Woordelijk verslag tweede hoorzitting

2003

Deze tweede hoorzitting duurde bijna twee uur. Ik heb mijn best gedaan om te vertellen hoe het tussen het UWV en mij mis is gelopen, en wat er verkeerd is opgeschreven over mijn klachten, etc.
Tijdens de reis er naar toe, had ik te druk gepraat met mijn begeleider, daardoor was ik bij het begin van de hoorzitting al niet zo fit meer. En ik wilde zoveel vertellen omdat ik het op papier zou laten zetten, en het UWV zo voortaan niet meer zou kunnen zeggen dat ze niet wisten wat er aan de hand was. Dat hele verhaal vertellen kostte mij echter zoveel moeite, dat ik tijdens het vertellen mijn hoofd schokkerig bewoog, omdat ik me niet goed meer kon ontspannen. Als dat thuis gebeurt, dan ga ik bijvoorbeeld liggen om zo goed mogelijk proberen te ontspannen, maar nu heb ik het hele verhaal toch maar verteld.

Ik had mij goed voorbereid, om niet in hun pogingen te trappen om een eerlijk overleg te dwarsbomen. Van te voren wist ik al wat er zou gaan gebeuren: En toch, ik ben in bijna alle bovenstaande dingen ingetrapt.

Hieronder volgt het woordelijk verslag:

thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail
Woordelijk verslag hoorzitting 11 augustus 2003

Hoorzitting bij UWV G., G..
datum: 11 augustus 2003, 10:30
Aanwezig:
  •       dhr. mr. G4., voorzitter.
  •       mevr. D2., bezwaar-verzekeringsarts.
  •       mevr. R9., verslaglegger.
  •       dhr. D., belanghebbende.
  •       dhr. P12., advocaat van D., gemachtigde.

30 december 2003
D.


De begeleider van D. zet een stoel neer, en is er verder niet bij aanwezig. D. zet een cassetterecorder aan, wat mr. G4. geen probleem vindt.


mr. G4. (UWV): Welkom, opnieuw, op de hoorzitting. Euh, eerst even voor de goede orde, meneer P. heeft afgelopen vrijdag opgebeld over de airconditioning. Ik hoop dat het euh,
D.           : Ik heb me erop gekleed.
mr. G4. (UWV): U heeft zich er op, prima. Het staat ook op, we hebben het zo laag mogelijk geprobeerd te zetten, dus het euh,
mr. P12.     : Goed.
mr. G4. (UWV): Ik denk dat het wel zal gaan. Euh, u heeft ook gebeld, althans tijdens dat telefoongesprek, hebben we even aangesneden, het feit dat u overleg wilde hebben met de directie over euh,
mr. P12.     : We hebben een brief aangeschreven.
mr. G4. (UWV): Precies, euh, daar is geen reactie op gekomen.
mr. P12.     : Nee.
mr. G4. (UWV): Ik heb begrepen dat er geen, althans tot dusverre, geen gesprek heeft plaatsgevonden, omdat dat euh, ja, eigenlijk niet nodig wordt bevonden door de directie, euh, de heer V6.. Ik heb dat van mijn, mijn chef begrepen. Wel had u daar in ieder geval, hetzij door de directie, hetzij door mij, over geinformeerd moeten worden. Dat is helaas niet gebeurd, het is in de omvangrijke dossiers een beetje ondergesneeuwd geraakt, maar euh, ik meen toch dat we kunnen doorgaan met deze hoorzitting. Met name om reden van het feit, dat het sociaal zekerheidsrecht, zoals u ongetwijfeld zult weten, zich eigenlijk niet leent voor het sluiten van compromissen. En euh, wij toch met deze zaken ook simpelweg moeten doorgaan, gelet ook op het verstrijken van allerlei termijnen. Verstrijken van allerlei termijnen, ja, voor zover die überhaupt al niet verstreken zijn. Maar goed, er heeft zich nogal wat voorgedaan in de loop der tijd. Wat nu nog aan de orde is, dat zijn eigenlijk twee beslissingen, ééntje van 14 juli 2000, en eentje van 31 mei 1999. Euh, over die eerste uitspraak is er een, over de eerste beslissing is een vrij, een recente uitspraak geweest van de Centrale Raad van Beroep, althans van 19-11-2002. Euh, en naar aanleiding daarvan zijn er functies geselecteerd door de arbeidsdeskundige, door de bezwaar-arbeidsdeskundige, waaruit dan de mate van arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55 procent zou voortvloeien. En daarnaast is er dan de beslissing van 14 juli 2000. Daar hebben we een aantal maanden geleden een hoorzitting over gehad, die is toen niet doorgegaan, omdat u met name problemen had, met de aanwezigheid van mevrouw D. als bezwaar-verzekeringsarts, euh, meneer D.. Nou, we hebben besloten om toch dezelfde, in dezelfde samenstelling opnieuw deze hoorzitting te houden, zij dan, zij het dan dat mevrouw R. als verslaglegger er nieuw bijzit. Euh, en die beslissing van 14 juli, ja, die gaat dan over de datum 5 maart 1997, dat is alweer een datum, meer dan zeven, of bijna zeven jaar in het verleden ligt. Euh, en euh, ja, naar aanleiding daarvan zijn er door u, meneer P., bezwaarschriften ingediend. Ja, ik zou u de gelegenheid willen geven om dat euh verder toe te lichten, eventueel vragen te stellen, en misschien dat er dan van onze kant dan ook nog vragen komen. Maar goed, dat zien we wel in de loop van het gebeuren.
mr. P12.     : Ja. Prima, dankuwel. Euhm, eerst even een vooropmerking, dus in zoverre heeft u het gras al wat van, van voor m'n voeten weggemaaid. Over het gesprek met de directie, daar hebben wij inderdaad niks op gehoord. We hebben twee brieven verstuurd, met het verzoek om toch te kijken of we euh, ja niet zozeer om, om een compromis te bereiken. Net zoals u zegt dat het in het sociaal verzekeringsrecht dat het niet is toegestaan om compromissen te bereiken. En, op zich is dat natuurlijk ook prima dat dat euh, dat het niet zo is, maar de voorkeur van meneer D. die had er wel op gestaan om dat gesprek eerst te laten plaatsvinden, voordat we het gesprek nu hebben, omdat het toch wat, ja, volgens mij heb ik tijdens, euhm, tijdens de toelichting in 2000, geloof ik dat het was, ook wel eens gezegd dat het toch, als we niet oppassen, in een soort loopgraven-oorlog verzeild raken. Dat zou wel heel vervelend zijn, het komt ook met name omdat er steeds dezelfde mensen op het dossier zitten. En een shuffle zou wel eens gewenst kunnen zijn. Goed, desalniettemin de hoorzitting is er nu en we zullen het daarmee moeten doen. Cliënt heeft aangegeven van, nou goed, ik wil graag zelf ook nog eerst het woord, hè?
D.           : Ja, kan een beetje de achtergronden noemen, dan doet mr. P. wel de juridische kant. Allereerst wil ik mijn excuses aanbieden aan dokter D.. Ik had u een brief gestuurd, die kwam er op neer van, bied uw excuses aan of ik klaag u aan bij het tuchtcollege. Nou, zo'n brief, dat kan natuurlijk niet. En ik heb die brief nog eens doorgelezen, ik dacht dat die in 2000, van 2001 was, er staan gelukkig niet zoveel lelijke dingen in, maar als ik u het voordeel van de twijfel geef dan had het ook niet zo opgeschreven mogen worden. En ja, sowieso, eh, zo'n brief schrijven dat euh, dat kan niet, dus daar bied ik u mijn excuses voor aan.
arts D2.(UWV): Dank u wel, ja. Ik moet zeggen dat het voor deze zaak niet relevant was, dus ik heb hem helemaal niet gezien nu hoor. Maar er gaat misschien een klein belletje rinkelen.
D.           : Ja, er stond nog "concept" bij, euh, dat was eigenlijk geen manier.
arts D2.(UWV): Ja, graag euh, graag gedaan.
D.           : En ik hoop dat we wat problemen kunnen oplossen tijdens deze hoorzitting, zodat het ook helemaal niet nodig is. En, maar, ik wou eerst een beetje achtergrond vertellen. Ik heb drie dingen. Het eerste is een beetje waarom ik nou die problemen met het G. heb. Het tweede is over mijn gezondheid. Het derde punt is dan de onderbouwing van deze beslissing. Ik zal er een beetje snel doorheen gaan, maar, het is euh nogal veel. Het eerste, dat, die problemen met het G.. Nu heb ik eens op, een beetje na proberen te gaan waarom dat nu zo is. En de helft dat is, de manier waarop dat ik gewoon overkom, door mijn klachten, gezichtuitdrukking, hoe ik op een stoel zit, de manier waarop ik praat, al dat soort dingen, dat wekken wel eens de irritatie op. Dat leidt er soms toe dat er, ja, negatieve dingen worden neergezet. En de andere helft, ja, die ligt eigenlijk bij het R.. In '92, toen verwees mijn huisarts mij naar het R., voor onderzoek. En bij het eerste gesprek, dat was met een verpleegkundige, die was na vijf minuten al flink geïrriteerd. En ik weet niet waarom, maar ja, ik denk wel eens dat na de vijf minuten dat de rest van mijn leven al zo'n beetje vast lag. En ik werd er naar toegestuurd met lichamelijk klachten, dus toen vroeg zij van euh, wat zijn je psychische klachten?. Nou, ik dacht ja, dat moeten jullie onderzoeken, ik heb geen idee. Dus toen raakte ze nog meer geïrriteerd. En zij wou mij dwingen dat ik zou zeggen dat ik ontevreden moest zijn met mijn leven. Toen heb ik geantwoord: ja, dat kan ik zo niet zeggen. En op dat punt, toen ik zei, dat kan ik op die manier zo niet zeggen, daarop heeft ze opgeschreven dat ik mogelijk passief-agressief zou zijn. En bij het R. verstaan ze daaronder, dat je, als je hen tegenspreekt, dan ben misschien wel passief-agressief. En dat, dat klinkt nogal heftig dat woord, dat kwam toen dus op papier te staan en er kwamen nog veel meer lelijke woorden bij. Als ik dat laat zien wat die verpleegkundige heeft opgeschreven, ja, dan zou u het begrijpen denk ik. Maar ik durf dat niet aan het dossier toe te voegen, er staan nogal lelijke woorden in. Ik heb het wel aan mr. P. laten lezen. En, maar daar wist ik dus niets vanaf dat het allemaal op papier stond. Dus dat heeft bij het R., heeft dat steeds meegespeeld, terwijl ik daar niets vanaf wist. En, uiteindelijk kwam drs. K7. er met een psychologische test euh aan te pas. En er vallen mij toch wel een aantal dingen op. Even denken hoor, oh ja, hij schrijft dat ik mij aangemeld heb bij het R. met slaapproblemen en concentratiestoornissen, maar dat is dus al niet zo. Pijnklachten, vermoeidheid, duizeligheid, alleen vonden zij dat niet psychische genoeg klinken, dus dat hebben zij er zelf maar er van gemaakt. Nu zegt drs. K7., die zegt euh, hij kwam over als een normale goed geïntegreerde jonge man, ik dacht dat hij nog ergens nog het woord vriendelijk gebruikte, alleen op de dimensie somatisatie, somatisatiestoornis spring ik eruit en dat zou betekenen dat ik ingevuld heb over allerlei lichamelijke klachten. Dus dat is zijn eigen waarneming, en hij schrijft al die lelijke woorden vervolgens nog er bij, maar dat komt omdat die al op papier stonden. En dan komt er iets op gang, wat tot deze hoorzitting leidt, en waar ik steeds maar mee te maken heb. Die gegevens, die gaan naar dokter R. voor de ziektewet, en hij gaat daar van uit. Hij voegt er nog dingen aan toe. Dokter R. voegt er aan toe, bijvoorbeeld: het medisch circuit heeft niks gevonden. En daar bedoelt hij waarschijnlijk het onderzoek via mijn huisarts, dat was één bloedonderzoek. En die gegevens, die gaan naar dokter P. hier in G., in 1992, en hij gaat er ook van uit, want hij refereert aan een melding, dat is een brief van dokter R. aan dokter P.. In '92 wist ik nog steeds niet dat dit allemaal op papier stond. En dokter P., die voegt daar ook weer dingen aan toe, euh ja, dat gecontraïndiceerd zou zijn, dus dat een psychische oorzaak al vastgesteld zou zijn, nou, dat is al achterhaald. Dat ik karakter neurotische ontwikkeling, en moeite zich staande kan houden, en dat soort dingen. Terwijl hij ook zelf schrijft hoe ik overkom, hij schrijft, in de gesprekken is belanghebbende zeer terughoudend. Nou, dat klopt wel, want als hij iets zei, was ik soms zo verbaasd, dat ik niet wist wat ik moest zeggen. En dan dat "moeite zich staande te houden", dat heeft hij ook tegen mij gezegd, dokter P.. Ik zat op een te kleine stoel en na een uur liep de pijn zover op, ik kon amper nog op die stoel blijven zitten. En toen zei hij: "je hebt moeite om je staande te houden". Dus ik zei ja, ik dacht: "ja, wat is hier aan de hand" en stamelde nog van: "nee, dat is het niet". Maar heeft dat gewoon psychisch uitgelegd. Maar ik denk hoe ik euh, mijn verweer tegen het G. volhoud, dat ik psychisch toch wel een bepaalde veerkracht heb. Ik weet niet of ik dat juridisch kan aanvoeren, maar.
mr. G4. (UWV): Nou ja, gelet op dikte van het dossier zou je dat inderdaad kunnen stellen ja.
D.           : En die gegevens van dokter P., die gaan naar de eerste deskundige in die beroepszaak, dat is orthopeed S.. Die heeft het over 'overspannenheid', terwijl ik het woord 'oververmoeidheid' heb gebruikt. Dus daar komen ook weer dingen bij die niet kloppen. En dat gaat alles naar psychiater E.. Nou ja, dan euh, laat ik daar maar niet teveel over zeggen.
mr. G4. (UWV): Daar heeft zelfs het medisch tuchtcollege zich over gebogen.
D.           : Ja, maar goed, psychiater E. is een soort referentiepunt, want erger dan dat, kan het eigenlijk niet worden. Dus, en die problemen, het lijkt er op dat nu nog steeds de beslissingen worden genomen op hoe het toen gegaan is. Terwijl, ik het dus wel weten te bevestigen dat er geen psychische diagnose is gesteld bij het R., alleen een mogelijke somatisatiestoornis. Het eerst volgende lichamelijke onderzoek dat was dokter S., die heeft toen een lichamelijke oorzaak vastgesteld. Dus met terugwerkende kracht is volgens mij opeens alles, euh, kan overboord gegooid worden. Dan over mijn gezondheid. Euh, ja, dan begin ik in 1991 met de fysiotherapie. Toen heb ik dus echt mijn nekspieren flink aangespannen, en hoe dat dan komt. Ik lag bijvoorbeeld op de grond met mijn knieën omhoog, en dan moest ik mijn hoofd zo vooroverbuigen, zo optrekken. En dat lukte mij niet helemaal, dus ik stak mijn voeten, stak ik ergens onder en dan moest ik echt flink mijn nekspieren ook aanspannen om die oefening te doen. Die heb ik gewoon een jaar gedaan, met andere oefeningen erbij. En dat is gewoon het verschil, dat ik nog hele dagen kan werken en nog maar halve dagen. Een jaar lang die fysiotherapie. Euhm, toen ik in 1992 niet meer kon werken ben ik zelfs weer overnieuw toch die fysiotherapie gaan doen, die oefeningen. En dat heeft het ook niet beter er op gemaakt. Verder wordt er nogal eens geschreven dat ik niet wil toegeven dat het psychisch is, en er wordt nogal eens over stress geschreven. Terwijl, ik heb in het begin helemaal niet gezegd dat het niet psychisch is. Bij het R. vroegen ze dus wat mijn psychische problemen waren, nou ja, ik had geen idee. Dus dat hebben ze opgevat, dat ik het niet wou zeggen. Dokter R. voor de ziektewet, die zei "het is psychisch". Toen zei ik "nou ja, dat wordt nou net onderzocht bij het R.". Dat heeft hij opgevat, dat ik niet wou toegeven dat het psychisch zou zijn. En dokter P., ja, die maakt het allemaal nog weer erger, hij zei dat het psychisch was, toen zei ik tegen hem van "ja maar, dan zou een euh, een half uur zwemmen, zou dan geen grotere belasting mogen zijn dan een halve dag werken". En dat was feitelijk zo, want voordat ik halve dagen begon te werken heb ik gedacht, ik ga eerst een half uur per dag zwemmen, kijken of ik dat volhoud. Dat hield ik niet vol vanwege lichamelijke klachten, en ben ik toch die week daarop halve dagen gaan werken. Maar als ik dan, dat gewoon wat feitelijk zo gebeurd is, dat vertel, dat een half uur per dag zwemmen mij meer moeite kost dan een halve dag werken. Dat heeft hij opgevat dat ik niet wil toegeven dat het psychisch is. Terwijl ik, ik heb geen minachting voor mensen met psychische problemen, en ik zou mij er ook niet voor schamen als ik zelf psychische problemen had of een psychiatrische stoornis, of wat dan ook. Wat wel, over die stress, wat wel zo is, dat ik op mijn werk geforceerd normaal heb zitten doen. Ik ging halve dagen werken en toen kreeg ik commentaar van mijn chef dat ik me te traag bewoog, of overkwam, of te traag praatte. Dus ik heb geforceerd extra mijn best zitten doen om zo normaal mogelijk over te komen. Dus, je kunt zeker wel van stress spreken. Maar wat in de stukken bedoeld wordt is steeds stress voor de, van de werkzaamheden of de sociale contacten met collega's, ja, en daar is niks van waar. Er was ook geen probleem op de werkvloer, en ik ben ook niet overspannen geweest. En dat, die spanning, en dat neurotische, sinds ik mijn eigen stoel bij me heb, wordt dat ineens niet meer opgeschreven. Dat had gewoon te maken, dat ik zoveel moeite had om op een te kleine stoel te zitten. En mijn nekspieren, die hebben nogal snel de neiging om te gaan verkrampen, en ja, wanneer dat vooral is, bijvoorbeeld met afdrogen, als ik iedere dag de afwas afdroog, door gewoon iets in mijn handen te houden een kwartier lang en dan te bewegen, dat gaat gewoon een paar maanden goed, en op een gegeven moment staan mijn nekspieren 24 uur per dag verkrampt. Ja, of op mijn zij draaien in mijn slaap, dat gebeurd nu niet meer, maar na '97 als dat gebeurde, dan staat m'n hele schouder en nek, die staat een paar dagen verkrampt. Euhm. Dan is er nog iets raars. In '97, waar het nu om gaat, om die beslissing, dat deed dokter L.. Bij, dokter L. heeft mij niet onderzocht, en ik mocht niet vertellen waarom mijn klachten waren toegenomen. Dus dat wou ik nu maar doen. Dus ik had geforceerd op mijn werk, proberen toch mijn werk te doen. En ik had thuis euh, ja, steeds dingen proberen te optimaliseren. Ik kon toen nog één uur per dag op mijn zij liggen, en had ik een kussen om op mijn rug te liggen, en een kussen wat het beste lag voor op mijn zij te liggen. En had ik mij aangeleerd om in mijn slaap, als ik op mijn zij rolde, dat goeie kussen onder mijn hoofd te trekken. Euh, bijvoorbeeld de afwas doen, dan rolde ik een bureaustoel onder de aanrecht, zodat mijn ellebogen konden steunen op de aanrecht en kon ik zo de afwas doen. En die zette ik dan neer, dus die hoefde ik niet af te drogen, en dan was het de volgende dag wel droog. Zo heb ik alles, ja, nogal ver doorgevoerd om maar mijn werk vol te houden. Alleen dat ik zo leefde, dat wordt dan weer opgevat dat ik psychisch niet in orde ben. En, ja, echt het verkrampen van mijn nek, dat kwam door het gebruik van m'n euh, van de muis, als ik hem rechts gebruikte dan ging m'n rug verkrampen. En ik heb trouwens de röntgenfoto's bij me. Want waarom mijn rug daar gaat verkrampen, dat is gewoon te zien. Ik weet niet of ik die mag laten zien, of.
mr. G4. (UWV): Ik weet niet of, jij daar iets uit kunt concluderen? euh,
D.           : Afdrukken van röntgenfoto's.
arts D2.(UWV): Ik ben bang van niet, want het is natuurlijk niet alles helemaal goed opstaan hè?. Je moet natuurlijk euh, dat op een speciale manier bekijken met een röntgenoloog en alles. Ik heb niet voldoende verstand van röntgenfoto's om daarop iets te kunnen zeggen. Maar als u het aan kan wijzen, is dat natuurlijk euh, kan dat natuurlijk. Maar dat kunnen wij misschien beter dadelijk doen.
D.           : Ja, dat kan zo ook.
arts D2.(UWV): Anders raken we zo afgeleid. Als u daar iets op aan wil, als u dan wil aanwijzen, nou dat is het, dan, dan kan ik er iets mee, maar in het geheel zal ik toch de uitslag van de röntgenoloog moeten vragen.
D.           : Oké, en die heb ik ook bij me.
arts D2.(UWV): Of hebben.
D.           : Wel een oude, uit 1993, daar komen we wel op. Euhm, dus bij het gebruik rechts ging mijn rug verkrampen. Op een gegeven moment kon ik nog wel met mijn vork in de aardappels prikken tijdens het eten, maar niet meer optillen, om in mijn mond steken. Dus dat is toch lastig. Toen heb ik mijn muis links gaan gebruiken, en dan gaan mijn nek, hier, spieren verkrampen aan de linkerkant. En zo heb ik geprobeerd dat te doen, en steeds, dat verkrampen dat nam steeds meer toe, totdat in, even kijken hoor, februari '97, toen euh, ja, toen ging dat steeds minder, dat ik mijn werk kon doen, steeds vaker ziek melden. En de laatste werkdag, toen euh, toen liepen de klachten zo snel op, en in feite is het nu nog steeds hetzelfde als die laatste werkdag. Ja, misschien kan ik vertellen hoe, hoe dat ik hier zit.
arts D2.(UWV): Is dat de onderbouwing of bent u met de gezondheid bezig?
D.           : Ik ben nog met deel twee, de gezondheid bezig.
arts D2.(UWV): O ja, dan euh, ja.
D.           : Hoe ik hier zit, want euhm, daar gaat, ja, een week vooraf, waarin ik probeer zo weinig mogelijk te doen, om mijn spierspanning zo laag mogelijk te krijgen. En voordat ik hier naar toe ga neem ik een warme douche voor mijn nek en mijn rug. Dan is het allemaal wat soepeler, en dat onderdrukt ook de pijn. En als ik na die douche eerst een half uur ga liggen, dan komt het toch weer vaster te zitten, die bepaalde punten in mijn wervelkolom. Dus ik neem een warme douche, dan in de auto, daar staat een speciale stoel in, euh, ja, dan hier naar toe, de stoel mee. En de chauffeur moet dan ook zachtjes door de bochten en niet te hard remmen en te hard optrekken, dat het allemaal zo geleidelijk mogelijk gaat. En als het bijvoorbeeld hard waait, als de wind, de windvlagen iedere keer tegen de zijkant van de auto komen, dat ik steeds wat heen en weer schudt, dat is veel meer belastend ook. Verder neem ik pijnstillers om wat makkelijker te praten. En als dit gesprek afgelopen is, dan begint het voor mij pas, want dan probeer ik om zo fit mogelijk thuis te komen, en de komende dagen gaat pas de pijn oplopen. En ja, soms is er nog manuele therapie voor nodig, om de ergste problemen weer te verhelpen. Dat was deel twee, dan,
arts D2.(UWV): Mag ik dan even iets vragen over dit deel,
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Want ik heb het begin niet helemaal begrepen, dat u zei "ik had in 1991 en 1992 fysiotherapie gedaan, heb ik oefeningen gedaan",
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Maar ik heb niet precies begrepen hoe dat ging. Hielp dat juist of hielp dat niet?
D.           : Euh, in oorsprong was het voor mijn onderrug.
arts D2.(UWV): Ja maar, wat u zei, want ik heb, denk ik niet helemaal goed verstaan.
D.           : En, het hielp wel voor mijn onderrug, maar voor mijn bovenrug en voor mijn nek, vanwege op de grond liggen en mij dan optrekken. Vanwege dat kromtrekken en die spieraanspanning, namen die klachten toe.
arts D2.(UWV): Ze namen toe dus.
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): O ja, dat had ik niet goed gehoord.
D.           : Maar ik dacht, die nek en rugproblemen dat hoort bij mij, dus ook die duizeligheid en die vermoeidheid, dat heb ik nooit zo snel in verband gebracht met die nek- en rugklachten.
mr. P12.     : En hoe breng je de week door, voorafgaande aan deze zitting?
D.           : Ja, zoveel mogelijk liggen, wat extra pijnstillers om wat meer te ontspannen, euh ja, en om wat meer te slapen ook wat meer pijnstillers.
arts D2.(UWV): Dat wilde ik nog vragen, die pijnstillers, wat zijn dat?
D.           : Die heb ik bij me ook, Indometacine en Tramal.
arts D2.(UWV): Die hebt u van de huisarts gekregen?
D.           : Ja, en die Indometacine, dat is dan om te voorkomen dat het erger wordt. En die Tramal als het echt toch doorzet de pijn, om dan de pijn te onderdrukken.
arts D2.(UWV): Juist, ja, dan is het mij duidelijk. Daar ging het, daar vorige keer ook over. En dan straks doen we nog even, als u nog iets aanwijst op de foto's of zo, of doen we dat nu.
D.           : Ja, zo wel gelijk met dokter S..
arts D2.(UWV): Oh ja.
D.           : Dan wil ik nog iets zeggen over de onderbouwing. Dan heb ik een papier, dat ik niet wil toevoegen aan het dossier, maar wel even wil laten zien. Als dat kan.
mr. G4. (UWV): Dat kan wat mij betreft wel.
D.           : Dat is de, de en/en brief van psychiater E.. Euhm, ja, ik zou eigenlijk willen dat u daar rekening mee hield.
mr. G4. (UWV): Maar, ja,
arts D2.(UWV): Maar het mag niet, kijk als we het niet mogen. Mag ik daar wel iets uit overschrijven, of?
D.           : Ja, het probleem, psychiater E.en zegt hier, euh. Hij heeft het dossier nog eens bekeken. Hij komt tot de conclusie dat er ook een lichamelijk oorzaak aanwezig zou kunnen zijn. Maar in de rest van zijn brief schrijft hij weer zoveel rare dingen, dan heb ik weer drie kantjes nodig om te vertellen wat er allemaal niet aan klopt.
mr. P12.     : Oké, die brief geeft aan, dus dat in zijn visie, twee oorzaken zouden kunnen zijn.
mr. G4. (UWV): Lichamelijk en psychisch.
mr. P12.     : Ja.
mr. G4. (UWV): Ja, ja.
D.           : En voor dat hij, daar bij blijft, voor dat psychische deel, heeft hij dan die waarschuwing gekregen.
mr. G4. (UWV): Ja, ja.
D.           : Maar hij heeft het dossier nog eens bekeken, en hij past dan toch zijn mening aan.
arts D2.(UWV): Ik kan, kijk,
mr. G4. (UWV): Waarom heeft u ook tegen, bezwaren tegen het toevoegen van dit stuk aan het dossier?
D.           : Ja, er staat weer zoveel onzin bij.
mr. G4. (UWV): Omdat er zoveel onzin in staat?
D.           : Ik ben bang dat er weer overgeschreven gaat worden.
arts D2.(UWV): Maar wat, wat uit deze brief is dan van belang? Want ik kan niet tegelijk luisteren en brieven lezen, dat,
D.           : Dat en/en.
arts D2.(UWV): Waar? Oh hier, en/en. "Aangaande opmerking over het al dan niet bestaan van lichamelijke klachten kan ik zeggen dat voor de heer D. lichamelijke klachten subjectief een gegeven kunnen zijn, terwijl over de oorzaak gedacht kan worden in termen van en/en, zowel psychogeen als somatisch van aard". Deze zin, die mogen we wel?
D.           : Nou, gewoon het, het idee dat hij er rekening mee houdt dat er ook een lichamelijk oorzaak kan zijn. Dat is dus een andere visie dan hij in '94 had.
mr. G4. (UWV): Aanvankelijk was hij dus van mening dat het uitsluitend psychisch was,
D.           : Dat,
mr. G4. (UWV): En nu zegt hij dus van, nou het kan ook wel eens lichamelijk zijn.
D.           : Misschien wel en/en, zowel lichamelijk als psychisch. Hij doet geen uitspraak. Maar hij houd,
mr. G4. (UWV): Nee, hij doet geen uitspraak.
D.           : Hij houd er rekening mee,
arts D2.(UWV): In het algemeen kan het zijn dat mensen met klachten, wat dan ook, rekening mee moeten houden dat het zowel psychisch als lichamelijk van aard kan zijn, dat staat er in die zin.
mr. P12.     : Dat is zijn mededeling.
arts D2.(UWV): Ja, dat kan altijd op iedereen slaan, dus,
D.           : Ja, maar goed, ik vond het wel een aardige euh.
arts D2.(UWV): Ja, ja, begrijp ik. Maar dan,
mr. G4. (UWV): Ik denk ook niet dat het nodig is om dat aan het dossier,
mr. P12.     : Nee, het beste is, om dat terug te nemen, hè?.
arts D2.(UWV): Eigenlijk bedoelt u van, maar dat kan ik dan, ik weet nou nog niet wat ik euh, ik moet er nog over denken, maar dan zou ik er wel in kunnen schrijven dat, klachten zoals uwe, zowel van lichamelijk als psychische oorspraak kon, kunnen zijn, of?
D.           : Ja, mijn mening is weer heel anders.
arts D2.(UWV): O nee, nee, dan laat ik het maar. Nee, laat maar.
mr. P12.     : Ik zou het voor de rest niet,
D.           : Hij zegt,
mr. G4. (UWV): Ik denk, ik denk dat je wel kunt opnemen, dat psychiater E. van mening is dat het zowel psychisch als lichamelijk,
mr. P12.     : Kan zijn.
mr. G4. (UWV): Kan zijn.
D.           : Nadat hij nog eens dat dossier bekeken heeft.
mr. G4. (UWV): Want daarmee wordt natuurlijk zijn eerste rapport in belangrijke mate gerelativeerd.
mr. P12.     : Precies, dus dat zou aange, dat zou genoteerd kunnen worden.
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Maar zo duidelijk, kijk, dat kan ik dan niet, want zo duidelijk staat het er niet.
D.           : Hij is ook niet duidelijk.
arts D2.(UWV): Nee.
D.           : En hij zegt in '94 ook niet duidelijk, dat het alleen maar psychisch is, maar het gaat, hij geeft, wekt wel de indruk het kan ook nog, misschien ook wel een lichamelijke oorzaak zijn. En hij, als psychiater, spreekt hij alleen over het psychische deel.
mr. G4. (UWV): En die brief, die is gericht aan u, mijnheer D.?
D.           : Dat was één van die brieven euh,
mr. P12.     : Centraal Tuchtcollege.
D.           : In die procedure bij het Tuchtcollege.
mr. G4. (UWV): In de procedure bij het Centraal Tuchtcollege.
D.           : Euh, ja, dan het R., die heeft dus opgeschreven, een somatisatiestoornis, dat is achterhaald, dat moet 'mogelijke somatisatiestoornis' zijn.
mr. G4. (UWV): Dat heeft u ook al aangegeven in één van de brieven.
D.           : Ja. Dan dokter L., die heb ik dus aangeklaagd bij het Tuchtcollege, en die uitspraak, die was nadat dokter D. de brief over de belastbaarheid heeft opgesteld. U had in februari ergens een brief over de belastbaarheid opgesteld. Daarna had ik een uitspraak van het Tuchtcollege over dokter L., en die is toch wel van belang, ondanks dat ik die verloren heb. Even kijken, dat is deze. Dus die wil ik wel toevoegen aan het dossier.
mr. G4. (UWV): Ja, dat is een kopie?
D.           : Ja hoor.
mr. G4. (UWV): Oké.
D.           : Euhm. Ik heb die verloren. Het ging erover, dokter L. zei "volgens reumatoloog S8. is het psychisch". Ik zei "nou ja, lees het maar na, dat bedoeld hij helemaal niet", maar hij zei "ja, dat is het wel". Dus daar ging die klacht voornamelijk over. En hij heeft geen waarschuwing gekregen, maar mijn klacht is wel terecht. Ik heb moeite om te ontspannen, maar,
mr. G4. (UWV): Ja, doet u het rustig aan.
D.           : Ik heb het hele verhaal al maanden voorbereid.
mr. G4. (UWV): Wat zegt u?
D.           : Ik heb het hele verhaal al maanden voorbereid, en nu moet het er een beetje goed uitkomen. Dus in de uitspraak krijg ik wel gelijk, dat dokter S. het over een lichamelijk probleem heeft. Ja, dus ik denk dat wat dokter L. opgeschreven heeft, heeft hij geen rekening heeft gehouden met een lichamelijke oorzaak. En dat had hij wel moeten doen. Hij heeft mij sowieso niet onderzocht, dus ja, wat de waarde van zijn rapport is, dat vraag ik mij sowieso af. En hij schrijft ook zelf op, waarom dat mijn percentage niet veranderd is. Ik weet niet of dat hele, die hele procedure bij het G. bekend is? Het Tuchtcollege, tegen dokter L.?
mr. G4. (UWV): Euh, dat moet wel bekend zijn. Ik weet niet, ik heb in ieder geval hier de stukken niet in het dossier zitten.
D.           : Wel bij hoofdvestiging, euh.
mr. G4. (UWV): Maar dat heeft, als u daar nog iets over wilt toevoegen, dan, ja, dan laat ik u daar volkomen vrij in. Ik bedoel.
D.           : Ja, hij, hij, dat heb ik niet bij me, maar hij zegt, er bestonden regels, je zit in de WAO en je wordt ziek, dan wordt de WAO automatisch 100%. Op 5 maart 1997 meldde ik mij ziek, op dat moment waren die regels veranderd, dat het niet automatisch 100% werd. En hij maakt vervolgens de redenatie, het werd niet automatisch 100%, dus bleef het percentage hetzelfde. En daarom heeft hij mij ook niet onderzocht, terwijl ik toch er van, aanneem dat hij zou moeten bepalen wat dan wel het percentage is.
mr. G4. (UWV): U zegt van "nou als het niet 100 wordt, dan zou het misschien een tussenliggend percentage hebben kunnen zijn"?
D.           : Ja, of als het hetzelfde is gebleven, dan had hij er in ieder geval naar moeten kijken. Euh, ja, dan dokter S.. Euhm, ik wil iets nieuws toevoegen, dat is van '93, van euh, hoe heet die man, radiodiagnost? Ja. Het onderzoek door dokter S.. Dit is dan het verslag dat de röntgenfoto's zijn bekeken, en heeft dokter S. met de hand geschreven heeft hij er nog wat bijgezet.
mr. G4. (UWV): Ja?
D.           : En, zijn rapport zit natuurlijk wel het dossier. Dus dat wil ik ook toevoegen.
mr. G4. (UWV): Maar die handgeschreven opmerking zit daar niet bij?
arts D2.(UWV): Ja, hier.
D.           : Ja.
mr. G4. (UWV): Ja maar, die zat niet in de stukken?
D.           : Ja hoor, hij heeft dat gelijk er toen bijgeschreven. Maar dit rapport zat nog niet in het dossier.
mr. G4. (UWV): Nee, nee, Oké.
D.           : Maar wel zijn rapportage waaraan hij daar aan refereert.
mr. G4. (UWV): Ja, ja, is dat nou het handgeschreven verslag van die röntgenfoto zeg maar?
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): Nee, dit is gewoon het getypte verslag, dat heeft de röntgenoloog gedaan, en dit is wat dokter S. erbij heeft geschreven.
mr. G4. (UWV): Ja ja.
arts D2.(UWV): Die heeft eigenlijk euhm,
D.           : Terwijl ik erbij zat, schreef hij dat erbij.
arts D2.(UWV): Ja, heeft hij dat erbij geschreven. Dus dat zou, moet ook in zijn brief dan staan. Neem ik aan, maar goed, dat moet ik nog even bekijken.
mr. G4. (UWV): Volgens mij wel.
arts D2.(UWV): Ja, ja, dat heeft hij in zijn tekst verwerkt. Zal ik dat erbij zetten? Ik zie het aan het handschrift, dus euh, ja.
D.           : Ja. Dat heb ik nog iets, even denken hoor, dat heb ik misschien al toegevoegd. Euh, dat 'passief-agressieve'. Dat wordt door een dokter vaak opgevat als zou ik zowel passief en zowel agressief zijn, maar dat is dus een vertaling van het Engelse woord passive-aggresive'. Dus ik heb, deze brief kan ik ook nog toevoegen. Dit is wat ik het R. in de maag heb gesplitst. Het gaat om die middelste alinea.
mr. G4. (UWV): Ja, ja.
D.           : Drs. K7. die zei, onder passief-agressief, daar verstaan wij onder dat iemand tegenspreekt en er een discussie ontstaat van ja en nee. Dus die wou ik maar toevoegen, maar, ja, dat heeft niet zoveel zin. Dan die röntgenfoto's, tenminste, afdrukken van röntgenfoto's. Euhm, het probleem is dat ik nog steeds niet weet bij welke specialisme mijn klachten horen. De tussenwervelschijven die zijn intact, er is geen, geen hernia, geen vergroeiingen, geen breuken. Maar dokter S. heeft mij zelf aan de hand van de röntgenfoto van de nek zitten uitleggen hoe het zat. En ja, de oorzaak van het probleem lijkt onderin mijn rug te zitten. En, dit ligt toch al vast, noem het een lichte rotatie of een scheefstand, of hoe je het ook noemen wil. Er wordt een kleine rotatie opgezet, en die daar boven liggen die zitten allemaal al een beetje gedraaid er bovenop. Het lijkt erop dat dat de oorzaak is, en op zich kan mijn lichaam dit makkelijk opvangen, maar ja, door mijn lengte, door die oefeningen, door steeds die spieren op dezelfde gebieden te laten verkrampen, is de zaak zo ontstaan. Even kijken hoor, dan, en mijn onderrug dat zit alleen te wringen. Ook zoals ik hier nu gewoon zit, dan voel ik dat gewoon, dat het een beetje zit te wringen. En vooral als ik loop, dan euh, dan is het niet zo dat mijn onderrug gewoon meebeweegt, maar die zit een beetje naar één kant toe. Terwijl als ik voorover buig, dan beweegt het wel allemaal gewoon mee. En de eerste tegenreactie die zit in mijn bovenrug. Even kijken wat onder en boven is, ja, deze die is recht van achter, als ik zo recht mogelijk sta. En dan, dokter S. heeft uitgelegd, dan zou het dus gaan om de rotatie. Dus van onderen komt die zo aan, en van boven zo, en ergens in dit gebied gaat die dan zitten wringen. En dat is precies ook het gebied, als ik op een te kleine stoel zit, dan prikt die onderrug, de, prikt de leuning in mijn onderrug en dan mijn bovenrug die gaar een beetje gespannen en daar gaat het mee verkrampen. En dat heeft er ook mee te maken dat ik jarenlang in te kleine auto's heb gezeten en heel erg krom zat. En euh, dan had je dus een knik van de autostoel, en in het gat van de knik, zat precies die plek waar het, je op de röntgenfoto's ziet dat het daar een kleine, dat het daar gaat zitten wringen.
arts D2.(UWV): Waar voelt u dat? Dat bovenste wringen bedoel ik. Tussen de schouderbladen?
D.           : Ja, aan de rechterkant van mijn wervelkolom.
arts D2.(UWV): Ja ja.
D.           : Dat heb ik dus twee uur per dag, vier en een half jaar lang, naar school in R., zo krom gezeten. Ja, dat gaat allemaal. Die rugoefeningen doen, dat ging ook allemaal. Maar nu zit ik met die problemen en nu is het zo, dat als ik nu zo krom zit, ja dan neemt die pijn ineens flink toe. Daar gaat dus wel een jarenlange dingen aan vooraf. En in mijn nek, waar het dus eigenlijk om gaat, dat is het slechtst te zien. Even kijken hoor, ja, dit is bijvoorbeeld nog mijn onderrug, dus de één die kijkt of dat het links-rechts buigt en die noemt het een lichte scheefstand en de ander kijkt meer naar de rotatie en noemt het een minimale rotatie. En ik denk dat dit de oorzaak is, er wordt iets opgezet en de tegenreactie geeft de meeste problemen. Oh ja, dit is mijn bovenrug, recht van achter, als ik zo recht mogelijk sta, dus dan kan ik mijn houding kan ik, mijn houding zo goed mogelijk maken, mijn spieren trainen, maar het verschil dat die van boven zo staat en van onderen zo, dat verschil dat blijft gewoon. Als ik niet zo lang was geweest, als ik niet die verkeerde fysiotherapieoefeningen had gedaan, als het niet zo scheef had gezeten, dan had mijn lichaam dit makkelijk op kunnen vangen. Er zijn genoeg mensen die hiermee gewoon hele dagen kunnen werken. En dan mijn nek, waar het om gaat. Ja, dit is van opzij, dus euh, met die tussenwervelschijven daar is gewoon niks mee aan de hand. Daarom kijkt, zegt een orthopeed al gauw: "ja, dat is dus niet orthopedisch". Toen heeft dokter S. heeft het aan mij uitgelegd, euhm, dat je aan de uitsteeksels kon zien dat er ook een rotatie aanwezig was. Maar, euhm, ja, dit dakje, en die daaronder en die daarboven, als ik er een uur naar kijk, dan kun je zeggen dat die misschien iets afwijkt, maar.
arts D2.(UWV): Dat is natuurlijk allemaal millimeter werk. Bedoelt u hè?
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Dat is allemaal hele kleine verschilletjes.
D.           : Ja.
mr. G4. (UWV): En van wanneer zijn die röntgenfoto's nou?
D.           : Ja, ik heb ze allemaal bij me, van '93 tot '99.
mr. G4. (UWV): Ja ja, dat is dus euh een lange periode.
D.           : Het staat erbij overal.
mr. G4. (UWV): Ja ja.
D.           : Deze is dan van 1992.
mr. G4. (UWV): Ja, ik zat even te kijken, ik kon het zo gauw niet zien.
arts D2.(UWV): Nee, hier staat het, maar dan in spiegelbeeld. Vijf, dat kan ik niet andersom lezen, maar in ieder geval '92 dat kan ik er nog wel uit opmaken. Ik zal, anders raakt het in de war.
D.           : Maar in de praktijk is het allemaal niet zo heel ingewikkeld. Als ik op bed lig en ik merk dat ik weinig kracht heb om adem te halen, en ik voel spanning op mijn lichaam staan. Dan die grootste uitsteeksel boven in mijn nek, die druk ik zo met mijn duim gewoon naar rechts. En soms lukt dat, dan merk ik ook dat ik gewoon wat meer kracht heb en wat meer, makkelijker adem haal. Mijn klachten liggen in de buurt van de whiplash, maar ze zijn toch anders. En de mensen die echt te vergelijken zijn met mij, die hebben ongeveer allemaal hetzelfde verhaal. Die hebben in hun jeugd iets meegemaakt, een ongeluk of een val, zijn daar jarenlang mee doorgelopen en uiteindelijk hebben ze die klachten gekregen. Dus, ja, ik denk dat vaststaat dat die dokters de problemen met de wervelkolom kunnen constateren, zeker wat de beweeglijkheid betreft. Euh, rotatie evident geremd of euh, ja gespannen of weet ik wat allemaal. Beperkt bij rotatie naar links, flexie naar links beperkt. En ook die röntgenfoto, zegt de één minimale torsie en een ander zegt een scheefstand, maar daar hoort dus wel het verhaal bij, hoe dat in al die jaren is opgelopen. En dan wil ik toch nog iets zeggen over die onderbouwing van dokter D.. Van euh, als u het goed vindt? Dokter D. vindt u het goed als ik even een paar dingen noem die u opgeschreven heeft?
arts D2.(UWV): Ik heb ook, ja, tuurlijk.
D.           : In de rapporten.
arts D2.(UWV): Ja,
mr. G4. (UWV): De diverse rapporten die in het verleden euh?.
D.           : Ja.
mr. G4. (UWV): Ja ja, dus niet het laatste rapport of het voorlaatste rapport, maar,
D.           : Nee, de discussie daar, daarover. Dat zal mr. P. nog wel doen. Er is één raar dingetje, euh, de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Die gaat er vanuit dat u van mening bent dat er ook iets lichamelijks aan de hand is. Klopt dat, of hebben ze u verkeerd begrepen?
arts D2.(UWV): Moet ik even lezen wat u hebt daar aangegeven, dat zit hier ook in hè?, wacht even, nee, de laatste zie ik hè?. Of niet? Zo te zien, aan de datum. Van welke datum is dit?
D.           : Dat staat iedere keer achteraan.
arts D2.(UWV): Onderop.
mr. G4. (UWV): Die is van 15 januari 2003?
D.           : 2 December 2002.
mr. G4. (UWV): 2 December 2002.
arts D2.(UWV): Ja, dat is deze.
D.           : Centrale Raad van Beroep. Op bladzijde vijf,
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : De één na laatste alinea, de laatste zin. Daar gaan ze er vanuit dat uw mening is veranderd, of: "welke opvatting uw bewaarverzekeringsarts blijkens haar rapportage thans niet aanhangt".
arts D2.(UWV): Ja, dat staat hier: "welke opvatting bezwaarverzekeringsarts blijkens haar". Ja, dat staat er.
D.           : Hebben ze,
arts D2.(UWV): Ik weet ook niet waarom,
D.           : Hebben ze het verkeerd begrepen of?
arts D2.(UWV): Ik heb het ook zitten lezen, ik denk: "wat bedoelen ze daar nou mee"?
D.           : Oké, dus dat is niet helemaal duidelijk.
arts D2.(UWV): Dat is mij ook niet duidelijk, dan moet ik eerst het oude rapport lezen, maar dat zit hier weer niet bij dus dat kan ik niet,
D.           : Nee, maar ik kan dat er ook niet zo één-twee-drie uithalen.
arts D2.(UWV): Ik had het ook niet, ik denk, "waarom staat dat er nou"?
D.           : Oké, dus dat is voor u ook niet duidelijk?
arts D2.(UWV): Nee, dat is niet duidelijk.
D.           : En dan was er een discussie. U schreef, nee, mijn advocaat schreef een bezwaarschrift en hij noemt letterlijk op, wat die artsen allemaal schrijven, duidelijk geremd bewegingspatroon, slechte cerviele mobie, slechte cervicale mobiliteit, stugheid, versterkte thoracale kyfose, allemaal van die moeilijke termen. En u schrijft daarop in het verweerschrift, dat de interpretatie en, van de formuleringen komt van de betrokkene, terwijl mijn advocaat gewoon overneemt wat die anderen schrijven.
arts D2.(UWV): Ja, dan zou ik allemaal exact moeten weten wat u bedoeld. Kijk, als dokter S. schrijft zoiets over functioneel?.
D.           : Mechanisch-functionele stoornis.
arts D2.(UWV): Ja, eh, dan wordt het, dan gaat het erom, dat zijn woorden, hè? En de één kan een woord anders uitleggen dan de ander.
D.           : Ja, dat is mijn tweede punt, dat wou ik zo.
arts D2.(UWV): Maar dat bedoeld u dus nu niet?
D.           : Dat is,
arts D2.(UWV): Nee, dan begrijp ik het niet.
D.           : Dat is ook een hele discussie. Ehm, het gaat, euh, ja, u schrijft, de specialisten hebben geen objectiveerbare afwijkingen gevonden. Ik bestrijd dat. En de,
arts D2.(UWV): Maar dat gaat, dat gaat over welke specialisten?
D.           : Nou, u noemt bij punt 8, dus dat zijn bij punt 8, wat mijn advocaat daar genoemd heeft.
arts D2.(UWV): Nou dan moet ik dat even gaan kijken, ik weet dat niet uit mijn hoofd. Zijn dat, is dat van die revalidatie?
mr. P12.     : Ja, ik zit even te kijken welk, is het,
arts D2.(UWV): In B., bedoeld u die?
D.           : Dat is in die laatste procedure, dus dat is het verweerschrift.
arts D2.(UWV): Want, u was toen in B., of,
D.           : Van 21 december 2000.
arts D2.(UWV): U was toch ergens geweest, waren allemaal nieuwe onderzoeken geweest.
mr. P12.     : Precies, in euh,
arts D2.(UWV): En toen hebben die dokters eigenlijk niet een verklaring voor uw klachten kunnen vinden. Tenminste dat staat in die brief. Zo heb ik het gelezen. U leest het anders, maar zo heb ik het gelezen.
D.           : Ja, ik lees het anders dan u.
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Maar oké, dan noem ik dat gewoon. U zegt: "de interpretatie van de formuleringen komt van de betrokkene", van de betrokkene. Ik denk dat dat niet juist is.
arts D2.(UWV): Van de advocaat van betrokkene dan.
D.           : Ja. Terwijl hij gewoon overneemt wat er staat. Ik denk dat we het in het vervolg gewoon letterlijk moeten citeren, en de datums moeten noemen van de rapporten.
arts D2.(UWV): Mmm, ja, dat kan, ja.
D.           : Dan zal ik nu eerst die mechanisch-functionele stoornis doen? U schrijft dat is de interpretatie van de advocaat van betrokkene. Ja, dat kunt u echt niet maken om dat zo te schrijven. Ik heb u laten weten, in die brief waar ik mijn excuses voor hem aangeboden, heb ik u laten weten dat het niet klopt. Mijn advocaat heeft bijna, en die heeft ook dat genoemd. En dokter S., die heeft een brief geschreven over enkel die term 'mechanisch-functionele stoornis', wat hij daarmee bedoeld. En als mijn advocaat dat dan overneemt, dan zegt u gewoon: "dat is een interpretatie van de advocaat".
arts D2.(UWV): Die brief hebben wij ook.
D.           : Ja.
mr. P12.     : Van S., ja, ja.
D.           : Dat vat ik persoonlijk op, want ik heb mijn advocaat zelf uitgezocht, ik betaal hem voor het grootste deel met mijn eigen spaargeld. Dus of mijn advocaat zich beledigd voelt, dat heb ik niet eens gevraagd, maar ik vat dat persoonlijk op.
mr. G4. (UWV): Ja, nou is het misschien, kijk, het is, misschien, ja, nou.
arts D2.(UWV): Het is juridisch.
D.           : Maar u schrijft dat op.
mr. G4. (UWV): Kijk het is natuurlijk de taak van een verzekeringsarts, en een bezwaarverzekeringsarts om aan de hand van al die medische rapportages, een interpretatie te geven van de belastbaarheid. Want al die medische rapportages, die bevatten geen weergave van de beperkingen, althans voor zover die van belang zijn in het kader van de WAO schatting. En misschien dat daar het verschil van mening ligt en onduidelijkheid.
D.           : Euhm, nu u dat verslag heeft gezien van die röntgenfoto's, zegt u nu: "dokter S. heeft zich inderdaad op die röntgenfoto's gebaseerd?
arts D2.(UWV): Nou, dan moet ik, zou ik de brief van dokter S. er naast moeten leggen.
D.           : Die heb ik hier bij me.
arts D2.(UWV): Maar dat kan ik nu niet doen, maar, ik lees dit,
D.           : Bij röntgenonderzoek, onder het kopje röntgenonderzoek, u kunt dat lezen en dan wacht ik even.
arts D2.(UWV): Ja, ik wil dat best even lezen, kijken of daar.
D.           : Dat zit gewoon.
mr. G4. (UWV): Ik denk dat wat te beetje voorbarig is om daarop zondermeer op te reageren, gelet ook op de complexiteit van de materie en de hoeveelheid dossierstukken. Want,
D.           : Nee, dit gaat om dokter D., zij heeft dat opgeschreven.
mr. G4. (UWV): Ja.
arts D2.(UWV): Ja, dus ik moet dit vergelijken met dat?
D.           : Nee, heeft dokter S. zich mede gebaseerd op de röntgenfoto's? En het enige antwoord is 'ja'. Bent u het daarmee eens? Hij noemt het röntgenonderzoek, hij schrijft daaronder wat hij gezien heeft. U heeft het verslag.
arts D2.(UWV): Daar kan ik inderdaad geen antwoord opgeven, nu, in dit stadium. Kijk het zit zo, in het algemeen doe je die onderzoeken, allemaal, je doet bloedonderzoek, je doet röntgenonderzoek, je doet alle onderzoeken en dat op basis van alles te samen maak je een conclusie. Dus natuurlijk heeft hij die röntgenfoto's daarbij betrokken, dat kan niet anders. Maar,
D.           : Ja, natuurlijk, hij -----
arts D2.(UWV): Maar het is niet zo dat je uitsluitend op een röntgenfoto of een röntgenonderzoek, dat hebt u zelf ook gezegd, daar kan je geen conclusie trekken. Je moet de combinatie van alles nemen.
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): En dat schrijft hij ook.
D.           : Als hij opschrijft onder het kopje röntgenonderzoek, iets met lichte scoliose, verstreken lendelordose, euh, doet hij dat op basis van de röntgenfoto's.
arts D2.(UWV): Die hij zelf bekijkt.
D.           : Oké. Ik vat het op, dat u toezegt, dat hij die röntgenfoto's dus bekeken heeft, en dat op basis daarvan zegt. Dat haalt,
arts D2.(UWV): Dat denk ik, dat denk ik, dat staat daar niet duidelijk, maar gezien dat dit iets anders is dan dat, zal hij ze wel zelf bekeken worden.
D.           : Dat haalt,
mr. P12.     : Daar was u zelf niet bij.
arts D2.(UWV): Nee, dat kan ik niet weten.
mr. G4. (UWV): Ik kan mij voorstellen dat het niet alleen gaat om röntgenfoto's, maar ook bijvoorbeeld op de manier waarop u zit, waarop u loopt, de weergave van uw klachten en de röntgenfoto's zullen daarbij ongetwijfeld een rol spelen, maar dit geen doorslaggevende rol.
D.           : Dit punt heb ik al binnen. Dat haalt een deel van uw redenering al onderuit. Ja, sorry maar.
arts D2.(UWV): Nee, dat mag, tuurlijk.
D.           : Ik zit hier al tien jaar mee.
arts D2.(UWV): Daar zitten we hiervoor, dus euh.
D.           : Met die problemen. Dan het andere is "de ervaring leerde". Dat is zo'n beetje het laatste. U zegt: "die zes uur per dag, die is gedaan omdat de ervaring leerde dat ik daarbij beter functioneerde". Ik vind dat niet helemaal kloppen zo'n redenatie.
arts D2.(UWV): Mmm.
D.           : Als ik daar ik daarmee meega, dan moet het 3,6 uur zijn.
arts D2.(UWV): Dan moet het?
D.           : Dan moet het 3,6 uur zijn. Als ik in met die redenatie, daar met mee ga. En ik heb u al laten weten dat het niet klopt, in mijn brief. Mijn advocaat heeft bijna uitgespeld waar die zes uur vandaan komt. En nu, in uw allerlaatste brief schrijft u opnieuw op, dat zes uren belastbaarheid, "aangezien hij daarbij nog redelijk kon functioneren". En dat klopt dus niet. U kunt er 3,6 van maken. Dan klopt het al iets beter.
mr. G4. (UWV): Hoe komt u aan die 3,6 maken, euh?
D.           : Ja, hoe komt u aan die zes? Ik werkte 3,6 uur per dag, dat heb ik tot het uiterste toe, geprobeerd vol te houden.
mr. P12.     : Er zit een rekenfout in de berekening. Het is, destijds in '92 is het al iets te eenvoudig bekeken. Want, je hebt geen acht uur gewerkt.
D.           : Ja, dat, ik heb een 36-urige werkweek.
mr. G4. (UWV): Precies, ja ja ja, op die manier, ja, ja.
D.           : En ik werkte toen halve dagen, dus ik werkte 3,6 uur per dag, ja, dat is niet veel.
mr. G4. (UWV): Daar komt die 3,6 vandaan.
D.           : Maar dat koste mij zoveel moeite om dat vol te houden. Maar die zes uur per dag, ja, die, die komt nergens vandaan. Dat is zomaar uit de lucht gevallen. Dus ja, wat doet u daarmee? Dat kunt u niet blijven volhouden dat dat een onderbouwing is.
mr. P12.     : Maar goed, daar zal u over nadenken, hè?.
mr. G4. (UWV): Nou, als ik daar, maar goed, ik ben geen verzekeringsarts. Ik, kijk, ik lees in het meest recenste rapport, waarvan u ook een kopie heeft gekregen, dat er toch een zekere coulance betracht is en dat ik eigenlijk van mening ben, alle rapporten lezende, en uitgaande van het standpunt dat er eigenlijk geen objectiveerbare afwijkingen zouden zijn. Althans tot dusverre niet. Dat er in feite acht uur per dag gewerkt zou kunnen worden, zij het dat, vanuit het verleden uit coulance overwegingen, er twee uur vanaf gehaald is. Dat is eigenlijk wat mij zo te binnen schiet hoor, de dossier in m'n gedachten, ophalend.
D.           : Nou, ja, ik vind dit trouwens wel een aardig voorstel nu, maar ja, die onderbouwing, die klopt, die klopt zo weinig van.
arts D2.(UWV): Nee, ik ben het eens met mijnheer G.. Het komt inderdaad, omdat we in die tijd dachten, nou we gaan een beetje mee met de klachten, we zullen een beetje kijken, kunnen we een compromis proberen te kunnen bereiken, zoiets.
mr. G4. (UWV): Min of meer in de veronderstelling verkerend dat het van lieverlee beter zou gaan met u,
arts D2.(UWV): Ja.
mr. G4. (UWV): En dat er dus weer teruggekeerd zou kunnen worden naar die acht uur. Hè, maar een echt harde onderbouwing voor die twee uur, waarmee die acht uur dan verminderd is, ja, die heb ik ook niet kunnen ontdekken.
D.           : Nee, maar als,
mr. G4. (UWV): Maar nogmaals, die is denk ik ook niet te geven, want het gaat om objectiveerbare afwijkingen en ja, die zijn niet echt, althans tot dusverre niet echt boven water gekomen.
D.           : Ik kan misschien vertellen hoe het in B. gegaan is? Die orthopeed vroeg of ik problemen had met het G. en toen ik dat bevestigde toen zei hij, oh, dan hoef ik ook geen afspraken meer met andere dokters te maken. En hij zag de röntgenfoto van mijn nek en hij vroeg of dat ik wel eens tintelende vingers had en zo, ik zei: "ja, dat komt wel eens voor". Toen zei hij dat het, zag hij dat als extra aanwijzing dat het niet orthopedisch is. Toen zei hij, dat hij, hij zou het ook nog wel eens even tegen de neuroloog gaan zeggen. Toen kwam ik bij de neuroloog en zij heeft mij laten fietsen op een fiets onder andere, en toen ik van die fiets afstapte, ja, toen leek het alsof ik op luchtkussentjes liep, en ook euh, ja, krachtsverlies en dat soort dingen. Zij zei: "dat is niet neurologisch, want de oorzaak is geen neurologische ziekte, maar een probleem met de belastbaarheid van de nek". Dus zo ben ik precies tussen die neuroloog en de orthopeed ingevallen. En die orthopeed schrijft ook heel nadrukkelijk op, dat het niet objectiveerbare, op zijn vakgebied is. Als je gewoon naar de dokter gaat, dan schrijft die dat niet zo nadrukkelijk op, denk ik. En die orthopeed had wel het verslag van reumatoloog S8., maar hij zegt niet of dat het daar niet mee eens is. Hij zegt wel: rotatie evident beperkt. Dus dit jaar ben ik naar mijn huisarts gegaan, ik heb gevraagd, bij welk specialisme horen mijn klachten? zoals dokter S. die beschrijft? Nou, daar kreeg ik ook geen duidelijk antwoord op. En ik denk met dit dossier, zal er wel nooit een duidelijk antwoord op komen. Daarom, u, uw voorstel, ja, ik zie het als een voorstel, voor die 54%. Ik vind het best een aardig voorstel, maar ja, het is nooit mijn bedoeling geweest, om zoveel mogelijk uitkering, of zoveel mogelijk geld te krijgen. En dat die hele onderbouwing rammelt, denk ik toch dat ik hier maar tegen in beroep ga.
mr. P12.     : Maar goed, zover zijn we nog niet. Er is natuurlijk een ehm, euh, ik wil toch even wachten tot ik straks mijn verhaal kan gaan doen.
D.           : Ik denk dat dat nu is.
mr. P12.     : Ja.
mr. G4. (UWV): U bent op dit moment klaar?, meneer D.? Persoonlijk dan.
D.           : Ik denk het wel ja.
mr. P12.     : Misschien zal ik dan even aanvullen, ik zal, euhm, de hele feitelijke geschiedenis, die heeft mijnheer D. zelf uitvoerig aangegeven, dus die zal ik niet, die zal ik niet herhalen. Euhm.
D.           : Mag ik misschien even het bandje omdraaien?
mr. P12.     : Natuurlijk. Zeker. (D. draait het bandje om)
mr. P12.     : Ja, en, dus in feite heeft meneer zelf aangegeven, op zich is dat heel fijn, soms denk je ook wel van, euhm. Wat van groot belang is dat, dat meneer D. hier dus echt maanden en maanden mee bezig is geweest, en ik weet dat uit eigen ervaring dat dat ook zo is. En, vandaar dat de heer D. dat ook zelf heeft verteld, van hoe hij zeg maar naar zo'n zitting als vandaag toeleeft en hoe hij vervolgens na zo'n zitting weer met zijn gezondheid omgaat. Dat betekent dus met name op bed liggen heb ik begrepen. Euh, en zich gewoon echt intens rot voelen en ik maak hem al een aantal jaren mee en dat is ook zo, dus dat is de, dat is de situatie waarin hij daarna beland. Dat is even goed, als aanvulling denk ik op het, op het verhaal. Euh en, wat meneer zelf eigenlijk aangeeft, het gaat hem niet eens eigenlijk om het geld. Hij leeft de afgelopen jaren op een euh, op een zeer laag financieel niveau, maar hij, het gaat gewoon niet. Iets wat ik niet kan doen, als ik niet kan werken, dan kan ik niet werken. En hij wil ook een stuk erkenning voor hetgeen hem overkomen is, hè?, voor de situatie waarin hij zich bevindt. Dus zijn strijd is niet om rijk te worden, dat zal hij wel nooit worden, sterker nog hij is nu alleen maar heel fors aan het interen en heeft eigenlijk heel weinig. Waar het hem om gaat is een stuk erkenning voor zijn medische situatie. Nou, en daarvoor zijn we inmiddels al jaren bezig en hebben we meters hoge dossiers. Iets van groot belang, dat is in elk geval die uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van negentienzeven, van negen, van 2002, van november 2002. En heel kort gezegd is het, misschien is dat wat te kort door de bocht, maar toch wel een juiste conclusie eigenlijk, van nou zorg er nu voor dat nu zowel arbeidskundig als medisch alles op orde wordt gebracht, en de Centrale Raad van Beroep zegt dan eigenlijk, van nou, je moet terugkijken naar 1997 en naar 1999, om alsnog de arbeidsongeschiktheid vast te stellen van mijnheer euh, van meneer D.. Omdat zowel arbeidskundig het eigenlijk niet goed is gegaan, en ook medisch is het, is het ook niet goed gegaan. Dus je moet dat alsnog moet je dat in kaart brengen. Nu is het natuurlijk heel moeilijk, omdat we nu eenmaal in 2003 leven, om alsnog terug te gaan naar 1997 en naar 1999, want daar komen we nooit meer naar terug. Het alternatief wat je dan kunt doen is zeggen van nou, dat blijkt ook wel uit uw dossier en uit het verslag wat u heeft gemaakt, wat de arbeidskundige alsnog heeft opgesteld. Dan gaan we toch maar naar het dossier kijken, wat uiteindelijk het enige is wat we hebben. Euh, maar omdat dat dossier toch zoveel hiaten bevat en steeds weer teruggrijpt op een, toch ook weer op een uitspraak van E. bijvoorbeeld, waarvan de Centrale Raad van Beroep nu heeft gezegd, van daar kun je je niet meer op beroepen. Sterker nog, u heeft nu ook zelf gezegd dat dat, dat niet de basis kan zijn voor arbeidsongeschiktheid. Betekent het dat het alsnog in kaart moet worden gebracht. Dus je zit daar in een soort, nou, een soort diabolische constructie, omdat je iets moet gaan reconstrueren wat bijna niet te reconstrueren valt. Maar goed in die situatie zit je, en dat betekend dat het nu wel dringend noodzakelijk is dat alsnog de arbeidsongeschiktheid van meneer goed in kaart wordt gebracht. En dat, dat compromis karakter, zeg maar van wat je leest in het rapport van de bezwaar-arbeidskundige en van u, dat, natuurlijk dat lees je er wel een beetje in, en dan kom je op een bepaalde manier, bepaalde mate van arbeidsongeschiktheid uit. Maar meneer zegt, ik wil een uitspraak omtrent de, ik wil dat alsnog recht wordt gedaan aan de situatie waarin ik mij bevind. Vandaar dat hij zo'n lange toelichting heeft, om uit te leggen hoe het echt met hem gaat, en dat hij dus niet kan werken. Dat het hem gewoon lichamelijk niet lukt om te functioneren. Dat hij gewoon eigenlijk gebonden is aan zijn bed, voor een heel groot gedeelte van de dag. Nou eerst maar even medisch, euh, ik ben natuurlijk geen medicus, dus dan moet je altijd oppassen wat je zegt. In elk geval is wel bekend dat er hier sprake is van dossierstudie, er is uit gegaan van de voor handen zijnde medische informatie. Zowel, dat blijkt ook wel een beetje uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, natuurlijk ook uit al die procedures die we hebben gevoerd. Dat dossier, dat is een dossier waar zich, waar alleen maar over gediscussieerd kan worden, omdat partijen het daar sowieso nooit over eens zullen worden. Maar dat het alsnog noodzakelijk is dat medisch onderzoek aan cliënt vindt, waarbij duidelijk in kaart wordt gebracht, van wat zijn beperkingen zijn, dus dat alsnog een correct belastbaarheidspatroon kan worden opgesteld. Ook bij het aansluiten op die zes uur per dag, uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep blijkt ook, dat je daar sowieso niet aan vast kunt houden, omdat de, omdat ook arbeidskundig gezien de destijds indeling in zes uur per dag, dat is in 2, '93 al verkeerd gegaan is. Want zo kun je iemand eigenlijk niet, zo kun je niet correct de arbeidsongeschiktheid van iemand berekenen. Dus dat betekend dat die zes uur, dat dat geen, geen factor is waar je nu rekening mee kunt houden. Dus dat betekent dat alsnog opnieuw de situatie van mijnheer in kaart moet worden gebracht, tot een middel van onderzoek. En dat, de situatie van mijnheer wordt wel steeds erger, hè?, dat is wel zo. Maar in 1997 lukte het hem ook al niet meer om te werken. Dus dat dient dan eigenlijk alsnog in kaart te worden gebracht. Datzelfde geldt ook arbeidskundig gezien, je zult ---- belastbaarheidspatroon op moeten stellen. Eerst maar eens even kijken naar die maatman. Dat maatmanuurloon, nou dat is vastgesteld op basis van salaris van cliënt. Nou, dat zullen wij na moeten gaan of dat klopt, daar gaan we maar even vanuit. Wat wel zo is, is dat wanneer hij in 1993 uitkomt op een maatmanuurloon van 22 gulden 83, en op '97 van 24 gulden 55, dan vraag ik mij af of daar een correcte factor op is toegepast in die vier jaar, omdat het dan wel weinig naar boven gaat, zeker wanneer je kijkt dat in 1999 het 26 gulden 39 is. Dus het is de vraag of dat euh, of dat goed is gegaan met het berekenen van het maatloon, maatman. Vervolgens die belastbaarheid. Nou, dat is toch iets wat je, wat je toetst aan de medische gegevens. Maar misschien is het toch goed dat de arbeidsdeskundige gewoon nog eens naar meneer D. kijkt, en dat met, afgaat, wat hij kan, wat de belastbaarheid van meneer is. Want als je dit allemaal bekijkt, dan heb je een aantal zaken, waarbij je zegt van, nou, dat lijkt correct te zijn hè?, dat is inderdaad een correcte invulling van de belastbaarheid. Maar een aantal andere zaken die erin staan, ja die kloppen gewoon echt niet. Dus die toets dat meneer, euhm, ja bijvoorbeeld traplopen, acht keer per uur 15 treden, dat zie ik meneer gewoon echt niet doen. Tillen beiderzijds vijfhonderd keer per uur tot 10 kg, dat lukt ook niet. Nou, zo gaat je maar door, dus die belastbaarheid, dat is toch iets waar, die alsnog goed in kaart moet worden gebracht om uiteindelijk te kunnen concluderen wat voor werk meneer dan nu nog aan zou kunnen. En de conclusie zal dan bijna geen andere kunnen zijn dat er gewoon bijna geen werk voor meneer is, en dat hij dus volledig arbeidsongeschikt moet worden geacht. Dat is natuurlijk ook de reden waarom meneer hier nu zit en waarom die zoveel hij zoveel maanden heeft besteedt zeg maar, om deze zitting voor te bereiden. Dat het er alsnog toe geleidt wordt, dat hij, dat recht wordt gedaan aan zijn medische situatie. Ik wil het hier voorlopig bij laten.
mr. G4. (UWV): Wilt u daar iets aan toevoegen mijnheer D.?
D.           : Ja, recht wordt gedaan. Het gaat ook om dokter S8., euh, die heeft mij goed onderzocht en bij die rechtszaak zei dokter S., die heeft het juridisch als het ware teniet gedaan. Maar dokter S. is een orthopeed, een orthopedisch chirurg. Ja, en horen mijn klachten wel bij een orthopeed? Ik vind zelf dat het meer bij een neuroloog hoort dan bij een orthopeed, terwijl de oorzaak toch puur mechanisch is.
mr. P12.     : Ja, meneer zorgt er zelf voor dat hij heel veel ook informatie geeft, ook omtrent zijn, eigenlijk ook nu, omtrent zijn medische situatie, hij verwijst naar S., maar ook naar andere stukken, dus er is wel voldoende basis om gewoon te concluderen dat het mechanisch met mijnheer niet in orde is.
mr. G4. (UWV): U bent nu nog onder behandeling van de huisarts uitsluitend?
D.           : Ja,
mr. G4. (UWV): Min of meer.
D.           : Fysiotherapie, en manuele therapie.
mr. G4. (UWV): Ja ja, dat nog wel steeds.
D.           : Ja, ja, gewoon als ik het nodig vind.
mr. G4. (UWV): Ja, ja.
D.           : Ja, het gaat wel een beetje ver, maar, de manueel therapeut zit bijvoorbeeld op een half uur rijden afstand. Dan moet ik toch weer een half uur in de auto zitten.
mr. G4. (UWV): Ja, ja.
D.           : Nu heb ik zelf mijn zwager zover gekregen dat hij manuele therapie op mijn bovenrug kan doen. Als het hard gaat zitten wringen, dan euh, ik heb zelf een behandeltafel laten maken, en dan roep ik mijn zwager te hulp.
mr. G4. (UWV): Ja, ja.
D.           : En dan maar hopen dat het op een veilige manier gaat.
mr. P12.     : Ja, dus dat betekent dat mijnheer eigenlijk gewoon in een soort dramatische thuissituatie zit. Hij kan gewoon geen activiteiten verrichten.
D.           : Nou, ik kan een heleboel, als ik er maar jaren de tijd voor heb.
mr. P12.     : Ja.
arts D2.(UWV): U woont nog thuis.
D.           : Ik ben bij mijn moeder gaan wonen.
arts D2.(UWV): Gaan wonen, toen de vorige keer al, zei u. En dat is nog zo?
D.           : Ik kan bijvoorbeeld wel m'n eten koken, maar niet iedere dag. En stofzuigen en zo, dat zijn toch lastige dingen.
arts D2.(UWV): Ik had nog een vraagje aan de advocaat, als het mag tenminste?
mr. G4. (UWV): Natuurlijk euh.
arts D2.(UWV): U had het steeds over "nu", en dan raak ik altijd in de war. Waar moeten we nou, we hebben het toch over 1999? Nu is het 2003, euh,
mr. G4. (UWV): '97 en '99.
mr. P12.     : Ja.
arts D2.(UWV): En u zegt "nu" en toen zag ik het even niet.
mr. P12.     : We zitten eigenlijk in 1997,
mr. G4. (UWV): 3 maart '97.
mr. P12.     : En we zitten in juni volgens mij in 1999.
arts D2.(UWV): Dat is waar we het over hebben.
mr. P12.     : Eigenlijk hebben, daar hebben de discussie nu over.
arts D2.(UWV): Daar hebben we het over, en niet over "nu". Nee, omdat u zei "nu", dacht ik, ja,
mr. P12.     : Nou, je zult op de één of andere manier de arbeidsongeschiktheid van meneer vast moeten stellen, dus de Centrale Raad van Beroep heeft daarom ook gezegd van, zowel medisch als arbeidskundig moet het alsnog worden overgedaan, dan zul je moeten,
arts D2.(UWV): Nee, dat begrijp ik. Maar meneer heeft zelf gezegd, nou het is nu nog ongeveer hetzelfde is als toen, hè?. Het is erger geworden, maar in 1997 was het ook al bijna zo erg, als nu. Zo heb ik het begrepen. Zo heb ik het begrepen, klopt dat?
D.           : Euh, Nu ga ik ook twijfelen, wanneer u wat bedoeld, ja, maar februari 1997, dat is echt een kantelpunt.
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Daarvoor kon ik met de grootste moeite nog die 3,6 uur per dag werken, en daarna ging dat niet meer.
arts D2.(UWV): Ja, en nou is dus de vraag,
D.           : De jaren daarna, ik merk wel, de stabiliteit van mijn nek afneemt, en daardoor de klachten toenemen, maar ongeveer hetzelfde effect.
arts D2.(UWV): Ja, euh, nee, maar ik vraag dat met name omdat meneer P., die vraagt om een medisch onderzoek, en mijn vraag is eigenlijk, wat bedoelt u daarmee?
mr. P12.     : Ja, ik denk eigenlijk dat er alsnog medisch onderzoek aan cliënt plaats moet vinden.
arts D2.(UWV): Maar wat bedoelt u met medisch onderzoek?
mr. P12.     : Met medisch onderzoek, om te kijken wat zijn beperkingen zijn.
arts D2.(UWV): Wat bedoelt u met medisch onderzoek?
mr. P12.     : Dat er alsnog.
arts D2.(UWV): Bedoeld u lichamelijk onderzoek?
mr. P12.     : Ja, wellicht.
arts D2.(UWV): Dat is toch ook gebeurd in 2000 of 1999? Dus ik begrijp niet, wat verwacht u daarvan dan?
mr. P12.     : Wat ik daarvan hoop te verwachten is dat, dat alsnog, zoals cliënt dat ook zelf zegt, zijn beperkingen op juiste wijze in kaart worden gebracht.
arts D2.(UWV): En wie zou dat medisch onderzoek moeten doen?
mr. P12.     : Ja, iemand bij de, het lijkt mij een verkeringsarts, of u.
arts D2.(UWV): Ja, ja, ja, het is maar een vraag, want je kunt ook zeggen, ik wil een orthopedisch chirurg of een reumatoloog.
mr. P12.     : Het staat de uitvoeringsinstelling vrij om deskundige hulp in de roepen van een specialist.
arts D2.(UWV): U heeft er zelf niet over gedacht om dat te doen?
mr. P12.     : Euh, er zijn natuurlijk wel eens wat gesprekken geweest, maar wat ook moeilijk is voor meneer, is om zich te verplaatsen. Ook om naar een arts toe te gaan.
D.           : Ja, misschien kunnen we daar iets van vertellen. Wij hebben natuurlijk een jarenlange discussie, euh, tuurlijk zijn er wel gespecialiseerd artsen, maar die zitten bijvoorbeeld in Amsterdam of een instelling in Drente, allemaal veel te ver weg. We hebben ook een medisch adviseur geraadpleegd, die heeft nog in de omgeving geprobeerd, maar dat is ook niet gelukt. Als een arts dat dossier leest, ja, die brandt daar liever zijn vingers niet aan. En we zouden ook nog proberen kunnen om een psychiater te vinden die één of andere somatisatie-verschijnselen diagnosticeert, zo maar uit de lucht gegrepen, maar,
arts D2.(UWV): Weet u wat het probleem, ik wil u dadelijk best nakijken hoor, dat vind ik niet erg, alleen, ja, ik weet niet wat we er mee zullen winnen. Maar laten we het in ieder geval maar doen. Maar, het probleem is dat, u hebt klachten hè?, dat is gewoon zo. Dat kan je zien, dat ziet uw advocaat, dat zien wij ook, daar gaat het niet om. Het gaat er alleen om, waar komen nou die klachten vandaan?
D.           : Ja, dat heeft dokter S. letterlijk aan mij verteld.
arts D2.(UWV): En de redenatie, dat is waar we het niet over eens zijn, waar de klachten vandaan komen. Want u zegt, er is een zuiver puur mechanische oorzaak. Dat zegt meneer P., en ja, een oorzaak is ten eerste, kan ten eerste nooit puur mechanisch zijn, dat is eigenlijk onmogelijk, want een mens is geen, een menselijk lichaam is geen machine. Dus dat kan op zich al niet, maar laten we dan uitgaan, van uitgaan dat het een machine is, dan is toch die radarwerkjes bij u, dan is niet geconstateerd dat de ernst van uw klachten daardoor veroorzaakt kan worden. Dat is niet objectiveerbaar,
D.           : Oké.
arts D2.(UWV): Tot nu toe gebleken, en dat blijven we, dat blijf ik, ik zeg het eerlijk, daar blijf ik tegen aanlopen. Hoewel ik heus geloof dat u die klachten hebt, ik kan ze niet, met juist die stukken die erin zitten, kan ik niet zeggen dat dat euh, dit dat veroorzaakt, en dat dat. Dat kan ik niet.
D.           : Nee, nu bent u duidelijk. Maar dokter S. is eigenlijk de enige arts die bekend was met mijn soort nekklachten, en hij zegt dus niet, dat het niet helemaal te verklaren is. Hij geeft gewoon die diagnose. Hij zegt niet: "dit kan maar de helft verklaren". En zoals hij het tegen mij vertelde was het gewoon ook de verklaring.
arts D2.(UWV): Ja, maar wat hij tegen u vertelde staat niet zo exact in die brief dan.
D.           : Nou, hij stelt gewoon die diagnose, hij zegt niet van, er moet nog iets anders zijn of er moet iets psyschisch zijn. Dat schrijft hij helemaal niet.
arts D2.(UWV): Hmm.
mr. P12.     : Daarnaast is het ook zo dat ongeacht wat een euh, in dit geval meneer D. zegt, euh, dat u een eigen verantwoordelijkheid hebt om te zeggen van, D. kan zeggen dat het mechanisch is of wat dan ook, maar ik vind dit of ik vind dat.
D.           : Maar, ja, ik heb er ook niet,
arts D2.(UWV): Maar ik u hebt begrepen wat ik bedoelde hè?
D.           : Ja, maar,
arts D2.(UWV): Ik heb gezegd dat ik u kan nakijken, ik kan allemaal dokters vragen uit Groningen, of Amsterdam of waar dan ook, in dit geval gaat het toch om de objectiveerbare bevindingen, voor zover die de klachten kunnen verklaren.
D.           : Ja, nee, duidelijk, begrepen.
arts D2.(UWV): Dat blijft zo, wat we verder ook,
D.           : Maar ik denk dat de oorzaak in het, in de kern wel objectiveerbaar is.
arts D2.(UWV): Dat begrijp ik, u denkt dat dokter S..
D.           : Dat de gevolgen, dat ook rekening moeten houden hoe dat, in de geschiedenis zich ontwikkeld heeft.
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Maar als er bepaalde klachten zijn waarvan u zegt, die hebben er niet mee te maken of dat kan niet. Dan wil ik daar wel iets meer over vertellen. Euh, slecht slapen, migraine, hoe dat tot stand komt allemaal.
mr. G4. (UWV): Ja, wat mij betreft mag u daar even op ingaan. Dat is verder geen enkel probleem. Daarvoor is die hoorzitting in feite ook bedoeld.
arts D2.(UWV): Als u dat nog een keer uit wilt leggen, ja,
D.           : Want die migraine, dat ontstaat niet zomaar, dat is altijd als de linkerkant meer verkrampt. Als de linkerkant meer zeer doet, of meer verkrampt is geweest, dat betekent niet dat ik migraine krijg, maar die kans is wel aanwezig. En op mijn werk met de muis met de linkerkant, arm, stond dat flink verkrampt, en in het weekend, dan ontspande dat en kon die migraine ontstaan. Dat heb ik gewoon nagezocht en dat blijkt gewoon medisch bekend te zijn. En toen het corrigeren wel lukte en het gewoon, en ik gewoon soepel bewoog, dan rustte ik 's nachts ook gewoon uit. En dan droom ik ook 's nachts. Terwijl nu, nou het is misschien maanden geleden dat ik er bewust van ben dat ik een keer gedroomd heb. Ja, soms heb ik ook, als ik te lang ergens mee bezig ben, dat lukt het me niet meer om een telefoonnummer te draaien of een postcode op te schrijven, omdat ik die paar getallen gewoon niet in mijn gedachten, een paar seconden kan vasthouden. Als ik dan wat ga lopen, dan komt de doorbloeding wat meer op gang of ik ga liggen, dat het wat meer ontspant, ja, dan lukt dat wel. En, ja, hoe ik er mee omga, dat heeft natuurlijk een belangrijke invloed, hoe ik er psychisch mee omga, maar het is wel steeds gerelateerd aan de problemen met mijn nek. En mijn nek en mijn rug, ja, ik zie het toch als één onderdeel. Ja, een orgaan is misschien wel niet het juiste woord, maar het is één wervelkolom in ieder geval. En ze zijn dus niet zomaar vanzelf ontstaan, maar daar gaan inderdaad jaren aan vooraf.
mr. G4. (UWV): Dat was wat u nog wilde toevoegen?
D.           : Ja.
mr. G4. (UWV): Heeft iemand nog wat te vragen? Op te merken?
mr. P12.     : Nee, dank u wel.
mr. G4. (UWV): Nou, dan gaan we er mee aan de slag. We zullen alle gegevens nog eens op een rijtje gaan zetten.
arts D2.(UWV): Maar ik meende.
mr. G4. (UWV): Ja? Oh, sorry.
arts D2.(UWV): Ik meen dat het wel de bedoeling is dat ik meneer dus nakijk. Ik kan dat op een andere keer doen. Maar dat heb ik tenminste begrepen. Dat is wat uw advocaat vraagt.
mr. G4. (UWV): Dat is de bedoeling? Ja, oké.
arts D2.(UWV): Dus ik denk, euh, ja,
mr. P12.     : Afhankelijk wat u daar zelf van vindt?
arts D2.(UWV): Ja, ik weet niet. Omdat ik natuurlijk wel die brieven heb uit '99 van de, wat was het? neuroloog, revalidatiearts, en, en, orthopeed hè?
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Drie artsen, die hebben dat onderzoek geheel beschreven. Dus ik denk, nou, ik kan ook op dat onderzoek afgaan, want ik verwacht niet dat ik iets anders vind, persoonlijk. Maar als u zegt, ja, ik stel daar prijs op. Dan wil ik dat doen.
D.           : Ja, dan maakt het, dan, als u het zo stelt, dan maakt het eigenlijk niet veel uit.
arts D2.(UWV): Ja maar, want de heer P. had dat gevraagd.
D.           : Misschien dat mijn advocaat euh.
arts D2.(UWV): Ja.
mr. P12.     : Ik zou mij voor kunnen stellen dat het toch goed is om meneer even na te kijken.
arts D2.(UWV): Ja, nou,
mr. P12.     : Als u daar ook mee kunt leven.
D.           : Ja, oké.
mr. G4. (UWV): Oké, dan euh, ja, dan kunt u wat mij betreft hier blijven bij mevrouw D., en dan gaan wij deze kamer verlaten.
D.           : Ik wil graag dat mijn advocaat er ook bij blijft.
mr. G4. (UWV): Dat is ook geen probleem.
mr. P12.     : Dan is in elk geval onderzocht, goed, ja hoor.
mr. G4. (UWV): Euh, dan gaan wij met z'n tweeën weg, dan gaan wij dus even afwachten tot alle gegevens op een rijtje staan en dan krijgt u te zijner tijd, en ik weet niet binnen welke termijn, de beslissing van bezwaar weer.
mr. P12.     : Precies ja, dat is enerzijds en dan ook een andere beslissing op basis of naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
mr. G4. (UWV): Ik wil dat in één verhaal proberen uiteen te zetten.
mr. P12.     : Oké, prima. Oké.
mr. G4. (UWV): Euhm ja, u kent verder de mogelijkheden dan weer tegen, tegen een eventuele negatieve beslissing.
D.           : Oh ja, dat gesprek met de directeur?
mr. G4. (UWV): Ja, nou, dat is een beetje buiten mij om gegaan. Ik stuitte toevallig naar aanleiding van het telefoongesprek pas op die brief. Ik heb daar helaas zelf geen antwoord op gegeven. Dat is een omissie van mijn kant. Ik zal nog een keer contact opnemen met mijn chef, die is op dit moment met vakantie, om in ieder geval een antwoord op die brief op te stellen, op te laten stellen.
D.           : En het gaat niet om een compromis, maar gewoon de situatie.
mr. G4. (UWV): Nee, ik ben er even van uitgegaan dat het om een compromis ging, maar dat heeft uw advocaat al rechtgezet. Maar in ieder geval behoort zo'n brief beantwoord te worden. Ook als de betrokken directeur niet meer bij het G. werkt, want dat is dacht ik het geval op dit moment.
mr. P12.     : Als het, ja, het zou wel fijn zijn als er een formele reactie kwam.
mr. G4. (UWV): Dan moet, dat zou inderdaad, zo behoren die zaken afgehandeld te worden. Het heeft mij ook, moet ik zeggen, verbaasd dat daar nooit een reactie op gekomen is, enerzijds moet ik mij dat zelf ook aanrekenen, want ik had er misschien achteraan moeten gaan, maar goed.
mr. P12.     : Oké.
mr. G4. (UWV): Dan laten wij het hierbij en dan wens ik u veel sterkte toe.
mr. G4. (UWV): Tot ziens.
D.           : Ja, goedendag.
mr. G4. (UWV): Tot ziens.
mr. P12.     : Dag.
mr. G4. (UWV): Tot kijk, meneer D., tot ziens.
arts D2.(UWV): Ja, we hebben hier een beetje,
mr. G4. (UWV): Vergeet ik één dossier?
arts D2.(UWV): Ja, er ligt nog een, maar die kan ik ook straks,
mr. G4. (UWV): Ik ben altijd, maar één dossier gewend hè?.
arts D2.(UWV): Kijk, we zitten hier een beetje provisorisch, want euh, vanwege sinds de brand.
mr. P12.     : Is er brand geweest?
arts D2.(UWV): Ja, vreselijk. Dus euh, er waren hier allemaal onderzoekskamers beneden, maar die zijn er allemaal niet. Dus ik moet het nou doen met dit hier, dus u kunt, gaat u zitten. Kijk hier hebben we een onderzoeksbank. Het licht is ook maar, abominabel. ----- Er is nog een andere onderzoekskamer, daar iemand met vakantie, dus die kan net leeg zijn.
D.           : Dat maakt mij niet uit hoor.
arts D2.(UWV): Maar dan, kan uw advocaat er rustig hier er bij staan.
mr. P12.     : Prima, ja, dat is goed hoor, ja, uitstekend, ja.
arts D2.(UWV): En euhm, even kijken, uw kleren kunt u hier ophangen. Oh, ja, kijk, als iemand binnenkomt, dan kan die niet wat zien.
D.           : Zo erg is dat niet hoor.
arts D2.(UWV): Ja, het maakt een beetje een rare indruk. Het duurt nou al, al meer dan een jaar, en dat is heel erg.
D.           : Wat moet ik allemaal uit doen?
arts D2.(UWV): Ja, u moet zich helemaal uitkleden en de onderbroek aanhouden.
D.           : Ik heb, wat extra kleren aan gedaan, toen ik wist dat hier een airco was.
arts D2.(UWV): Ja, het is wel een beetje vervelend, maar het is hier niet zo koud hoor, geloof ik. U vat gauw een kou?
D.           : Nee, maar gewoon, door die druk op het ruggenmerg is het moeite om op temperatuur te blijven. Ja, ik zeg dat zo, maar,
arts D2.(UWV): Ja, dat is natuurlijk ook iets wat,
D.           : Dat blijkt medisch gewoon bekend te zijn hoor.
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Sokken ook uit?
arts D2.(UWV): Ja. Maar misschien kunt u daar nog even zeggen, waar u dat dan vandaan heeft gehaald. Maar laten we eerst even het onderzoek doen.
D.           : Dat is,
arts D2.(UWV): Ja, Euhm, 82, zoiets hè?. Nu heb ik hier geen meetlat. Het staat natuurlijk in het dossier, maar, ik zou het gewoon zelf even willen proberen te doen, maar, weet u hoe lang u bent?
D.           : 1.98 zoiets.
arts D2.(UWV): 1,98. Dan moet u eerst even euh. Wanneer u komt staan, als u even hier komt staan, en dan even omdraaien, en dan naar de weegschaal toelopen. Ja, en dan even terugkomen, gewoon zo deze kant op. Ja, als u dan loopt, voelt u dan iets ergens? Een beetje rare vraag misschien.
D.           : Nou, nee ik heb nu geen migraine, want anders, bij iedere stap, dan voel ik het wel, maar het zit wel te trekken, en wat, maar het hangt er een beetje af hoe. Maar niet als ik zo euh loop.
arts D2.(UWV): Ja. Gaat u iets meer in het midden staan zo, ja, blijf maar staan hè?. Dan kijk ik even naar. Dan moet u even vooroverbuigen, zo, wacht even hoor, even kijken, zo met uw handen naar de grond. Maar heel langzaam. Ja? Als het niet meer gaat dan stopt u gewoon.
D.           : Zo?
arts D2.(UWV): Ja. Verder gaat niet?
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): Kom maar terug. Waar euh, waarom ging het niet verder?
D.           : Dat is het gewoon.
arts D2.(UWV): Doet het ook ergens pijn of is het gewoon stijf.
D.           : Nee, -----.
arts D2.(UWV): Ja? U doet dat nooit anders?
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): Dan wou ik ook nog even vragen of u op uw tenen kunt lopen. Zo die kant op. Ja. En dan nog even omdraaien, ja. Ja, en dan even op de hak. Dat is moeilijker hè? En kunt u zo ook voetje voor voetje lopen?
D.           : Ja, hoor.
arts D2.(UWV): ----- moeilijk. En met de ogen dicht? Hoeft niet hoor.
D.           : Dat zal wel gaan.
arts D2.(UWV): Ja, ja, dankuwel. U merkt natuurlijk dat het heel oppervlakkig onderzoek is hè?. Dan moet u even zo die kant op gaan met de rug, ja, en weer recht, en die kant op. Is dat nog bezwaarlijk? Is dat bijzonder bezwaarlijk.
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): En achteruit. Dankuwel. En kunt u de knieën buigen.
D.           : Ja, gewoon, euh, zo?
arts D2.(UWV): Ja hoor, kom maar recht overeind. Euhm, dan mag u even hier op gaan zitten. U kunt dit krukje gebruiken, een beetje onhandig, gewoon maar op een stoel zitten hè?. Dat is wat rustiger. Nou wou ik vragen net, u hebt zo'n beetje van die, het zijn geen vlekken, het zijn geen moedervlekken, wat zijn het?.
D.           : Uitslag. Het is, ja, het is een beetje raar, maar het is gekomen in dezelfde periode toen ik met euh bloedverdunnende pijnstillers begon.
arts D2.(UWV): Bloedverdunnende pijnstillers. Wanneer hebt u die genomen?
D.           : Aspirine en die euh.
arts D2.(UWV): Oh, die Indometacine.
D.           : Ja. Maar ik heb er geen last van, dus ja, ik heb het ook niet tegen mijn huisarts gezegd hoor.
arts D2.(UWV): Oh.
D.           : Ik heb wel sokken van 100 % katoen, als die 95 % katoen is,
arts D2.(UWV): Maar ik kijk dadelijk even, als u, ik dacht dat het,
D.           : Dan krijg ik een allergische reactie.
arts D2.(UWV): Nee, niet allergisch.
D.           : Maar dit is niet allergisch.
arts D2.(UWV): Nee, dit is niet allergisch. Maar ik kan, ik snap het niet. ----- waar het vandaan komt. Maar ik zou het toch maar laten zien in ieder geval.
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): Niet? Schaamt u zich daarvoor? Waarom zou u het niet laten zien?
D.           : Nee maar, ik heb dag en nacht problemen met m'n rug en nek, dan ga ik voor zoiets onbenulligs, ga ik niet tegen mijn huisarts zeggen.
arts D2.(UWV): Even kijken euhm. Dan zitten we een beetje met die bank. Dan moet u eerst even gaan zitten, even de knie recht maken. Ja, en dan euh, en zo, ja, euhm. Ja, dan kunt u het beste, zo draaien een een beetje, zo ja. En dit is ook een beetje blauw. Ja, ik heb hier niet zoveel licht hè, dus ik kan het niet heel goed zien.
D.           : Ja, ja.
arts D2.(UWV): Zijn ze wel eens dik ook?
D.           : Nee, niet echt.
arts D2.(UWV): U staat niet zoveel?. Bent u wel eens benauwd? Kortademig?
D.           : Nee, ja, vroeger heb ik wel eens kortheid gehad, ook een allergische reactie, maar nu, ja soms door krachtverlies, problemen met m'n ademhaling.
arts D2.(UWV): U houdt geen vocht vast, of zo?
D.           : Nee hoor.
arts D2.(UWV): Nou, ze zijn toch een beetje, een beetje dik, lijkt wel.
D.           : Ja, ik kan het wel uitleggen, maar,
arts D2.(UWV): Nou het is iets, u klaagt er niet over, maar, dat is wat wij kunnen zien. Dat is wat wij moeten kunnen zien, precies, daar gaat het nou precies om. Dat is wel beschreven van hoe het werkt. Begrijpt u? Of niet? Niet helemaal geloof ik.
D.           : Ik kan wel beschrijven waarom ze een beetje dikker zijn,
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Euhm, het is wel een beetje een verhaal.
arts D2.(UWV): Oh, dat moeten we het misschien dadelijk doen.
D.           : Vorig jaar zat ik in een situatie dat euhm, als ik een uur op bed lag, ik nog maar de helft van de krachten had om adem te halen. Toen heb ik geprobeerd met beugels, een kraag om 's nachts, en met pijnstillers. Dat werkte allemaal niet. Toen heb ik mijn bed scheef gelegd, 10 graden,
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Met mijn hoofd aan de lage kant en dan hang ik mijn knieën, hang ik mijn benen overboord, dus met mijn knieën aan het voeteneind. En door dat uitrekkende effect, van het omlaag drukken, kan ik dus ongeveer weer net zoveel als daarvoor. Doordat mijn nek dan iets uitgerekt wordt.
arts D2.(UWV): Ja, ja.
D.           : Dus gewoon de reden dat ik nu hier met u kan zitten praten. Maar dan hangen mijn voeten overboord, naar beneden altijd, en dan zijn ze 's ochtends wel een beetje dikker, dan kan ik moeilijk mijn pantoffels aan.
arts D2.(UWV): Dat is ook weer medisch niet helemaal goed te verklaren, maar u zei dus, en dan ben ik, als ik 's nachts op, kan ik niet goed ademen"?
D.           : Nee, door die, door die druk op mijn nek.
arts D2.(UWV): Ja, dat is wat u zegt, ik zeg.
D.           : Moest ik een kraag omdoen,
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Om te kunnen slapen.
arts D2.(UWV): Maar hoe zat dat dan met ademen?
D.           : Gewoon, door het krachtverlies.
arts D2.(UWV): Ja, u zegt, ik kon niet goed ademen, dus zet ik mijn bed scheef.
D.           : Ja, en het eerste wat uitvalt, dat is gewoon om de lucht onderin mijn longen te krijgen.
arts D2.(UWV): Nou, ik. We gaan gewoon verder, kunt u de kin op de borst doen?
D.           : Ik lig natuurlijk een beetje raar.
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Verder kom ik niet.
arts D2.(UWV): Nee. En de andere kant op. Ja.
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): En achter, het hoeft niet hoor, en achterover? Ja, goed. Ja, ik wil expres niet er tegenaan duwen of zo, ik wil u niet belasten. Als u nou kunt gaan liggen, maar dat is lastig, dan moet ik nadenken, hoe moet dat. Dan moet u er eerst afkomen, dan moet u een beetje opschuiven, anders kan u er niet op. Het is te kort. Dus moet u er even af kunt komen, want ik moet de hele bank opschuiven. Anders zit u met uw voet tegen de, ziet u?
D.           : Het zal wel twee meter zijn, dan past het wel,
arts D2.(UWV): Het ziet er veel kleiner uit. En hoe plat moet u liggen? Moet het platter dan.
D.           : Ja, euh.
arts D2.(UWV): Zoiets?
D.           : Ja, zo.
arts D2.(UWV): Ja, zo gaat dat.
D.           : Gewoon op m'n rug?
arts D2.(UWV): Ja. Ziet u, want anders had ik dat niet gekund. Daarom dacht ik, ik moet even kijken, ----- kijken of dat gaat. Even uw ene been omhoog. Zie je, even kijken of dat plekje weggaat. Gaat het nog verder?
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Doet u maar naar beneden.
D.           : Met die indometacine, daar moet ik wat voorzichtiger mee doen,
arts D2.(UWV): Misschien kom het van die medicijnen, dat zou kunnen,
D.           : Want ik kreeg last van mijn maag. Dan nam ik, boven nam ik euh, indometacine met wat water, en met etenstijd dronk ik er een heleboel warme thee bij, maar dat is niet goed. Maar toen ben ik daar mee gestopt. Dus toen na een aantal weken is het over gegaan.
arts D2.(UWV): Ja, ja, ik zou inderdaad oppassen met die medicijnen. Het kan best zijn dat het daar -----. Met uw hart is niets bijzonders, dat is euh, iets goeds. Bloeddruk kent u ook wel hè?
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Niet dat u schrikt van, al deze dingen. Oké. Kunt u de knie naar uw neus brengen? Ja, doe maar weer neerleggen, en deze. Ja. U hebt daar ook een plek zie ik, hierzo.
D.           : Ja, ik denk omdat de huid daar tegen elkaar zit, ik zorg natuurlijk dat ik altijd warm ben, dus ben altijd ook wat zweterig.
arts D2.(UWV): Dat ziet er niet zo, ik kijk, ik heb natuurlijk geen verstand van acute dingen hè?. Dat snapt u uiteraard, u weet wel,
D.           : Ik heb ook vaak eczeem en euh, allergie op mijn huid, gewoon omdat de huid daar tegen elkaar zit.
arts D2.(UWV): Heeft u daar ook een smeerseltje voor of iets,
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): Ik zou er echt eens mee naar de huisarts gaan.
D.           : Maar ik heb er geen last van.
arts D2.(UWV): Nou, we gaan eens even. Het gaat ook, het heeft ook een hele scherpe rand hè?. Ziet u dat?
D.           : Ja, maar dat is gewoon euh.
arts D2.(UWV): En als het een scherpe rand heeft, dat heb ik vroeger altijd geleerd, dat kan ook eventueel een schimmel zijn. En daar kan je dus wel een smeerseltje tegen krijgen waarmee het over gaat. ----- onderzoek. Dat, ik zou er in ieder geval eens een keer bespreken, ja? Dan moet u even uw armen uit elkaar doen, dan zo opzij, en dan zo omhoog. Ja. Ehm, nou ik heb dus uw nek bekeken. Dat zijn de dingen waar het over gaat hè?
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Hoe is het met het zien, uw ogen?
D.           : Ja, gewoon goed.
arts D2.(UWV): U gaat niet naar de oogarts of zo.
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): Horen is ook goed.
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Keelklachten?
D.           : Nee, ja, ik gebruik soms een kraag. En als de pijn zo erg is, dat ik niet voel hoe strak hij zit, dan zit hij soms te strak, dan na een halfuur dan euh.
arts D2.(UWV): Nou, ik wil graag even naar de achterkant van uw longen luisteren. Als u het niet erg vind, dan even zo, even die kant op, en dan, ja. Dan moet u even zuchten. Ja. Ja, dat is helemaal goed.
D.           : Ja.
arts D2.(UWV): Dat had u ook zelf wel gedacht natuurlijk. Euh, dan mag u eraf komen. Mag ik nog heel even kijken. U mag gaan staan hoor. Kunt u uw hoofd, uw oor naar uw schouder brengen, zal ik maar zeggen? Zo die kant op, en dan die kant op. Zo, ja wacht even. En dan de andere kant op? Ja?
D.           : Dat gaat op verschillende plaatsen zitten trekken.
arts D2.(UWV): Ja, maar dat, probleem is, ik kan wel zien wat ik zie, maar ik kan niet zien wat u voelt.
D.           : Nee.
arts D2.(UWV): Maar u mag zich aankleden. Ik ga even mijn handen wassen ergens en dan kom ik terug. Ja?
D.           : Ja.

(ruim 1 minuut stilte, dokter D. is even haar handen wassen, en D. kleed zich aan)

arts D2.(UWV): Zo. Kijk, wij hebben hier ook wel eens, wij krijgen hier ook vaak het verwijt of, hoe je het noemen wil, dat dit is een momentopname, ik kan nooit zien, wat uw advocaat ook zegt, nu gaat het goed, maar ik moet nu weer weken in bed liggen om dit te overkomen. Dat is in feite wat u zegt, dat zien wij niet hier.
D.           : Nou, als ik geluk heb duurt het een dag of drie, tot de ergste pijn weer voorbij is.
arts D2.(UWV): Ja.
D.           : Als ik pech heb moet ik naar de manuele therapeut, en dan is het 's nachts eruit, erin, en pijnstillers.
arts D2.(UWV): Maar ja, daarom heb ik het ook heel voorzichtig gedaan. Maar het feit blijft dat we niet, euh, pijn, alle pijn, kunnen verklaren. Maar ik zou wel met die, ik denk dat, het kan heel goed van die Indometa, Indometacine komen, dan moet ik het even nakijken, ik weet het niet uit mijn hoofd. Maar denk er nog eens aan, laat het nog eens zien als u toch eens naar de dokter gaan misschien. Ja? En verder ga ik het allemaal opschrijven, maar ik wou zeggen, u moet het niet, u trekt het zich allemaal persoonlijk aan, hè?, maar wij werken hier niet, ja u bent wel een persoon en ik ben ook een persoon, maar wij werken, zo werkt het hier niet. Het gaat om algemene beginselen, kunnen we dit verklaren? Zo niet, ja, dan moeten we dat verdedigen. Dat is helemaal niet zo, dat heeft niet met u als persoon te maken.
D.           : Zo, zo, ging het maar zo.
arts D2.(UWV): Maar zo voelt u het wel, dat begrijp ik ook wel, maar ik, maar het is niet tegen u gericht. Maar ik moet gewoon dit systeem, moet ik zo beschrijven en dan ga ik ook woorden gebruiken tegen die advocaat dat hij dit en dat zegt, ja, dat kan niet anders.
D.           : Ik heb de indruk dat het gezegd word van, het zit zus en zo, allerlei feiten die niet kloppen, en daarom komen we tot die conclusie.
arts D2.(UWV): Ja, ja.
D.           : Als gewoon op basis van de juiste feiten wordt gezegd, het is zo en zo, zo zijn nu eenmaal de overheidsregels. Dan heb ik daar vrede mee, maar niet op deze manier.
arts D2.(UWV): Ja, maar het gaat,
mr. P12.     : Aan de andere kant is het natuurlijk ook, er bestaat heel weinig objectiviteit, sowieso, en ik denk ook wel, in dit dossier, worden gewoon eenmaal standpunten ingenomen, en op het moment dat er dan een nieuwe beoordeling komt, dus hoe bureaucratisch alles ook is, het zijn allemaal mensen die naar die dossiers kijken, en het is altijd, euh,
arts D2.(UWV): Ja. ja.
mr. P12.     : Meestal kijk je toch altijd weer naar het standpunt wat iemand voor je, ik doe dat overigens ook altijd, hè?, heeft ingenomen, dat probeer je vervolgens te waarderen en zo ga je verder. Zo zie je dat er in dit dossier ook een bepaalde ontwikkeling is opgetreden, wat ik ook aan het begin van die zitting zei, dat het een soort euh, als je niet oppast wordt het een "loopgraven oorlog". Iedereen is toch een persoon, hè?, en, en, en,
arts D2.(UWV): Ja, maar ik bedoelde meer dat meneer D. het zich zo, zo, zo, persoonlijk aantrekt. Dat is natuurlijk logisch, want het gaat om u, dat begrijp ik ook wel.
mr. P12.     : Het is,
arts D2.(UWV): Maar u moet niet alle woorden die gezegd worden, u zo persoonlijk aantrekken. Dat is meer wat ik probeerde te zeggen, maar ik weet ook niet precies hoe ik het moet zeggen.
D.           : Nee, maar als u leest wat er in '92, '93 en '94 allemaal is opgeschreven.
arts D2.(UWV): Ja, dat kan je beter allemaal maar niet lezen. Dan wordt je echt,
D.           : Inderdaad.
arts D2.(UWV): Nee, dat begrijp ik. En ook wat u zegt, ja, ik wil, dat zegt uw advocaat, u zoekt een stukje erkenning, hè?, van wat, hoe u zich voelt, en dat zoekt u dus door de standpunten van de UWV tegenwoordig hè?, vroeger het G.. Dat is ook iets wat, ja,
mr. P12.     : Ja, dat is waar, maar,
arts D2.(UWV): Dat zegt u, maar dat hoor je dus ook altijd en als bezwaarverzekeringsarts moet je dus de standpunten van degenen die de oorspronkelijke beslissing heeft genomen verdedigen, behalve als je argumenten hebt daartegen, en die zoek ik dan ook altijd. Daar doe ik ook wel mijn best voor, maar als ze er niet zijn, kan ik ze niet vinden.
D.           : U schrijft dingen, u haal dingen uit het dossier, waarvan wij al weten dat ze achterhaald zijn, of binnenkort achterhaalt worden. Kunt u dan misschien, misschien in samenspraak met mijnheer eh meester G. dat doen? Ik denk dat hij het dossier euh beter,
arts D2.(UWV): Natuurlijk, ja, maar dat doen we ook, doen we, ja.
mr. P12.     : Dat zal ook wel gebeuren, maar waar het eigenlijk om gaat, dat ook in dit,
arts D2.(UWV): Maar ik heb alleen het medische stukje hè?, dus ik probeer medisch te zeggen wat mijn mening is en het juridische is een beetje anders en ik, u hebt heel veel klachten, maar ik kan ze niet met een bepaalde, verbinden aan een bepaalde oorzaak. Niet met de gegevens die in het dossier zitten, niet met de gegevens die u aanreikt. Want u zegt, bijvoorbeeld die migraine, nou dat komt dan van onder in de rug en als je, nou ja, ik weet niet meer precies. Dat, ja, ik zeg, laat mij dat dan zien, want zo ken ik dat niet. U zei, ik weet niet waar dat staat. Allemaal dingen waarvan u zegt van, dat is zo, medisch gezien, hè?. Heb ik dat niet zo geleerd, staat het niet in mijn boeken en in de boeken van mijn collega's, niet alleen van mij. Dus dat is eigenlijk, als u zegt, nou ik vind, dat komt daardoor en dat weet ik heel zeker, dat heb ik gevonden, dat heb ik nagekeken, dat staat daar en daar. Dan zou ik zeggen in het belang van uw zaak, laat dat nog eventjes, de bron weten, dan kun, kan ik daar iets mee. Maar als ik geen bron heb kan ik niks. Is dat duidelijk?
D.           : Ja, dat is duidelijk.
arts D2.(UWV): Dus dat zou misschien nog iets zijn, een opening. Ja, maar als je, want ik kan, ja, de één denkt dat een klacht hier vandaan komt en de ander denkt dat de klacht daar vandaan komt. Iedereen denkt wat anders.
mr. P12.     : Ja.
arts D2.(UWV): En wij moeten uitgaan van bepaalde regels, waarvan de algemene regulaire medische wetenschap denkt dat iets vandaan komt. Daar moet ik mee werken.
mr. P12.     : Ja. Wilt u het op de één of andere manier zien te objectiveren?
arts D2.(UWV): Dat moet, ja, dat kan niet anders.
mr. P12.     : Maar desalniettemin is het toch ook zo, als de feiten,
arts D2.(UWV): Maar ik begrijp best dat het voor u een probleem is.
mr. P12.     : Ja.
arts D2.(UWV): Nou, dat was, dus, ik heb mijn best gedaan, om te onderzoeken, weliswaar wat oppervlakkig, maar toch duidelijk, hè?. Te zien, dat uw nek beperkt is, en de beweging. Dat staat er ook in, dat wordt ook gezegd, dat, daar is ook geen twijfel aan.
D.           : Ja.
mr. P12.     : Prima. Goed.
D.           : Oké.
arts D2.(UWV): Dat is mooi, mooi hoor deze foto's
D.           : Ja, dit soort dingen, daar komt een heleboel hulp van anderen bij aan te pas.
arts D2.(UWV): Hmm?
D.           : Daar komt een heleboel hulp van anderen aan te pas.
arts D2.(UWV): Ja, ja, dan moet je wel technisch onderlegd zijn om dat goed te kunnen maken.

(D. zet de cassetterecorder uit)


Hierboven staan een aantal aanpassingen (zoals de manier waarop ik mijn bed lig), die ik verteld heb. Maar sommige zijn ronduit gevaarlijk. Als je iets leest wat je zou willen proberen, wees er dan eerst zeker van dat het voor jouw situatie veilig is.

Aan het begin van de hoorzitting bood ik mijn excuses aan.
      geluidsfragment:     7_b_8a.mp3 (290kb)


De jurist en de verslaglegger van het UWV waren niet aanwezig toen de bezwaarverzekeringsarts mij onderzocht. In die ruimte stond een scherm en daarachter onderzocht de bezwaarverzekeringsarts mij. Mijn advocaat bleef discreet aan de andere kant van het scherm staan.
En dat vind ik vreemd, want ik vertrouw mijn advocaat wel, maar ik heb geen vertrouwen in de bezwaarverzekeringsarts. Dat de ene een rechtenstudie heeft gedaan en de ander een medische opleiding, dat maakt voor mij geen verschil.

Van de bezwaar-verzekeringsarts moest ik naar de huisarts, en mijn huidproblemen laten zien. Dat heb ik op 20 oktober 2003 bij mijn huisarts laten zien.

Laatste wijziging van deze bladzijde: augustus 2007