Hoorzitting
2006
Op 13 juli 2006 werd ik 's ochtends opgebeld door mr. G4. van het UWV.
Als ik naar een hoorzitting wilde komen, dan zou er een hoorzitting
op 1 augustus gepland worden. Ik vroeg nog naar de beslissing die
genomen moest worden naar aanleiding van de uitspraak van mijn
achtste beroepszaak, maar mr. G4. zei dat ze dat misschien
overslaan, omdat ik anders mijn uitkering kwijt zou kunnen raken,
en dan zou er door het UWV misschien geld van mij gevorderd worden
(als mijn uitkering met terugwerkende kracht verlaagd of gestopt zou
worden).
Als het UWV belt, zeg ik steeds dat ik het gesprek opneem, en dat
is ook meestal zo. Bij dit gesprek had ik dat ook gezegd,
maar na 2 minuten raakten de batterijen van de recorder op.
Voor de zekerheid liet ik weten, dat ik de hoorzitting op
zou nemen. Onderstaande brief werd op 20 juli 2006 aangetekend
verstuurd.
Aan: UWV B.
Afdeling Bezwaar en Beroep
t.a.v. dhr. mr. G4.
B.
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
18 juli 2006
Uw kenmerk:
B&B ###
Geachte heer G4.,
Hierbij laat ik u weten dat ik van plan ben om een geluidsopname
te maken bij de komende hoorzitting,
en dat ik de vrijheid wil om die opname te gebruiken.
Met vriendelijke groet,
D.
UWV
B.
Datum 19 JULI 2006
Klantencontactcentrum T (0900) ###, F ###
Ons kenmerk
B&B ### JG4
Dhr. D.
Onderwerp
Uitnodiging hoorzitting
Geachte heer,
Op 13 juli 2006 hebben wij telefonisch een afspraak gemaakt
voor een hoorzitting over het bezwaarschrift.
De hoorzitting zal plaatsvinden op 1 augustus 2006 om 10:15 uur,
in ons kantoor te G., ###. U kunt zich melden bij de receptie.
Als u absoluut verhinderd bent om te komen, kunt u uitstel van de hoorzitting vragen.
Dat kan telefonisch tot uiterlijk één week na dagtekening van deze brief.
U moet dan wel aangeven waarom u uitstel vraagt.
U kunt zich tijdens de hoorzitting laten vertegenwoordigen door een gemachtigde.
Die moet dan wel een schriftelijke, door u ondertekende machtiging meenemen.
Dit is niet nodig als u al een machtiging heeft verstrekt,
als u samen met uw gemachtigde verschijnt,
of als uw gemachtigde advocaat is.
U kunt ook anderen meenemen naar de hoorzitting.
Als dit een getuige of een deskundige is,
verzoeken wij u ons dat van tevoren te laten weten.
U moet deze personen zelf op de hoogte brengen van plaats en tijd van de hoorzitting.
Tijdens de hoorzitting kan een bezwaarverzekeringsarts aanwezig zijn.
Houdt u er rekening mee dat deze u na de hoorzitting medisch kan onderzoeken.
Wij verzoeken u alle gegevens die mogelijk van belang zijn mee te nemen naar
de hoorzitting. Bijvoorbeeld medicijnen (in de oorspronkelijke verpakking),
namen en adressen en afsprakenkaarten van behandelend artsen,
fysiotherapeuten en dergelijke. Ook verzoeken wij u een geldig legitimatiebewijs
mee te nemen. Dat is bijvoorbeeld een Nederlands paspoort.
Een rijbewijs is geen geldig legitimatiebewijs.
U kunt de stukken die van belang zijn in deze procedure, inzien op ons kantoor.
Als u dat wilt, kunt u contact met ons opnemen om hiervoor een afspraak te maken.
U kunt ons tot uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting nieuwe stukken sturen.
Heeft u nog vragen?
U vindt meer informatie op www.uwv.nl. U kunt ons uiteraard ook bellen.
Het telefoonnummer staat boven aan de brief. Als u belt,
houd dan deze brief bij de hand. Wij kunnen u dan beter van dienst zijn.
Als u ons schrijft, stuur uw brief dan naar de afdeling Bezwaar en Beroep.
Vermeld daarin dan ook ons kenmerk.
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G4.
beambte bezwaar en beroep
Hoorzitting
Na afloop van de hoorzitting ontving ik een
copie van mijn dossier,
dat ik had gevraagd om gelijk mee te nemen als ik er toch was.
Van de hoorzitting maakte ik een opname, die ik naar de jurist stuurde, die
bij de hoorzitting aanwezig was.
De opname was met 22050Hz, 16-bit, mono. Daarvan heb ik een mp3-bestand van 64kbps gemaakt,
en op een cd-rom gezet met "mode 1", joliet, en ISO niveau 2. Om compatible te zijn
met oudere besturingssystemen had ik beter ISO niveau 1 kunnen nemen, maar dat
leek me niet nodig.
Aan: UWV B.
Afdeling Bezwaar en Beroep
t.a.v. dhr. mr. G4.
B.
(aangetekend met ontvangstbevestiging)
Datum : 1 augustus 2006
Uw kenmerk :
B&B ### JG4
Bijlage : Cd-rom met mp3-bestand.
Geachte heer G4.,
Ter bevestiging van de hoorzitting van vandaag,
stuur ik u hierbij een cd-rom met een mp3-bestand van de geluidsopname.
Toelichting:
• Omdat ik tijdens de voorbereiding niet wist of er
een bezwaarverzekeringsarts aanwezig zou zijn, stuur ik dit voor deze keer naar u.
• Vanaf nu zal ik mp3-bestanden gebruiken i.p.v. cassettebandjes.
Met vriendelijke groet,
D.
Van de hoorzitting liet ik een
letterlijk verslag maken.
Hieronder staat het verslag dat de verslaglegger van het
UWV maakte. De verslaglegger is mr. L2., die ik in het verleden
ook als jurist van het UWV bij een Rechtzaak was tegengekomen.
UWV
Verslag hoorzitting
ons kenmerk :
B&B ### AL2
datum hoorzitting : 1 augustus 2006
plaats hoorzitting : Goes
belanghebbende : Dhr. D.
woonplaats : ###
sofi-nummer : ###
aanwezigen:
belanghebbende : Dhr. D.
gemachtigde :
voorzitter : G4.
verslaglegger : L2.
Zoals al eerder met hoorder is overeengekomen,
zal het gesprek door belanghebbende op een geluidsdrager worden opgenomen.
Hoorder legt uit dat de bezwaarprocedure betrekking heeft op twee besluiten op bezwaar:
het besluit van 16 juli 2004 dat is genomen in verband met
de door belanghebbende gewonnen uitspraak van de rechtbank,
en het besluit van 7 april 2006 waarmee de mate
van arbeidsongeschiktheid op 15 tot 25% is gesteld.
Hierna verleent hoorder belanghebbende het woord.
Belanghebbende zegt te hebben gedacht dat hoorder hem iets had uit te leggen.
Hoorder antwoordt dat dit niet het geval is en dat hij belanghebbende overeenkomstig
hetgeen daarover in de Awb is bepaald de gelegenheid heeft geboden
zijn bezwaren op een hoorzitting toe te lichten.
Belanghebbende vraagt hoe het zit met een eventuele terugvordering.
Hoorder legt uit dat er volgens de uitspraak van de rechtbank,
waartegen naar zeggen van hoorder partijen overigens niet hebben geappelleerd,
er een onderzoek zou moeten worden verricht naar de vraag of belanghebbende
voor minder dan acht uur per dag belastbaar was.
Volgens hoorder kan dat onderzoek ook uitwijzen dat belanghebbende
al in het verleden voor meer dan de toen aangenomen zes uur per dag te belasten was,
zodat er in dat gevolgen een herziening met terugwerkende kracht naar
een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse zou volgen,
met een terugvordering als gevolg.
Hoorder geeft belanghebbende in overweging om nog eens goed na te denken
wat hij met de uitspraak wil. Belanghebbende geeft aan dat hij dit met
zijn advocaat zal bespreken.
Belanghebbende vraagt hoe het is gesteld met het openstaande bedrag van € 966,00.
Hoorder antwoordt dat dit bedrag (zoals al mondeling toegezegd)
op korte termijn betaald zal worden.
Belanghebbende geeft te kennen van mening te zijn dat er als gevolg van zijn bezwaar
een nieuw primair medisch onderzoek moet worden gedaan en dat er ook
een nieuw primair besluit moet volgen. Hoorder zet de systematiek van
de bezwaarprocedure als verlengde besluitvorming uiteen
en wijst er op dat een bezwaar in alle gevallen eindigt in een beslissing op bezwaar
als heroverweging van een bestreden primair besluit.
Volgens hoorder komt daar dus geen beoordeling door een primaire verzekeringsarts aan te pas.
Belanghebbende wil weten of hoorder overleg heeft gepleegd met
de primaire verzekeringsarts K4. en in die zin dus betrokken is geweest bij
de primaire besluitvorming waartegen het huidige bezwaar
is gericht. Volgens belanghebbende zou hoorder in dat geval die rol op grond van de Awb
niet mogen vervullen. Hoorder geeft te kennen uitsluitend contacten met K4. te hebben gehad
met betrekking tot diens vragen over de voortgang van de diverse procedures
en de eventueel daaruit voorvloeiende juridische implicaties,
maar vanzelfsprekend niet over het voorbereiden en formuleren van medische gevolgtrekkingen.
Hoorder wijst er nadrukkelijk op dat hij op medisch gebied een leek is.
Belanghebbende geeft er in reactie blijk van de verklaring van hoorder in twijfel te trekken.
Belanghebbende voert aan dat de verzekeringsarts naar zijn oordeel veel richtlijnen
naast zich neer legt. Zo zou K4. volgens belanghebbende
het ontbreken van een urenbeperking baseren op een (verkeerde) diagnose,
terwijl volgens de "Standaard verminderde arbeidsduur" een diagnose niet bepalend is.
Volgens belanghebbende had K4. alle beperkingen moeten meewegen
en dat heeft hij niet gedaan. Hoorder legt uit dat klachten slechts worden meegenomen
voor zover die tot medisch objectiveerbare beperkingen leiden en dat K4. klaarblijkelijk
van oordeel is dat er in het geval van belanghebbende een discrepantie bestaat
tussen de subjectief door hem ervaren klachten en de daaruit geobjectiveerde beperkingen.
Belanghebbende voert aan dat er een nieuwe richtlijn over verminderde arbeidsduur is
en geeft zeer nadrukkelijk te kennen dat hij op basis van die nieuwe regel medisch
wil worden onderzocht. Hoorder geeft te kennen dat hij die wens zal voorleggen
aan de betrokken bezwaarverzekeringsarts K6. en dat die functionaris daarover zal beslissen.
Belanghebbende wijst op een door hem onbegrepen overweging van
de verzekeringsarts K4. in diens rapportage:
de beperking in de anteflexie (volgens belanghebbende in de betekenis van voorover buigen)
zou een gevolg zijn van zijn lichaamslengte.
Belanghebbende noemt dit een 'kinderachtige' conclusie.
Belanghebbende verwijst naar de conclusies die de verzekeringsarts P5.
in het verleden (1992-1993) op schrift heeft gesteld.
Volgens belanghebbende is op die onjuiste conclusies telkens en tot heden voortgebouwd.
Hoorder antwoordt dat het in de huidige bezwaarprocedure gaat
om de jaren 2004 en 2006 en dat het naar zijn oordeel volstrekt onaannemelijk is
dat er na de vele onderzoeken en heroverwegingen door
meerdere (bezwaar)verzekeringsartsen aan die oude bevindingen
nog doorslaggevende betekenis zou worden gehecht.
Hoorder geeft tot slot aan de praktijk rond het begrip urenbeperkingen door
de steeds strenger geworden regelgeving op dat gebied is ingehaald.
Hoorder sluit hierna de hoorzitting.
BREDA, 1 augustus 2006
voorzitter
###
verslaglegger
###
De procedure ging verder met de
beslissing op bezwaar van 3 april 2007.
Laatste wijziging van deze bladzijde: mei 2007