceskosten voor
gemachtigde overmaken op giro/bankrekeningnummer ..... ten name van .....
Aldus naar waarheid ingevuld,
(plaats) (datum) (handtekening)
NB. Bewijsstukken samen met dit formulier uiterlijk voor het einde van de zitting overleggen.
Met onderstaande brieven stuurt mijn advocaat nog enkele
stukken naar de Centrale Raad van Beroep.
Centrale Raad van Beroep
UTRECHT
11 mei 2006
onze ref. ##
uw ref. CRvB 04/2718 WAO 94
Edelachtbare heer, vrouwe,
Ter voorbereiding op de zitting van 23 mei a.s. gelieve u
in de bijlage een akte overlegging producties aan te treffen.
Hoogachtend,
P.
Centrale Raad van Beroep te Utrecht
zitting d.d. 23 mei 2006
kenmerk: CRvB 04/2718 WAO 94
AKTE OVERLEGGING PRODUCTIES
inzake:
de heer D.
wonende te ###
- eiser -
gemachtigde: mr. P.
contra:
de Raad van Bestuur van het UWV,
gevestigd en kantoorhoudende te B.,
- gedaagde -
gemachtigde
Inhoud:
Productie 1:
Beslissing Rechtbank R. d.d. 23 augustus 2005;
Productie 2: Kostenoverzicht;
Productie 3: Standaard verminderde arbeidsduur.
Hierboven schrijf ik over de beslissing van de Rechtbank van 23 augustus 2005,
dat moet 17 augustus 2005 zijn.
Bij de bovenstaande brieven zat een kostenoverzicht. Hieronder
staat dat overzicht. Voor de zekerheid had ik het eerst in een
spreadsheet ingevuld, zodat ik geen fouten heb gemaakt bij het
optellen.
Kosten procedure (bijgewerkt tot en met 6 april 2006)
Deze procedure begint volgens mij met mijn brief van 23 juni 2000,
waarin ik een klacht indien betreffende het niet willen en/of kunnen nemen
van een zorgvuldige beslissing.
De kosten van kopiëren, apparatuur, aangetekende brieven,
reiskosten, secretaressebureau en kosten van andere procedures
(waaronder procedures bij het Medisch Tuchtcollege,
de Nationale Ombudsman, het
N.I.P.) zijn niet meegerekend.
Bezwaarprocedure
Dit omvat o.a. twee hoorzittingen
Referentienummer: ##
31 oktober 2000: 528,65 (1165,89 gulden)
31 januari 2001: 2253,40 (4965,84 gulden)
25 april 2001: 1825,73 (4023,39 gulden)
22 augustus 2001: 694,57 (1530,64 gulden)
29 oktober 2001: 19,84 (43,73 gulden)
28 maart 2002: 415,46
26 april 2002: 87,47
30 mei 2002: 43,73
28 juni 2002: 21,87
27 februari 2003: 161,82
31 juli 2003: 184,93
30 september 2003: 1086,45
30 oktober 2003: 169,69
27 november 2003: 46,23
29 april 2004: 24,37
Referentienummer: ###
30 oktober 2003 161,82
29 april 2004: 24,37
----------------------------- +
subtotaal bezwaar: 7.750,40 €
Procedure bij Rechtbank
Procedure bij Rechtbank R.
Referentienummer: ###
30 oktober 2003: 169,69
27 november 2003: 2773,89 (beroepschrift van 16 oktober 2003)
29 april 2004: 3825,35 (pleitnota en zitting 3 maart 2004)
27 mei 2004: 389,84
Procedure bij Centrale Raad van Beroep
Referentienummer: ###
27 mei 2004: 146,19
30 juni 2004: 341,11
27 augustus 2004: 4060,88 (aanvullend beroepschrift)
8 maart 2006: 399,84
7 april 2006: 199,92
----------------------------- +
subtotaal beroep: 12.306,71 €
-------------------- +
totaal: 20.057,11 €
D.
Daarna kwam er een
zitting en een uitspraak, maar eerst deed ik nog een
verzoek voor gesubsidieerde rechtsbijstand.
Laatste wijziging van deze bladzijde: april 2007